FNV: “Nederland heeft een forse loonsverhoging nodig”

Nederlands grootste vakbond de FNV vindt dat het tijd wordt voor een echte opwaardering van de Nederlandse arbeidsmarkt en zet daarom in op een looneis van minimaal 3,5 procent voor het komend cao-seizoen 2018.

Met deze looneis stelt FNV dat het belangrijk is dat iedereen meeprofiteert van de economische groei. Mensen die weinig verdienen kunnen er zelfs tot 5 procent op vooruitgaan, doordat FNV tevens de eis stelt dat iedereen minimaal 1000 euro erbij moet krijgen per jaar. Daarmee wordt de scheve verhouding tussen lager en hoger betaalden recht getrokken. Volgens FNV-arbeidsvoorwaardencoördinator Zakaria Boufangacha: “Het is tijd voor echte waardering, er moet nu echt meer geïnvesteerd worden in werkenden. Het gaat economisch goed en de overgrote meerderheid van de bedrijven verdient goed geld, dat echter steeds minder terecht komt bij de mensen. Wij willen daarom een inhaalslag maken, zodat werkenden eerlijker meeprofiteren.”

“De Nederlandse arbeidsmarkt is in een race naar beneden beland. De concurrentie op de prijs voor arbeid is enorm en werkenden betalen de rekening. De lonen blijven achter bij de economische groei, terwijl bedrijfswinsten stijgen. Dat komt onder andere doordat werkgevers massaal kiezen voor flexers en zelfstandigen die vaak flink goedkoper zijn dan vaste werknemers. Werk wordt opgeknipt in kleine (oproep)banen waar nauwelijks een fatsoenlijk bestaan mee kan worden opgebouwd. Steeds meer werkenden moeten fulltime beschikbaar zijn zonder te weten wanneer en hoelang ze moeten werken. Het aantal mensen dat werkt op het minimumloon is fors toegenomen. Jongeren komen lastig aan een echte baan, terwijl ouderen op hun knieën de eindstreep moeten halen die steeds verder weg komt te liggen.”

Daarom heeft FNV drie speerpunten in haar arbeidsvoorwaardenbeleid van komend jaar: meer loon, meer echte banen en een eerlijke verdeling van werk. De doorgeslagen flexibilisering moet stoppen. FNV wil dat het gedrag van werkgevers, die kiezen voor goedkope arbeid waarbij de risico’s volledig bij de werkenden komen te liggen, verandert.

Zakaria Boufangacha: “We willen dat de arbeidskosten voor mensen met onzeker werk duurder worden. Alleen dán krijg je een goede afweging: vast voor structureel werk, flex voor piek en ziek, zzp voor zeer specifiek tijdelijk werk.”

FNV wil dat de cao de standaard is voor alle werknemers die in een organisatie werken en dat werkgevers investeren in mensen, ongeacht hun contractvorm. “FNV wil de trend keren. Het verdienmodel op arbeid moet stoppen. Als het werk structureel is moet een vaste baan volgen. Mensen hebben recht op zekerheid en een toekomstperspectief. Dat hoort in een menswaardige maatschappij en is goed voor de economie.”

 

Derde belangrijke punt voor FNV is het herverdelen van werk tussen generaties. Hiermee krijgen jongeren een echte baan, doordat ouderen minder kunnen werken. Afgelopen jaar zijn hierover goede afspraken gemaakt onder andere in de metaalsector, bij Tata Steel, in ziekenhuizen en bij gemeenten.

Boufangacha: “Het generatiepact gaan we doorzetten, het is echt een win-win afspraak voor ouder en jonger. Het is een goede manier voor ouderen om gezond de eindstreep te halen, zeker nu iedereen langer moet werken. En voor jongeren maken we goede afspraken over fatsoenlijke banen.”

Het FNV-ledenparlement heeft het concept arbeidsvoorwaardenbeleid vorige maand al goedgekeurd. In november 2017 wordt het arbeidsvoorwaardenbeleid definitief vastgesteld. Het nieuwe cao-seizoen gaat op 1 december 2017 van start.

Geef een reactie