20-07-2009 | 1 | adult | foeragerend | Geelpootmeeuw – Larus michahellis | Jaap van der Linden | Stortplaats De Spinder |
Omschrijving
De gele poten van de geelpootmeeuw zijn het beste onderscheidt met de in Nederland veel algemenere zilvermeeuw. Net als de zilvermeeuw heeft ook de volwassen geelpootmeeuw een lichtegrijze rug en een witte kop, borst en onderzijde. In de vlucht is te zien dat de vleugels van de geelpootmeeuw langer zijn, en meer zwart rond de punten hebben dan de vleugels van de zilvermeeuw. Het mannetje is van het vrouwtje te onderscheiden door de iets langere staart van de eerste. Onvolwassen vogels hebben een grijsbruine rug, en een verenkleed dat grotendeels bezet is met donkere vlekken. De vlekken verdwijnen slechts langzaam, zodat de vogel pas na vier jaar het volwassen verenkleed draagt.
De geelpootmeeuw is sterker dan de zilvermeeuw gebonden aan de kust. Het broedgebied bevindt zich voornamelijk rondom de Middellandse-Zee, maar de vogels laten zich voornamelijk in de winter geregeld in West-Europa zien.
Kenmerken
De kop en onderzijde zijn wit van kleur | |
De bovenzijde is lichtgrijs | |
De poten zijn heldergeel | |
De vleugelpunten zijn zwart van kleur | |
Laat in de zomer en in de herfst is de kop getekend met lichtgrijze strepen | |
De snavel is geel met een rode vlek bij het uiteinde | |
Onvolwassen vogels hebben een zwarte of donkere snavel | |
De rug van onvolwassen vogels is grijsbruin | |
Bij onvolwassen vogels eindigt de staart in een donkere band |