Vertederend is het elk jaar weer. Al die kinderen die vlak voor hun school weer begint samen meedoen aan het Kindervakantiewerk.
Ze lopen met hun vlaggetjes door de straat, fietsen mee achter de leider met vleugeltjes op hun hoofd of balletjurkjes aan, en ze spuiten elkaar nat, met dit hete weer. Alles mag, in die twee weken voor de plicht weer onverbiddelijk roept.
Samen gaan ze nog even spelen in een ballenbak, of ze mogen uitgelaten rennen door de Spoorzone, met een beker drinken in de hand.
Die gooien ze dan lekker op straat. Waarom niet?
Ik kwam ze ook tegen in hun rode en blauwe T-shirts, op weg naar de Beekse Bergen.
Een lange stoet fietsers, door de tunnel van het Elisabeth Ziekenhuis op weg naar de verkoelende plassen een paar kilometer verderop.
Op de route stonden aanwijzingen op de fietspaden met gekleurd krijt.
Vidar, die kant op!
De kinderen hoefden niet eens na te denken. En dat deden ze allemaal gedwee dan ook niet. De leider reed immers ook nog voorop met een vlag.
Deze kinderen hadden kroontjes op hun hoofd. Anderen reden met van die vrolijk draaiende molentjes op hun koppie.
En ze fietsen allemaal tegen het verkeer in. Niet oversteken, riepen ze naar elkaar, en vooral niet opzij gaan als er iemand wel van de goede kant tegemoet komt.
Dat doen ze voortaan altijd, weten de mensen die hier vaker fietsen.
En ze mogen deze week ook allemaal extra lang opblijven, de kinderen van de grote Tilburgse Intelligente Kindervakantieweek.
Sommigen halen het wel tot 4 uur in de ochtend.
En als ze dan met z’n allen samen naar hun slaapplaats fietsen in hun lange colonne, of met een kleiner groepje, dan mogen ze ook allemaal heel hard schreeuwen op straat.
Dat vindt hun leider ook heel gewoon, want die krijst mee: Nog niet slapen gaan!
Dan lachen ze allemaal.
Van hun ouders mocht dat nooit, maar voortaan kan dat allemaal, leren ze in hun eerste dagen in Tilburg.
Nog even, dan mogen ze de schoolboeken gaan halen. En de sleutel van hun kamer of appartement.
En over een tijdje komen ze bij u en mij verkleed als Noormannen langs de deur, omdat ze dan graag worden opgenomen in de boezem van de een of andere studentenclub die deze lading nieuwkomers deze week al lid probeert te maken.
En over een paar jaar, dan zijn ze bedrijfsjurist, of een bezorgde politicus die paal en perk wil stellen aan ontgroeningsfeesten en openbaar drankmisbruik.