Het Incubate festival, dit jaar van 15 september tot 21 september, viert zijn tiende verjaardag. Tijd voor een lang gesprek met één van de initiatiefnemers van Incubate, Joost Heijthuijsen.

Allereerst, hoe kom jij in Tilburg terecht? Joost gaat ervoor zitten en begint met zachte stem te praten: “Dat is best een lang verhaal. Ik ben geboren in Limburg, en ging Psychologie studeren in Nijmegen. Dat bleek een nogal saaie studie en daarom ging ik daarnaast veel schrijven. Zo was ik betrokken bij de universiteitskrant en tijdschriften als Gonzo. Daarbij organiseerde ik ook feesten en exposities. Ik deed die dingen ernaast omdat ik dat leuk vind. Toen ik afstudeerde, zo rond 2000, kwam Tilburg ineens in beeld.”
“Willem II speelde in de Champignons League, 013 werd geopend, de stad leek te bruisen, had ambitie en trok me wel aan. Ik had al snel een baan gevonden bij het Muzieklab. Maar om de stad echt te leren kennen moet je vrijwilligerswerk gaan doen. Daarom ging ik meehelpen bij Muziekcafé Paradox.”
SXSW
“Ik ontmoette daar twee latere collega’s bij Incubate, Vincent Koreman en Frank Kimenai en op een gegeven moment hadden wij het over onze ervaring in Austin bij het SXSW festival in Texas, waar we in 2003 en 2004 onafhankelijk van elkaar geweest waren. Vincent was er met zijn band The Travolta’s en Frank met The Spades. Austin is een compacte stad, en is vergelijkbaar met Tilburg. We bleken allemaal afzonderlijk met de organisatie van een concert op dezelfde datum bezig te zijn en hebben toen onze krachten gebundeld in het eerste ZXZW-festival, dat op een zondag in 2005 voor het eerst werd gehouden. Het idee was om van de compacte binnenstad van Tilburg gebruik te maken met diverse optredens op verschillende locaties.”
“In het tweede jaar, in 2006, hebben we de zaterdagavond erbij genomen en zo groeide het festival langzaam maar zeker. In het derde jaar waren we al bezig om aan een hele week te bouwen. We keken daarbij naar de behoeften van de bezoekers, die bleken het festival bijzonder en gezellig te vinden. Ze hadden er duidelijk behoefte aan.”

“We kregen ook veel positieve pers, we voegden blijkbaar iets toe. Dit soort festivals zie je nauwelijks. We proberen verschillende optredens aan elkaar te koppelen. Als een band alleen speelt komen er vaak maar 50 mensen kijken, maar als er vijf optredens zijn van vijf verschillende bands is er ineens een publiek van 250 mensen. En dat doen we met meerdere activiteiten en geholpen door veel vrijwilligers.”
“We zien nu veel beginnende bands, vooral uit de Verenigde Staten en Engeland, die graag naar Incubate in Tilburg willen komen. De organisatie is goed, alles is perfect geregeld, er is eten, er is infrastructuur en er zijn slaapplaatsen, en dat zie je lang niet overal.” lacht Joost.
Zo’n festival als Roadburn, hebben jullie daar raakvlakken mee? “Dat is los van Incubate ontstaan” zegt Joost. “Maar ze maken ook gebruik van de perfecte infrastructuur en podia in Tilburg, de nieuwe locaties, de rijkdom van de stad. Een geweldig programma en een geweldig publiek ook, dat is wel vergelijkbaar met Incubate, ze komen ook om van een biertje te genieten bij de Trappisten.” merkt Joost op.
Nieuwe naam: Incubate
In 2009 zijn jullie van naam veranderd? “Ja, we kregen een vriendelijke brief van de advocaat van SXSW uit Texas, dat ons festival wel heel veel overeenkomsten vertoonde met hun festival, en dat het beter zou zijn om de naam te veranderen. En eigenlijk kwam ons dat goed uit, want we waren al op zoek naar een nieuwe naam. Dat is dus ‘Incubate’ [vert: uitbroeden, koesteren – red] geworden. Die naam geeft goed weer waar we voor staan, qua muziek, beeldende kunst en met multimedia. Onze artiesten en bezoekers veranderen ook mee, en het is bovendien een unieke naam op festivalgebied, we staan daarmee inmiddels op de kaart.”

“We hebben grote projecten gehad, in 2010 ging het over piraterij en creative commons, waar ook veel van onze artiesten mee bezig zijn. In 2011 hadden we het fantastische piano-project (‘Play Me I’m Yours‘ – Streetpiano’s) met meer dan 100 piano’s in het straatbeeld en in 2012 foto’s van moeders. Maar we willen niet in herhaling vallen, dus kiezen we steeds iets nieuws, we willen telkens verrassen. Sinds 2013 hebben we geen grote projecten meer. Ze zijn gratis te bezoeken en leveren niets op, ze kosten veel, en ons budget is ook gekrompen. We richten ons sindsdien meer op de locaties, zoals vorig jaar een openluchttheater, theaters Tilburg, de Schouwburg, die weer iets extra’s geven.”
Nieuw in 2014
“Nieuw in 2014 zijn de locaties van het Stadsstrand, waar zaterdag de Draaimolen plaats vindt en het Textielmuseum waarmee we vorig jaar goede ervaringen hadden met de ‘Subjectieve Buslinie’. Daarnaast is het OFF-Popfestival vernieuwend, een reeks van gratis concerten door de stad op de meest willekeurige plekken, zoals in winkels en al dan niet akoestisch. Dat zal op vrijdag, zaterdag en zondag gebeuren.” legt Joost uit.
Wat is er verder nog nieuw in 2014? Joost denkt even na: “We zien dat steeds meer projecten zich bij ons aansluiten, wat prima is. Zoals het radio-project in Wijkcentrum In de Boomtak waar studenten uit Groningen fanatiek mee bezig zijn. We willen steeds dieper in de stad gaan zitten, er zijn hier zoveel locaties nog niet in gebruik, en het kan alleen in Tilburg, geen enkele stad heeft zo’n centrum dat als platform voor kunst kan dienen. Een zorgverzekeraar, Metal Café, wijkcentra, er zijn nog veel mogelijkheden. Om een voorbeeld te noemen: de Toneelacademie uit Maastricht komt hier ook naartoe.”

De kracht van Incubate
“En dan te bedenken dat we zo’n 500 vrijwilligers hebben, enthousiaste taxichauffeurs en uitverkochte hotels tijdens Incubate. Een plus voor de lokale economie. Er heerst zo’n bijzondere sfeer die niet vergelijkbaar is met andere festivals. En je kunt het zo duur maken als je zelf wilt. We hebben geen verplichte consumpties, iedereen mag in de stad eten waar hij wil, desnoods neemt ie gewoon een lunchpakketje mee. Het is die vrijheid die uniek is voor een festival, gecombineerd met de openheid van de Tilburger, voor wie een toerist nog een bijzonderheid is, en die hen onbevangen en vriendelijk tegemoet treedt.”
“Het ontwikkelen van lokaal talent vinden we ook belangrijk. We brengen ze hier in contact, op een laagdrempelige manier, met de ‘muziekgroten’ van de aarde, de levende legendes die hier als gewone mensen rond kunnen lopen. De backstage is op Incubate altijd leeg, want er is zoveel te doen, dat er altijd weer iets anders op het programma staat.”
“We zijn hier grootschalig in kleinschaligheid, met vrijheid, bereikbaarheid en we zijn benaderbaar. Een journalist van The Guardian schreef laatst: “Tilburg is veilig, het is groen, het is goed onderhouden, het is een perfect podium voor een festival en we komen er graag terug.” Zo kijken ze blijkbaar vanuit Londen naar Tilburg.
“Het grote aantal vrijwilligers uit het buitenland is ook bijzonder. Die komen speciaal naar Tilburg om hier vrijwilligerswerk te doen, uit Frankrijk, Polen, Engeland, Turkije, Canada en de Verenigde Staten, ik heb de lijst niet voor me, die is nog langer. Ze kennen het hier en willen bijdragen. Daarom doen we ook veel aan cultuurexport, dit jaar met Polen, Vlaanderen en Noorwegen, die het inmiddels een belangrijk Europees popfestival vinden.”

“Uniek zijn ook de vele logeeradressen bij de mensen thuis in Tilburg, wat de draagkracht onder de burgers hier vergroot. Daardoor zie je ook steeds meer beweging onderling en een groeiende sociale interactie. En ik weet bijna zeker dat dankzij de cultuur ‘Lonely Planet’ zijn beschrijving over Tilburg gaat herzien. Het beeld is inmiddels veel positiever geworden, en daar hebben Incubate en de andere festivals in de stad ook zeker aan bijgedragen.”
“We zijn ook bijzonder vanwege de breedte van het muziekaanbod, van Poolse folk, tot jazz tot Canadese underground, van ballet tot akoestische zang en de artiesten en gasten waarderen deze diversiteit.”
De muziek
“We hebben drie methodes waarop de programmering van de muziek tot stand komt. Allereerst: het wordt ons aangeboden via internationale agenten, ten tweede: we kennen de groep en de bandleden en we willen graag dat ze hier optreden en ten derde en steeds belangrijker: via tips van de fans die via de sociale media een behoorlijke stem hebben. Dat levert bijna altijd verrassingen op.”
“Waar kijk jij persoonlijk naar uit? “We zijn zelf vaak de grootste fans van de groepen die hier optreden” lacht Joost. “En dat moet ook wel, het gaat om de totale beleving waar je naar uit kijkt. Bijvoorbeeld Current 93, die dit jaar optreedt in de Stadsschouwburg, rustige folkmuziek, op een groots podium. Daarnaast ook King Buzzo van The Melvins, die hebben meegeholpen aan het ontstaan van Nirvana, treedt op in de Midi, dat ook weer een locatie is in de stad.”
“Ook bijzonder is natuurlijk Thee Silver Mt Zion Memorional Orchestra, de leden van Godspeed You! Black Emperor, die met hun bijzondere post-rock in – een voor hun bijzondere setting – Theaters Tilburg, spelen.”
“En het verhaal van Chris Carter, Cosey Fanni Tutti en Nik Void is speciaal. Ze traden nog maar een keer op in Londen. Daar werd duidelijk dat ze erg graag naar Incubate willen komen. En het is de omgekeerde wereld nu. Ze houden op maandag de Try-Out in Londen voordat ze hier op Incubate in Tilburg komen vlammen.” zegt een zichtbaar trotse Joost.
Toekomst
Hoe zie je de toekomst van Incubate? Joost knikt: “In de toekomst is er nog meer mogelijk. Er zijn nog veel meer podia in de stad die niet gebruikt worden, we kunnen door de toename van de locaties dan nog meer bezoekers trekken. Die groei ontwikkelt zich op een natuurlijke wijze die door de basiscultuur en door de vele vrijwilligers verzekerd blijft. Zo kun je met vrij simpele dingen groeien tot een podium wat geen enkele andere stad in de wereld kan kopiëren. We hebben nu al zo’n 300 activiteiten in een week, met veel cross-overs. En in die tien jaar hebben we iets bijzonders op de kaart gezet, met groeiend draagvlak, onder de burgers, de artiesten, de bezoekers en de journalisten. We willen de impact op de stad nog groter maken, door het jaar heen hebben we al muziek, beeldende kunst en zoeken we internationale samenwerking. Het streven naar die extra locaties is het extra zetje om de stad helemaal te transformeren.”
“De buitenlandse pers is inmiddels lovend, er komen zo’n 300 journalisten naar Incubate, en er is ook veel aandacht van de nationale media. Nos, Jeugdjournaal en CNN zijn altijd heel lovend over het festival geweest.”
“Maar wat me wel verbaast,” besluit Joost, “is dat sommige mensen ons enkel als een festival zien. Er staat geen hek om Incubate. Daardoor veroorzaken we veel meer.”
Recente reacties