Rust in het hoofd, mindfulness

mindfulnessAan de telefoon met de psychologe, schrijfster en ´ontdekker´ van ´Mindfulness voor volwassenen met autisme´, gingen twee gedachten door me heen: ach wat heerlijk, de vertrouwde stem die ik sinds pakweg een jaar regelmatig door mijn koptelefoon hoor. En: eindelijk zegt die stem iets anders en dwaalt toch niet af. Een interview met Annelies Spek over haar succesvolle boek, cursus en hoe het allemaal ‘goed’ is…

Voorafgaand aan het interview liep mijn hoofd om van de hoe’s, wat’s en waar’s van ons gesprek. Zou ik haar ‘face-to-face’ treffen in Eindhoven (dictafoon, zijn de batterijen nog niet leeg?) Of moest het telefonisch en hoe registreerde ik dat dan? Etcetera. Kortom, ik maakte me zo druk dat ik eigenlijk weer even mijn MP3-speler aan moest zetten voor een portie rust en vrede. Want sinds ongeveer een jaar, toen ik er via GGZ Breburg mee kennis maakte, ben ik zowat verslaafd aan ‘Mindfulness voor volwassenen met autisme.’ Een boek, cursus en serie audio-opnames met oefeningen, ontdekt en geschreven door dr. Annelies Spek, werkzaam bij GGZ Eindhoven. Spek ontdekte Mindfulness een paar jaar geleden. “Toen ik in mijn omgeving vrienden en kennissen erover hoorde. Ik hoorde dat het ze ‘rust in het hoofd’ gaf. Dat gaf mij vervolgens de gedachte dat mensen met autisme daar wel eens veel baat bij zouden kunnen hebben. Ik ben toen Mindfulness, wat een vorm van meditatie is die pakweg tien jaar geleden naar Nederland overwaaide, gaan doen. Toen hebben we het oefening-programma herschreven en nog eens herschreven na tests op een groep mensen met autisme. Het specifieker gemaakt voor de doelgroep. Het uitgeprobeerd. Het weer herschreven enzovoort. Na op die manier de tekst zo goed mogelijk aan te laten sluiten op de belevingswereld van volwassenen met autisme, heb ik het boek vervolgens geschreven en zo is het balletje gaan rollen.”

Mindfulness geeft, volgens Spek, mensen met autisme: “meer rust in het hoofd, ontspanning. Maar ook is het een manier om in slaap te komen, gedachten los te laten en beter je grenzen aan te kunnen houden.” De door haar geschreven methode is dan ook anders dan de reguliere Mindfulness: “Die is vager en minder letterlijk – iets waar veel mensen met autisme moeite mee hebben. Aan het einde van een van de oefeningen zegt de sessie-leider daar bijvoorbeeld: ‘En nu kom je terug de ruimte in’. Dat hebben we voor onze cursus herschreven, want mensen met autisme hebben dan vaak zoiets van: hoezo, ben ik dan weg geweest? Bovendien is er bij het reguliere training heel weinig theorie en kader. Dat valt niet zo goed bij onze doelgroep, die toch een beetje context en kader-uitleg nodig heeft.”

De audio-tapes met de oefeningen, die, beveiligd door een wachtwoord dat alleen cursisten verteld wordt, via het Internet te downloaden zijn op bijvoorbeeld computer en in mijn geval MP-3 speler, begeleiden de beoefenaars tijdens en na de cursus door de verschillende meditaties. Al vanaf het begin van de cursus viel me vooral op dat de ontspanning die bijvoorbeeld de bodyscan me bracht blijkbaar niet de bedoeling was. Het doel van Mindfulness, het woord zegt het al, is namelijk om de aandacht te oefenen. Om, als je bijvoorbeeld spanningshoofdpijn hebt, jezelf zo ver te krijgen dat je aandacht op iets anders richt en te leren hoe die concentratie vast te houden. In mijn gedachten werd er daardoor tegen mij gezegd dat ik het verkeerd deed als ik de oefening deed om mijn hoofd leeg te maken, mezelf te ontstressen. Maar als ik Spek mijn associatie vertelt, is ze heel beslist: “Dat zeggen wij nooit! Niet ‘dit mag niet’ in elk geval. In de reguliere mindfulness-sessies mag het letterlijk niet: een doel hebben met het mediteren. Niet naar een doel streven is daar het devies. Maar mensen met autisme maak je daarmee niet blij in het algemeen. In onze uitgeschreven en opgenomen teksten vind je vaak ook bijvoorbeeld zinnetjes terug als: ‘en als je niks voelt, is dat ook goed’ of: ‘als je gedachten afdwalen, is dat ook goed. Het is normaal dat gedachten afdwalen.’ Mensen met autisme zijn vaak nogal streng voor zichzelf, zijn snel afgeleid en voelen zich daar bijvoorbeeld schuldig over of zitten in hun piepzak dat ze het (weer) niet goed hebben gedaan. Dus dat is de reden dat wij zinnetjes als ‘dat is ook goed’ als een soort van geruststelling terug laten keren.”

Nu ik de cursus doorlopen heb, organiseert GGZ-Breburg om de zo veel tijd terugkom-bijeenkomsten, waar ons gevraagd wordt naar onze ervaringen met de oefeningen èn worden wij, vooral aan het eind, steeds weer aangespoord om regelmatig en liefst op vaste tijden te ‘mindfullen’. Iets wat niet erg bij mij past, omdat ik meestal pas ga mediteren als het water me aan de lippen staat. Maar, zoals bijna alles in cursus en boek (en misschien ook wel leven), is daar ook over nagedacht. Spek: “Dat wordt in de cursus gezegd om de mensen te stimuleren om toch vooral de technieken goed te leren kennen en uiteindelijk te ontdekken welke van de oefeningen het beste bij je past. En als het er eenmaal goed in zit bij je, dan kun je zelf gaan bepalen wanneer je het doet. Bijvoorbeeld soms, na een stressvolle dag. Het is wat mij betreft ook geen religie of een moeten, als eten en slapen, maar een hulpmiddel, een techniek om meer rust te vinden. Ik gebruik het zelf meer als een ‘deel-manier’ en doe dan bijvoorbeeld ’s nachts als ik niet kan slapen de ‘vijf-minuten-oefening’ of soms de ‘ademhalingsoefening’.

Wat haar ’s nachts wakker houdt, zou misschien wel haar nieuwe boek kunnen zijn: Volwassenen met autisme’, dat de nieuwste inzichten over het onderwerp op een rijtje probeert te zetten en dat over een paar maanden in de schappen ligt. Tot die tijd nog even door met ‘Mindfulness voor volwassenen met autisme.’ Ik krijg al zin om: “… je armen naast je lichaam te leggen en je ogen te sluiten, àls je dat prettig vindt, enzovoort….”

 

Geef een reactie