‘In de naam van de vader en de geilige geest.’
Of het een bewuste verspreking was van de deken die voorging in de radiokerkdienst dit weekeinde? Waarschijnlijk niet, sommige mensen kunnen gewoon die Hoog-Nederlandse ‘H’ niet uitspreken.
Het was een uitzending op de Vlaamse Radio 1 en in het bisdom Brugge zijn natuurlijk de afgelopen twee weken weer wel drie pastoors tegen de lamp gelopen. Van die mannen die naar eigen inzicht de zegen van hun eigen jonge Heer hebben gebracht bij kleine jongens. Dus dat ‘geil had best kunnen kloppen, bedacht ik net voor ik de radio uitzette.
Hoe vreemd werkt echter mijn menselijk brein.
Immers, bij de woorden ‘geilige geest’ moest ik ineens zo maar aan Diederik Stapel denken. Niet dat ik in hem een vunzige katholieke priester zie die bij alle wandaden vertrouwt op de genade van de Vader, maar toch. Geil is Diederik natuurlijk wel. Op publiciteit.
De gevallen Tilburgse professor kan zeker geen valse bescheidenheid worden verweten als je hoort hoe deze hooggeleerde geest zich de laatste tijd vol overgave in horecagelegenheden laat bewonderden door jonge studenten. Ze hangen aan zijn lippen, als waren het misdienaartjes van het bisdom Brugge die bijbel les krijgen op weg naar hun eerste communie.
Eigenlijk is het bespottelijk dat Stapel telkens weer een podium krijgt. Zoals laatst op Fontys. De grote geest die hem daar aan het werk wilde hebben moet zich toch minimaal hebben afgevraagd of Diederik alle studenten die vanwege zijn gepruts met extra studieschulden zitten opgescheept al heeft vergoed.
De affaire Stapel is op de UvT nog steeds een open wond, merkte ik vorige week in een gesprek. Een wond, die slechts langzaam heelt. Vooral het feit dat hij puur uit winstbejag jonge mensen in de vernieling heeft geholpen, telt zwaar bij collega’s die wel serieus onderzoek verrichten.
Net nadat zijn fraude met vet betaalde researchprojecten naar buiten kwam, heb ik talloze malen, vertrouwelijk, met Stapel gesproken en gemaild. Naïef van mij, want natuurlijk moet je met een notoir manipulatief persoon geen vertrouwelijke gesprekken aangaan. Hoe fout die inschatting was bleek al snel. Op het moment dat Stapel aan ons zonovergoten tafeltje bij De Spaarbank bij mij krokodillentranen huilde, smeekte om een tweede kans, had hij al een lucratieve deal gesloten met een Amerikaanse journalist die mee op rondreis mocht, onder meer naar de geschrokken ouders Stapel. Hoezo andere vertrouwelijke afspraken? Ik hou me daar nog steeds aan, al was het maar omdat de onzin van Stapel geen verdere verspreiding behoeft.
Stapel beschikt over een briljante creatieve geest, zeg ik echter schrijver (en tegenwoordig collega van de ‘nieuwe’ Stapel) Anton Dautzenberg dan weer wel na. Veel andere beroemde oplichters zijn trouwens even vindingrijk in het bedriegen van goedgelovigen. Ze krijgen daarna zelden een educatieve baan bij de politie of als controleur in de Raad van Toezicht van de Amro bank. Stom misschien, wellicht had Fontys juist wel een hoger doel in gedachten toen ze Stapel aannamen. De briljante fraudeur als inspirator voor de pompeuze fantasiewereld van de creatieve industrie? Net als Anton kan inderdaad ook Diederik goed overweg met woorden. Maar laat de ‘geilige geest’ verhoeden dat de Stapelnormen en -waarden neerdalen in de zieltjes van Tilburgse studenten, of die nu aan de universiteit , ROC of bij Fontys zitten.
Ik zie liever dat Diederik Stapel voortaan vegetarische hamburgers van de Ekoplaza inpakt, onderwijl de hele dag het mantra uitsprekend ‘van vlees eten wordt een mens agressief.’ Een bevinding uit zijn eigen onderzoek. Of laat hem anders rustig in een klooster een roman gaan zitten schrijven. Hoewel zijn eerste boek over de megafraude weinig is verkocht, was het best een leuke tranentrekker over een zielige man die viel voor het grote geld en eeuwige zelfverzonnen roem.