Een aantal boerinnen op een rijtje aan een Brabantse Koffietafel. 28 oktober 1930 in Tilburg. Het betreft hier een studiedag voor de leidsters van de boerinnenbonden op initiatief en uitnodiging van de Noord-Brabantse christelijke Boerenbond.
De boerinnen dragen allemaal een poffer op het hoofd,een kenmerkend onderdeel van de Noord-Brabantse klederdracht vooral rond Oost-Brabant, ”s-Hertogenbosch en Tilburg. Het is een hoefijzervormige kunstbloemenkrans met linten die afhangen op de rug. Onder de poffer werd een witte muts en een zwarte ondermuts gedragen. Het dragen van zo’n poffer was alleen weggelegd voor de rijkere boerenfamilies aangezien de poffer en muts nogal kostbaar waren. In 1910 kostte een muts 75 gulden en een poffer 25 gulden, toendertijd erg veel geld, vergelijkbaar met € 1.372 euro nu.
In Sint Oedenrode is er een special museum met een grote collectie Brabantse Mutsen en Poffers.
Op Facebook weet Tjeu Cleutjens te melden: “De vierde vrouw vanaf rechts is mijn opoe ! De moeder van mijn moeder. Haar naam: Dien Verstappen-Engels, geboren op 2 september 1872, overleden 14 april 1958. Zij woonde in Neerkant, gemeente Deurne. Deze boerinnen kwamen allemaal uit de Peel ! Dat mijn opoe nog op facebook mag komen in 2023 !“