Net als de afgelopen zeven jaar is de start van de astronomische lente dit jaar ook op 20 maart, en deze begint over een paar uur om 22.58 uur. En dat is eigenlijk de juiste datum in maart en niet de 21e zoals velen geleerd hebben. In 2011 was dit wel het geval en hoe gek het ook klinkt, dat was uniek.
Het was namelijk de tweede keer in deze eeuw dat de lente op die datum begon en meteen ook de laatste. We moeten nu helemaal wachten tot het jaar 2102 (!) als dit seizoen pas weer op de 21e begint.
Het was vandaag maar een sombere start van de lente. De loop naar de verkiezingen van de Provinciale Staten en Waterschappen was vaak onder een bewolkte hemel waar rond het middaguur nog wat lichte regen uitviel. Maar met 13 graden was het wel zacht.
Vorig jaar was het winters. In de ochtenduren lag er op veel plaatsen een dun laagje sneeuw, nadat de temperaturen op enkele plaatsen al flink onderuit waren gegaan. In het oosten van het land werd het in Twenthe en Arcen respectievelijk -5,5°C en -5,0°C.
In Brabant waren Gilze-Rijen en Eindhoven het koudst met ieder -4,4°C. Nadat de ochtend nog met bewolking begon werd het daarna een stralende ‘lentedag’ met maximaal 9 graden.
Twee jaar geleden hadden we een sombere start van de lente. De gehele dag viel er motregen en daarbij was het zo’n 11 graden en de zon zagen we niet. In 2016 was het een fris begin van het lenteseizoen. Er verschenen in de ochtend opklaringen die de temperatuur in Berkel-Enschot deed oplopen naar 10 graden rond het middaguur. Helaas nam de bewolking in de middag steeds meer toe gevolgd door wat druppels en motregen in de avond. Het kwik zakte vervolgens terug naar 8 tot 9 graden. In 2015 hadden we een valse start van de lente. De dag begon al mistig en nevelig die ook nog eens de gehele dag bleef hangen. Hierdoor konden we geen glimp opvangen van de gedeeltelijke zonsverduistering die in de ochtend plaatsvond. De mist maakte het koud, want op deze eerste lentedag werd het maximaal 5,4°C in Berkel-Enschot en in het Limburgse Arcen werd het niet warmer dan 4,4°C. Toen vervolgens de astronomische lente om 23.45 uur begon passeerde een uur later een regengebied onze regio.
Wat een contrast met vijf jaar geleden die op 20 maart 2014 fantastisch verliep met volop zon en temperaturen die naar de 22 tot 23 graden gingen. Een heerlijk warm begin van de astronomische lente. Maar dat was in 2013 wel anders toen het gewoon winterweer was. Er viel van tijd tot tijd sneeuw en warmer dan 2,0°C werd het niet. De dagen erna werd het kouder en kouder. Tot en met het einde van de maand ging het elke nacht vriezen en overdag was het een graad of 5. Maar door de stevige wind lag de gevoelstemperatuur ver onder het vriespunt. Er werden zelfs waarden gemeten van -10 tot -12 graden in de ochtend. Ongelooflijk!
In de jaren ervoor begonnen zowel 2011 als 2012 prachtig. De zon scheen volop en deze liet de temperatuur in 2012 naar de 15 graden gaan en in het jaar daarvoor was het nog een graadje warmer. De start was wel koud met in 2012 vorst aan de grond. In 2011 was het nog kouder waar in Twenthe op 21 maart, toen op deze dag de lente begon, net geen matige vorst werd waargenomen en op een kwikstand van -5,0°C bleef steken; aan de grond vroor het zelfs een graad of 8. In 2010 werd de lente ingeluid met regen- en onweersbuien. Dat hadden we vooral te danken aan de hoge temperatuur op die dag: op 20 maart werd het namelijk 18 graden in Berkel-Enschot.
De lente van dit jaar zal overigens eindigen op 21 juni om 17.54 uur, want dan begint de astronomische zomer. De lente volgens sterrenkundigen begint pas als de zon loodrecht boven de evenaar staat. Voor deze eeuw gebeurde het op de ‘normale’ datum van 21 maart slechts twee keer: namelijk in 2007 en in 2011. Na deze datum kunnen we dus pas in het jaar 2102 de start van de lente op de 21e verwelkomen. Dat betekent dat de lente de komende jaren vrijwel altijd op 20 maart zal aanvangen en in 2048 begint deze zelfs al een dag eerder op de 19e.
Sterrenkundigen rekenen in tropische jaren. Dat staat voor de tijd die verloopt tussen twee opeenvolgende zogenaamde equinoxen (begindatum van de lente of begindatum van de herfst). De lengte van een tropisch jaar is om precies te zijn 365 dagen, 5 uur en 49 minuten. Daardoor valt bijvoorbeeld de astronomische lente jaar na een jaar bijna zes uur later. In 2015 begon de lente om 23.45 uur en dan zou je denken dat zes uur later het in 2016 de dag van 21 maart zou moeten zijn. Maar in dat jaar was 20 maart echter de opening van het lenteseizoen enwel om 05.30 uur. Dat kwam omdat we in dat jaar een schrikkeldag hadden en dan zal de lente een sprong naar achteren maken van één dag. En datzelfde gaat volgend jaar weer gebeuren, want dan begint deze op de 20e om 04.49 uur. Aangezien vier tropische jaren iets korter duren dan vier jaren van 365,25 dagen zal na iedere vier jaar de lente tevens zo’n drie kwartier vroeger beginnen.
Dag en nacht duren bij het begin van de lente overal op de wereld even lang en dat betekent dat de zon dan precies boven de evenaar staat. Vandaar ook dat de astronomische lente tussen 19 en 23 maart kan beginnen, maar niet exact. In ons land duurt de dag waarop de lente begint alweer ongeveer 10 minuten langer dan de nacht. Verschillen die het gevolg zijn van het feit dat de tijdstippen van opkomst en ondergang van de zon betrekking hebben op de bovenrand van de zon. Bovendien is de zon door breking van stralen in de atmosfeer nog kort zichtbaar terwijl zij in werkelijkheid al onder is.
De seizoensindeling is gebaseerd op de positie van de aarde ten opzichte van de zon. De seizoensverschillen vinden hun oorzaak in de schuine stand van de as waar de aarde om draait. Hierdoor komt de zon op het noordelijk halfrond (waar ook Nederland ligt) in de zomer hoger boven de horizon dan in de winter en schijnt daardoor in de zomer langer dan in de winter.
Als de luchttemperatuur direct en alleen op de zon zou reageren dan zou 21 juni, de langste dag van het jaar, ook de warmste dag moeten zijn en precies midden in de zomer moeten vallen. In werkelijkheid loopt de temperatuur langzamer op vooral onder invloed van oceanen en zeeën. De opwarming van zeewater door de zon gaat langzamer dan de opwarming van landoppervlak. Onder invloed van het nog koude water van de Noordzee begint aan de Nederlandse kust het warmere seizoen later dan in het binnenland. Als we de seizoensindeling volledig zouden laten afhangen van de gemiddelde temperatuur op verschillende plaatsen in het land, kunnen we uitrekenen dat de lente in Zuid-Limburg gemiddeld eigenlijk al op 9 maart begint en op Terschelling pas op 23 maart.
Om praktische redenen en volgens internationale afspraak gebruiken weerkundigen voor het berekenen van klimatologische gemiddelden een andere seizoensindeling en worden steeds drie opeenvolgende kalendermaanden als één seizoen beschouwt. Volgens de klimatologische indeling is de lente dus al begonnen op 1 maart en duurt dit seizoen tot en met 31 mei.
Jean-Paul Korst
Weerstation Berkel-Enschot
20 maart 2019