Het is bijna een traditie, in de zomervakantie een fototentoonstelling in de concertzaal.
Na de kermis in 2006, de -revolutie-jaren zestig in 2007 en de doodse jaren 80 in 2008 is het nu de beurt aan de vergeten decade in de reeks, de jaren Zeventig. Het mooie aan de reeks foto-tentoonstellingen is de prachtige aankleding, de schitterende kwaliteit van het fotowerk (vaak met nieuwe technieken werden de negatieven afgedrukt) en de historische werking, waarbij de krantenpagina’s als een soort anker fungeren.
Het voelt als een bioscoop-zit waarbij een film voorbij is gegleden, en wel een film waarbij je zelf de editor bent, die zelf bepaalt wat de importantie is van de getoonde beelden.
Wat vooral mooi zichtbaar is in de reeksen, is de (textiel en werkgelegenheid) teloorgang van de stad. Werden de dramatische gebeurtenissen in de jaren 60 grotendeels nog teniet gedaan door de ontwikkelingen in de samenleving, en dat is nog een trend die zich doorzet in de jaren 70 tentoonstelling.
In de jaren 80 slaat die realiteit keihard de stad toe Zoals de tentoonstelling laat zien is er sprake van een uitermate desolaat beeld, nauwelijks cultuur, met misschien als hoogtepunt een signeersessie van Maarten het Hart in 1982 bij Gianotten.
De jaren 70 zit in die tussenfase, en kenmerkt zich door 2 uitermate verschillende burgemeesters.
Cees Becht van 1970 tot en met 1975 die, wat duidelijk wordt, nogal wat probeert om Tilburg weer op de landkaart te zetten en de trots van de stad probeert aan te wakkeren, Tilburg Totaal in 1973 met onder andere het bezoek van het 25 jarige regeringsjubileum van Juliana is daar een mooi voorbeeld van. Ook de ontwikkeling van Ijshockey kan hier worden genoemd. En de andere, introverte, rustige burgemeester Letschert die de stad vanaf 1975 bestuurt. De laatste heeft het voetbal-tij mee. Willem II promoveert naar de ere-divisie, en dat is een belangrijke ontwikkeling in het zelfbewustzijn van de stad.
Wat valt er nu op als de jaren laat passeren, het ontbreken van regeringsbeleid, dat vooral. Er is geen enkele aanwijzing dat Joop den Uyl de minister-president is (doelbewust?) en aan het eind van de jaren 70 wordt een echte brabander premier: Dries van Agt, een fan ook van de wielersport die dan ook nationaal gezien, hoogtij viert.
Maar waarmee gaat Becht onderuit. Becht sloopt veel, en een hoop waarschijnlijk heel terecht, maar er zijn twee zeer belangrijke gebouwen die nooit gesloopt hadden mogen worden. Allereerst het historische stadhuis naar een ontwerp van Henri van Tulder uit 1847. In 1971. En ten tweede, de kerk van de Noordhoek, de grootste kerk van Tilburg en het mooiste ontwerp van architect Cuijpers. (bovendien viel de sloop van de kerk in een reeks- Besterdse Kerk- Sint Anna Kerk, Broekhovense Kerk). De sloop van de Noordhoek-kerk maakt de gemoederen behoorlijk los. Alsof men eensklaps realiseerde dat het rijke roomse leven en de textielindustrie voorgoed hun uittreden hadden gedaan uit het Tilburgse leven. Alsof er een periode afgesloten was.
Misschien had die sloop van die Noordhoekkerk ook wel een goede kant. Heeft de sloop het besef losgemaakt dat slopen niet altijd de goede weg is. Want daarna is er geen historische kerk meer gesloopt. Behalve het Pieter Vreede-complex op de plek van het St Elisabethziekenhuis. En totdat er een burgemeester was die meende dat een 1000 jarige Linde hier niet meer in de stad hoorde. En er was ook eens een zilveresdoorn op een vijfsprong. Maar dat is een compleet ander verhaal…
1 reactie
Voeg die van jou toe →