In 1988 is aan de dertien VN-vredesmachten die in de periode van 1948 tot 1988 een vredesoperatie uitvoerden, de Nobelprijs voor de Vrede toegekend. Binnen deze periode heeft Nederland aan acht van deze VN-Vredesmissies deelgenomen, waaronder aan UNIFIL, de missie die van 1979 tot 1986 plaatsvond in Libanon. In 2015 heeft de minister van Defensie besloten om een draaginsigne ‘Nobelprijs VN militairen’ beschikbaar te stellen voor Nederlandse militairen die hebben deelgenomen aan VN-vredesmissies tot 1988.
In de jaren tot 1988 heeft Nederland deelgenomen aan acht van die VN-vredesmissies: Libanon (UNOGIL en UNIFIL), Egypte (UNEF-1), Westelijk Nieuw-Guinea/West-Irian (UNTEA), Congo (UNOC), Yemen (UNYOM), India/Pakistan (UNIPOM) en Syrië/Jordanië, Israël/Palestina, Syrië, Jordanië, Egypte, Libanon (UNTSO). Als erkenning voor de ruim 9.000 Nederlandse veteranen van die acht vredesmachten heeft de minister van Defensie onlangs besloten een draaginsigne in te stellen voor de veteranen die aan deze missie hebben bijgedragen en hun nabestaanden.
Op vrijdag 7 april 2017 werden de draaginsignes uitgereikt aan Tilburgse veteranen, door burgemeester Peter Noordanus en de Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht Van Griensven. Deze officiele uitreiking werd georganiseerd door de Gemeente Tilburg, het Veteraneninstituut en de Stichting Veteranen Hart van Brabant.
Burgemeester Peter Noordanus stond in zijn toespraak stil bij de grote impact een VN-missie heeft op het leven van jonge mensen. “De ervaring om tussen de strijdende partijen te staan, neem je je hele leven mee.”
Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht Van Griensven bracht in herinnering dat de wereld er anders uitzag dan nu. “De krijgsmacht was gericht op het afschrikken van de Russen en vredesmissie waren er nog nauwelijks. Ouders van toen dienstplichtige militairen waren tegen de uitzending naar Libanon en daarom wilde de overheid de mensen gerust stellen. Er werden films gemaakt van militairen die op het strand zaten, alsof zij op vakantie waren. Maar niks was minder waar. De werkelijkheid was geheel anders. Het leven in Libanon was primitief, contact met familie en vrienden bestond alleen af en toe per brief, en de dreigende oorlog met schietpartijen beheerste het bestaan. Er waren gijzelingen, bommen en mijnen, terwijl de VN-militairen niks terug mochten doen, zij stonden machteloos en werkten dag en nacht.”
Eenmaal weer thuis was er onder de Nederlandse bevolking geen begrip voor de ervaringen van deze jonge mensen. “Je hebt een mooie vakantie gehad, bent lekker bruin geworden en nu weer aan het werk.” was wat deze veteranen te horen kregen. Er was geen erkenning, geen luisterend oor.
De erkenning die sprak uit de uitgereikte Nobelprijs voor de Vrede van 1988 werd niet omgezet in iets zichtbaars. Pas in 2015 erkende de Nederlandse regering de belangrijke bijdrage die de veteranen geleverd hebben.
“Beter laat dan nooit en ere wie ere toekomt.” besloot Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht Van Griensven, waarna de draaginsignes en bijbehorende oorkondes één voor één aan de veteranen werden uitgereikt.
Bronnen: Veteraneninstituut | Wikipedia | Stichting Veteranen Hart van Brabant
Recente reacties