De Tilburgse Kermis moet als eerste Nederlandse evenement worden opgenomen op de lijst van het Immateriële Erfgoed van de Mensheid van UNESCO, dat deel uitmaakt van de Verenigde Naties.
Nederland ondertekent dit jaar het verdrag waarin deze lijst wordt erkend. Wethouder Joost Möller heeft dat vanmorgen op de Tilburgse Kermis bekend gemaakt. Hij heeft de wens om De Tilburgse Kermis op deze lijst op te nemen al aangegeven bij de Staatssecretaris voor cultuur, Halbe Zijlstra. De Tilburgse kermis is het op één na grootste evenement van Nederland en vindt al sinds 1570 plaats. Immaterieel erfgoed is erfgoed dat onderdeel uitmaakt van ons leven. Erfgoed dat we willen doorgeven aan latere generaties. Of het nou gaat om tradities, rituelen, zang, theater, dialecten of ambachten.
Wethouder Joost Möller: “Kermis is essentiële Nederlandse en specifiek ook Tilburgse cultuur. Zoals carnaval of fierljeppen dat ook zijn. De eeuwenoude kermistraditie die Tilburg al sinds de zestiende eeuw kent, mag natuurlijk nooit verloren gaan. Kermis is natuurlijk overal, maar vrijwel nergens heeft het zo’n centrale plaats in de geschiedenis van een stad als in Tilburg. In de kern is het volksvermaak pur sang. Vermaak, cultuur en ontspanning gaan hand in hand en de hele stad maakt er onderdeel van uit. Elk jaar een miljoen bezoekers, dat geeft aan dat het evenement springlevend is.”
Op deze werelderfgoedlijst staan ongeveer 200 tradities die aan minstens één van de volgende criteria voldoen: Cultureel, Traditionele kennis, Orale traditie, Performing Arts, Rituelen en festivals. Vorig jaar werden onder meer ‘Castellers de Vilafranca‘, de Spaanse Flamenco en het Carnaval van Aalst aan deze bijzondere lijst toegevoegd. Wikipedia: “Werelderfgoed is cultureel en natuurlijk erfgoed dat wordt beschouwd als onvervangbaar, uniek en eigendom van de hele wereld, en waarvan het van groot belang wordt geacht om te behouden. Alleen erfgoed dat is ingeschreven op de Werelderfgoedlijst van UNESCO mag deze titel dragen. De lijst wordt jaarlijks samengesteld door de Commissie voor het Werelderfgoed, die bestaat uit vertegenwoordigers van 21 wisselende landen.”
