‘Right to Challenge’, uitdaging voor de Tilburgse politiek

Maandagochtend 22 november, in de vergadering van de raadscommissie Bestuur, heeft commissielid Ernst van Welij het voorstel ingebracht om burgers meer middelen en verantwoordelijkheid te geven om zelf actie te kunnen ondernemen, volgens het systeem ‘Right to Challenge’, een concept dat in Engeland en Denemarken reeds met succes is ingevoerd. Ook in Zwolle, Utrecht en Rotterdam wordt ‘Right to Challenge’ inmiddels toegepast.

Dit ‘Right to Challenge’ houdt in dat een groep burgers, of leden van bijvoorbeeld wijk- en dorpsraden, verenigingen of vrijwilligersorganisaties, die menen een publieke dienst zelf beter te kunnen organiseren, het recht heeft om de gemeente ‘uit te dagen’. Wanneer aan bepaalde voorwaarden is voldaan, moet de gemeente de betreffende dienst (opnieuw) aanbesteden en burgers in de gelegenheid stellen zelf een offerte uit te brengen. Blijken welzijn, financiering en dergelijke daarin inderdaad te zijn geborgd en verbeterd, dan moet de dienst worden overgedragen. Zo kunnen kleine, compacte diensten als buurtonderhoud, groenbeheer en wijkwerk, waarvan inwoners denken dat deze efficiënter en effectiever kunnen worden geregeld, door burgers zélf worden overgenomen.

“Termen en kreten als meedoen, eigen initiatief en burgers betrekken stellen niets voor, wanneer burgers niet alleen het vertrouwen, maar ook de middelen en de verantwoordelijkheid krijgen om hun steentje bij te dragen aan de leefbaarheid, het welzijn en de dienstverlening in hun buurt, wijk, dorp of stad.” stelt Ernst van Welij in zijn motivatie.

Raads- en commissieleden van andere partijen reageerden aarzelend op het voorstel. Coalitiegenoten SP, D66 en GroenLinks merkten op dat het om ‘oude wijn in nieuwe zakken’ ging, want het stond al in het coalitie-akkoord dat burgers meer verantwoordelijkheid zouden krijgen, maar waren voorzichtig positief. Ernst van Welij verdedigde zijn voorstel door op te merken dat het inderdaad in het coaltie-akkoord staat, maar niet erg concreet. “Een zin die snakt naar concrete invulling en ik ben zo vrij geweest om daar een invulling bij te vinden.”

Cécile Franssen (VVD) was positief over het voorstel: “De houding van het stadhuis is dat we niet goed durven om mensen aan zet te laten komen. De VVD is voor een kleine overheid en een mondige stad, dat lijkt me hierbij een mooi einddoel.” En ook Auke Blaauwbroek (PvdA) zag wel wat in het voorstel, maar vroeg zich wel af op welke terreinen dit toe te passen is en ook hoe je er als overheid voor zorgt dat zaken dan ook goed gaan. Ernst van Welij bracht het voorbeeld van enkele plaatsen in Engeland naar voren, waar organisaties en verenigingen die mee willen dingen aan heel wat criteria moeten voldoen om ervoor te zorgen dat diensten inderdaad in betrouwbare handen komen. “Engeland heeft een hele lijst met criteria waar een organisatie aan moet voldoen, die lijst wil ik wel lenen van onze Engelse collega’s. Mensen willen als gesprekspartner erkend worden. In Engeland worden bijvoorbeeld bibliotheken overgelaten aan burgers, of een kinderdagverblijf. Dat gaat nu misschien wat ver, dat is meer iets voor de toekomst.”

Loes Dielissen (TVP) zag het voorstel niet zo zitten: “We moeten ook niet teveel overlaten aan de markt en de regie verliezen. Op de Korvelseweg heeft iedereen een bezem gekregen om de stoep te vegen en de straat ziet er beter uit. Zouden we overal moeten doen.”Wethouder Hans Kokke zegde toe het idee wel te willen onderzoeken, maar dat hij dat niet voor 1 april 2015 kon, zoals in het voorstel staat. Ernst van Welij besloot toch maar om zijn voorstel weer mee terug te nemen naar zijn CDA-collega’s.

Meer dan 1.500 praktijkvoorbeelden van ‘Right to Challenge’zijn te vinden op de Engelse website mycommunityrights.org.uk/case-studies

Geef een reactie