Markt

De columnGisteren was ik voor een afspraak in de nieuwe Markthal in het centrum van Rotterdam. Een architectonisch prachtig, in het oog springend, enorm gebouw waarin winkels en horeca allerhande eetspul verkopen van goede kwaliteit, vaak ambachtelijk geproduceerd, meestal tegen een fikse prijs. In de hoge met foto’s van fruit, groente en granen gedecoreerde kap van de hal zitten prijzige appartementen. “Een kathedraal voor hipsters in de neoliberale tijdgeest, een bedrieglijke yuppenhut” noemden columnisten Zihni Özdil en Arjan van Veelen het ding. Ik snap dat wel. De foodie- en culi-elite van Nederland dweept op dit moment met de Markthal.

Wagyu-rundvlees, dry aged hamburgers, diervriendelijke antibioticavrije Hollandse kip, tapas, mezze, sushi, churros, handgemaakte macarons, biologische Marokkaanse tajines, “badjas veggie food”, “heerlijke en eerlijke” gedroogde paddenstoelen, worsten uit Zuid-Frankrijk, taarten met vanille waarvoor de patissiers speciaal naar Madagascar gaan, friet van aardappels uit de Hoekse Waard, Siciliaanse pasta, biodynamisch fruit uit Afrika, paarse spruiten, nashiperen, Stellendamse garnalen en daslook van een energieneutrale boerencoöperatie uit Goeree-Overflakkee. En biobloemen.

WeekmarktKoningspleinVrijdag-800Voor de een zal dat allemaal erg elitair en overdreven klinken. Dat deed het in elk geval voor Özdil en van Veelen. De ander ziet hier gewoon allerlei lekker, eerlijk en verstandig geproduceerd eten waar vaak een ander prijskaartje aan hangt dan aan spul wat je op de gewone markt koopt. Volgens mij hebben zowel de een als de ander gelijk.

Naast de Markthal is de gewone markt op de Blaak. Ook daar kun je aardappels kopen en spruiten, vlees, olijven, gebak en kaas. Sterker nog: enkele marktkooplieden hebben ook een plek weten te bemachtigen ín de Markthal. Wel gezamenlijk, want de prijs voor een standplaats in die hal ligt nogal wat hoger dan buiten. En nu blijkt dat de prijzen voor een standplaats op de oude buiten markt ook omhoog gaan en dat het aantal meters dat een handelaar ervoor krijgt is gehalveerd. Want de Markthal trekt ook veel extra bezoekers naar de gewone markt en daarvan moet worden geprofiteerd.

Ik ben een foodie. Dat betekent gewoon dat ik erg van eten en koken houd en graag wil weten waar mijn eten vandaan komt en hoe het is geproduceerd. Daarom zou ik ook wel zo’n Markthal in Tilburg willen. Bijvoorbeeld op het Koningsplein waar nu op zaterdag al de markt is. Dat hoeft niet zo aanstellerig als die in Rotterdam. Maar met een overdekte hal zou de zaterdagmarkt naar binnen kunnen, wat zeker in de winter meer bezoekers zal trekken. Met alle populaire kookprogramma’s op tv, alle voedselschandalen en de roep om duurzaam is er een hype rondom eerlijk, ecologisch verstandig, ambachtelijk geproduceerd eten. Vermoedelijk gaat die hype over in een langetermijnvraag naar fatsoenlijk voer. Daar kan aan worden verdiend.

markt zwakEn dus zou ik graag meer stallen willen met in de omgeving van Tilburg geproduceerd spul, het liefst zonder bestrijdingsmiddelen en antibiotica en dat soort rotzooi, diervriendelijk met vrije uitloop, van kringloopbedrijven en zo. Aangevuld natuurlijk met Marokkaans, Turks, Indisch, Antilliaans, Surinaams, Chinees, Japans, Afrikaans en ander exotisch maar allang ingeburgerd eetspul. En als we er dan wat bijzondere horeca bij zouden regelen waar al die verantwoorde producten kunnen worden geproefd, dan zou ik een blije Tilburgse zijn. Op culinair gebied alvast dan.

En de architectuur van zo’n markthal, die hoeft niet zo exorbitant en overdadig als in Rotterdam. Den Haag heeft al decennialang de Markthof: gewoon een overdekte markt met handelaren en eettentjes. Briljant in z’n eenvoud. Okee, van buiten niks bijzonders. Vorig jaar was ik in Zuid-Portugal. Elk dorp, elke stad heeft een markthal met kramen waar de boeren en handelaren uit de buurt hun verse waar verlopen. Elke dag. Vele andere steden in de wereld hebben overdekte markten. Voor foodies, health freaks maar ook voor gewoon verstandig inkopende huishoudens een waar walhalla. Dat kan en moet in Tilburg ook.

meimarkt_koningspleinZo’n Tilburgse markthal mag, nee, móet ook een bijzondere beeldkwaliteit hebben. Daar zitten we in Tilburg met al onze troosteloze blokkendozen echt om te springen. Maar aparte architectuur betekent niet meteen megalomaan en duur. We zijn wel de zesde stad van Nederland, verdorie. Met een boel inwoners die staan te springen om goed voedsel. En een boel boeren en ondernemers die dat graag voor hen maken en aan hen verkopen. Daar zit absoluut een verstandig verdienmodel voor iedereen in.

En je slaat meer vliegen met die klap. Het afgrijselijk doodse Koningsplein krijgt een ziel. Het nogal eenvormige winkelaanbod in de binnenstad krijgt een welkome aanvulling. Als je zo’n markthal slim ontwerpt, creëer je een soort natuurlijke doorloop naar de recent supergezellig verlevendigde Piushaven. De Tilburgse binnenstad breidt zo uit dat ze zowaar ook aantrekkelijk wordt voor niet-Tilburgers (dat moet je dan dus ook wel goed promoten). En extra economische bedrijvigheid creëert extra banen. En het vestigingsklimaat wordt er attractiever van. Op die manier kunnen we onze Tilburgse studenten ook nog na hun afstuderen voor de stad behouden.

Wishful thinking? Dromen? Hee, wie niet droomt, blijft met een banaan aan lianen slingeren. Dromen brengen vooruitgang. En soms een beetje geluk. Ik ga Toine Naber bellen…

veerle slegersVeerle Slegers is internationalist, taaltrainer en vertaler in Portugees, Spaans, Engels en Nederlands met haar eigen bedrijf: Comunicamos. Daarnaast is ze lid van de Provinciale Staten van Brabant en bestuurslid van het Brabants Natuurmuseum. Om de week publiceert zij een column op Tilburgers.

Geef een reactie