Portret van Peter Timmermans, een magisch realist in balans

    De magische realist

In juli 1972 werd er een eigengereid kindeke geboren op aard. Met veel vrienden en kennissen. Fans ook, van zijn stripboekenreeks “Gapscene”, ofwel “Garmisch-Partenkirchen Scene”, een reeks die hij zelf bedenkt, tekent en verkoopt. En eens in de zo veel tijd verzamelt hij weer een aantal tekeningen, scant die in en publiceert ze, onder meer op de website www.tilburgers.nl We kennen hem onder de naam Peter Timmermans. Een portret van hem.

06-27-2013-Peter-Timmermans-Koepelhal
In gesprek met een fan tijdens het vrijwilligersfeest in de Koepelhal op 27 juni 2013.

“Ik ben 41. Maar zoals ik altijd zeg: geestelijk ben ik nog 14.”

 In welk opzicht ben je nog 14?

“Laat ik het zo zeggen, het behouden van het kind in mijzelf is het belangrijkste. Kinderen zijn nog heel puur en staan nog helemaal in contact met hun stoutste dromen en diepste wensen. Ik ben ervan overtuigd dat niks je meer levenskracht en –vreugde kan geven dan deze oerverlangens. Ofschoon het natuurlijk vrijwel onmogelijk is om alle kinderdromen te verwezenlijken, biedt het heel veel voldoening om wel met hen in verbinding te blijven staan. Er zijn altijd wel onderdelen van deze oerverlangens die wel realiseerbaar zijn. Ikzelf vind het doodzonde om dit na te laten. Het leven is veel meer dan alleen sex, werk en consumptie.”

Hoeveel weet je nog van hoe je was als kind?

“Mijn bewustzijn gaat terug tot mijn derde jaar. Vanaf de tijd dat ik vijf á zes jaar oud was kan ik van elke maand zo een aantal herinneringen terughalen. Dat schijnt vrij uitzonderlijk te zijn. Mij staat nog helder bij hoezeer ik als kind de wereld als groot en magisch ervoer. Ik vond het verschrikkelijk toen ik 12 werd. Het gegeven dat je vanaf 12 jaar dingen mocht die volwassenen ook mogen, beangstigde me. “Waarom zou ik blij moeten zijn dat ik nu voorin de auto mag zitten, terwijl van mij wordt verwacht dat ik niet meer in de zandbak en met ruimtelego speel”. Toen juli 1988, kort voor mijn 16e verjaardag, de envelop met daarin mijn SOFI-nummer (tegenwoordig Burgerservicenummer) op de mat viel, ervoer ik dat haast als traumatisch.

Reeds op de lagere school slaan heel veel kinderen een louter praktische denkrichting in. Zij laten zichzelf door het onderwijssysteem klaarstomen voor een werkzaam leven op kantoor of in de loods.  En dat wordt steeds minder als je groter wordt en naar school gaat en gaat werken. Nou ja, een poging doet om te gaan werken. Ik heb daar veel moeite mee gehad: veel uitzendbaantjes. En dan kom je erachter dat de wereld niet zo magisch is, praktisch is en dat de meeste mensen voornamelijk met het alledaagse, met het praktische bezig zijn.”

Is de wereld dan ook voor jou praktisch geworden?

PeterTimmermans
Zelfportret

“Nee, het is een mix. En dat wil ik ook heel bewust zo houden. Kijk, je hebt dat praktische gewoon nodig. Als dat niet zo zou zijn, zou ik veel liever in die magische kinderwereld willen blijven, omdat dat gewoon veel interessanter is. Maar dat kan gewoon niet. De mens is ook maar een zoogdier, er moet brood op de plank komen om te kunnen overleven. Dat bereik je niet door alleen maar te dromen. Maar, anderzijds, als de mens nooit had gedroomd had zij nooit al die uitvindingen kunnen doen die nu de (comfortabele) wereld van de mens omringen. De balans tussen praktisch en magisch, daar gaat ’t eigenlijk om. En het is juist die balans die veel mensen zijn kwijtgeraakt. Het praktische denken heeft bij hen de absolute overhand genomen.

Die mensen die gewoon zijn geraakt aan de praktische manier van denken hebben hun wereld ingekaderd en die laten hun fantasie helemaal niet meer werken. En als er iets is dat me gelukkig maakt, is het om mijn fantasie ook af en toe lekker de vrije loop te laten.”

Gebruik je je fantasie weleens om aan de wereld, een wereld die je niet bevalt te ontkomen?

“Dat zal best eens voorkomen ja. Maar het is vooral dat ik de wereld van alleen maar praktisch bezig zijn zo saai vindt. Daar ga ik me vervelen. Je hebt het helaas wel nodig, want anders overleef je niet. Maar ik put daar geen voldoening uit, als ik alleen maar daar mee bezig zou zijn.”

Levert het je ook weleens moeilijkheden op?

“Ja, dat komt wel voor. Als ik nieuwe mensen ontmoet, weet ik dan ook al heel snel wat ik aan die persoon heb. Dan zie ik al heel vlug of die persoon dat van mij waardeert of niet. Dat geeft mij duidelijkheid. Ik heb mij jarenlang proberen te conformeren aan wat mensen van mij verwachten, maar ik werd daar niet gelukkig van. Dat schept verwarring. En door dan weer terug te gaan naar de beleving die je als kind had van de wereld, door dat ruimte te geven, levert mij dat veel duidelijkheid op. Door steeds die balans te houden tussen het praktische en het magische.”

En als mensen daar dan negatief op reageren, hoe krijg je het voor elkaar om daardoor niet zelf negatief (over jezelf en anderen) te gaan denken.

“Dat leer je op een gegeven moment. Daar leer je mee omgaan. Natuurlijk, het overkomt me nog wel dat ik er in een negatieve spiraal door kom, maar je leert op een gegeven moment om het je niet te veel aan te trekken. Er zijn bijvoorbeeld een aantal mensen op mijn werk, met wie ik dat heb. Die twijfels hebben bij de manier waarop ik doe, naar de wereld kijk. Die dat soms zelfs wantrouwen, omdat ze zelf volledig in het praktische staan, de wereld van vandaag, het hier en nu. Dat zorgt soms voor een niet zo soepele manier van met elkaar omgaan.”

Presentatie van zijn strips tijdens het repair cafe van 13 juli 2013 In de Boomtak.
Presentatie van zijn strips tijdens het repair cafe van 13 juli 2013 In de Boomtak.

Je komt nogal over als iemand die alles met een kwinkslag afdoet. Ik spreek weleens mensen die zeggen: Peter neemt niks serieus.

“Dat is dus niet waar. Ik kan heel serieus zijn, maar het kan soms heel leuk zijn om de joker, de clown uit te hangen.”

Ik heb jou leren kennen als iemand met veel vrienden en kennissen. Wat maakt jou zo populair bij veel mensen?

“Ja, ik kan eigenlijk vooral goed door één deur met een bepaald type mensen. Het excentrieke type mensen. En daar ken ik er veel van, mensen die eigenlijk een beetje aan de buitenkant van de maatschappij staan.

En ik sta daar ook wel een beetje. Maar ik heb, naast mijn striptekenen, natuurlijk ook gewoon mijn werk. Ik werk op een databank, waar plattegronden en kaarten met de computer getekend worden.

Daarnaast teken ik zelf mijn eigen strips: Gapscene. En daarom zijn die mensen ook zo belangrijk voor mij, die mensen die zelf ook nog een beetje een magische wijze hebben van tegen de wereld aankijken.”

Je bent autistisch en je zegt tegen het publiek waar je je strips aan verkoopt dat je je stript tekent over je autisme. Waarom doe je dat? Daarmee zet je je diagnose toch nog weer een beetje extra aan, plaats je jezelf in een hokje?

“Daaraan liggen eigenlijk twee redenen ten grondslag. Ten eerste verkoopt het goed. (lacht). Veel mensen vinden het interessant om met iemand in contact te komen die autistisch is. Vaak kennen mensen wel iemand die het ook is, of ze zijn het zelfs zelf. Het schept een band. Het levert vaak hele leuke gesprekken met mensen op. De andere reden is, dat je door je kwetsbaar op te stellen een situatie creëert van gelijkwaardigheid. Hierdoor geef  je mensen de gelegenheid om zichzelf kwetsbaar op te kunnen stellen. Dit communiceert gewoon heel erg prettig. Dat merk ik ook op beurzen – er zijn inmiddels best een hoop mensen die mijn strips verzamelen – dat er mensen terugkomen omdat ze de vorige keer een leuk gesprek hebben gehad met de maker. Omdat ze zich zelf dan ook kwetsbaar op kunnen stellen en die ruimte wil ik ze graag geven. Dat is ook een belangrijke reden.”

Maar toch, je noemt het woordje autisme…

“Of Asperger.”

Wat is autisme dan voor jou? Zie jij autisme als een beperking?

“Nee (schudt heel resoluut zijn hoofd) Het is een andere manier van denken. De autistische denkwijze, dat is niet voor niks een uitdrukking geworden. Het is een andere manier van denken, van de dingen benaderen. Een andere wijze van kijken waar je heel ver mee kunt komen. Neem bijvoorbeeld Bill Gates, Pete Townsend, Einstein. En NASA heeft heel veel mensen in dienst die een autistitypische achtergrond hebben, omdat die zich heel goed kunnen concentreren op hun werk. Veel serieuzer met hun werk bezig zijn dan veel andere mensen die in het hier en nu leven en zich bezig houden met sociale kleinigheden. Sociale onbenulligheid, zoals ik het weleens noem.

En daarmee wil ik niet zeggen dat het sociale onbelangrijk is. Ik heb veel vrienden en kennissen; ik vind het sociale heel belangrijk. Maar op een andere manier. Persoonlijke dingen delen, interesses delen, hetgeen dat ons definieert. In tegenstelling om wat ik vaak om me heen hoor, wat ik minder belangrijk vind: de aanbiedingen bij de Lidl, wat ze nu weer bij de Action hebben gekocht, allemaal van die dingen waarvan ik denk; dat is ook gewoon niet interessant. Dat vind ik niet zo interessant.

Hoe dat komt? Ik ervaar dat mensen zoals ik, met een autistitypische persoonlijkheid, dat die veel meer geïnteresseerd zijn in een intellectuele benadering van dingen, een nadenken over zaken en interesses en veel minder over dingen als status, macht, sexappeal, seks. Mensen die daar hun hele leven aan wijden, aan louter die oer-instincten. Ik zou mezelf dood vervelen als het daar bij zou blijven. Ieder zijn goed recht, hoor, om je leven te wijden aan de vraag: ben ik wel het haantje, ben ik wel de diva? Maar zo wil ik niet leven. Ik leef mijn leven naar mijn interesses.

Dat zijn er heel veel. Ik noem een paar van de belangrijksten: geografie, muziek, geschiedenis, kunst. Maar ook de maatschappij: hoe functioneert de maatschappij als geheel? Waar gaan we heen?

En wat ik zelf nodig heb: intellectuele vrijheid. En vrijheid van expressie. Daar volgt de rest vanzelf uit voort.

En omdat het met mijn strips goed gaat en ik op mijn werk niet meer fulltime hoef te werken, heb ik een goede financiële basis opgebouwd. Waardoor ik op andere vlakken weer kan doen wat ik wil. Waardoor het best wel zo eens zou kunnen voorkomen dat ik op een gegeven moment met een vriendin thuis kom. En daarin ben ik gewoon anders dan die mensen die dat soort driften het eerst aan bod laten komen, waar dan alles ondergeschikt aan is.”

Je hebt onlangs een Gapscene-album uitgebracht dat over seks gaat. Een vreemde onderwerp-keuze voor iemand die daar niet zo sterk mee bezig is.

“Ja wellicht, maar het is natuurlijk wel een heel leuk onderwerp  om over te tekenen. Je kunt met dit thema heel veel kanten in. Het thema past prima binnen het absurdistische kader van de Gapscene. Het is toch bizar, lachwekkend, herkenbaar en confronterend tegelijk als je bedenkt hoezeer mensen tijdens het uitvoeren van erotische handelingen kunnen losgaan. Hoewel de meesten onder ons hiervoor niet graag uitkomen is het gewoon zo dat op dergelijke momenten de oerverlangens weer even vrij spel krijgen. Mensen gaan even weer helemaal los. Hoewel ik onder het begrip seks een breed spectrum aan lusten en belevingen versta (seks is niet alleen maar geslachtsgemeenschap met een andere persoon maar bijvoorbeeld ook een fetisch of het klaarkomen bij opwindende beelden, geuren, geluiden of zo iets dergelijks) staat seks bij mij natuurlijk ook vooral in het teken van genegenheid en voortplanting. Ja, en ach, misschien is het juist het feit dat ik aan deze zaken in dit leven nog niet echte ben toegekomen, de reden dat het schitterend is om over dit aspect van het leven onbevangen te tekenen en te schrijven. Mijn wereld is op dit punt nog heel groot. Dat is dat magische denken weer. “

Geef een reactie