Marieke Vromans maakt Stadsgedicht XV

Stadsdichter Anton Dautzenberg heeft Marieke Vromans gevraagd voor Stadsgedicht XV.  De Tilburgse kunstenares maakte een speelse installatie op basis van stadsgedicht XV. Marieke legt uit: “Het werk is mijn vertaling van poëzie naar een ruimtelijke installatie. Ik ben gewend te werken vanuit een doel voor de openbare ruimte. Dat heb ik dit keer bewust losgelaten.”

Marieke Vromans is opgeleid als landschapsarchitect en grafisch ontwerper. Ze koppelt beeldende kunst aan het ontwerpen van de openbare ruimte. Ze werkt vanuit de overtuiging dat een prikkelende, betekenisvolle leefomgeving een betrokken samenleving creëert en dat kleine impulsen een groot verschil kunnen maken. Marieke:  “Een grijze uniforme stad stompt me af. Ik wil wonen in een stad die me vrolijk maakt. Een stad die me uitnodigt om anders te kijken, ontvankelijk en nieuwsgierig te zijn.” Een video-impressie van het kunstwerk is hier te bekijken.

21 juni 2019: De onthulling van De Rits, het nieuwe kunstwerk van Marieke Vromans, hoorde bij de opening. Foto: John Geerts

Vromans maakte onder meer de Rits in het Spoorpark en Goej Aord (met de ‘haverhalm’) in de buurttuin aan de Burgemeester Brokxlaan. Ook bij de adaptatie van het stadsgedicht vormen speelsheid en beweging de grondtonen van het werk. Het resultaat is zowel een machine als een instrument.

Vromans: “De stad heeft verschillende snelheden, die vormen chaos én orde. Met de installatie heb ik de waaier van ritmes willen vieren, de variatie is eindeloos – samen vormen ze de stad.”

De installatie voor stadsgedicht XV hangt in een vierkant frame met een omvang van ongeveer acht vierkante meter. Aan een horizontale as zijn omgekeerde witte T’s bevestigd die kunnen slingeren, bespeeld worden.

De achterkant van de T’s hebben verschillende kleuren die ervoor zorgen dat er een subtiele weerkaatsing van kleur te zien is.

“Dit effect versterkt de variaties en daarmee de betekenissen. Omgedraaide T’s in een ritme op papier, honderdtwintig stuks in totaal. Dat was mijn vertrekpunt. Deze installatie bevat ‘slechts’ de titel van het gedicht. Alle honderdtwintig letters moet een prachtig gezicht zijn; dat vraagt om een vervolg.”

 

Geef een reactie