De Tilburgse Universiteit publiceert de uitkomst van een aardig onderzoek over colporteurs die de telefoon en/of de deurbel gebruiken. De conclusie is klip en klaar: de meerderheid voelt zich onbeschermd tegen colportage en wil nu eens rust. Een half jaar na instelling van het zogeheten ‘Bel-me-niet-register’ heeft tweederde van de Nederlanders zich ingeschreven. Toch worden zij nog gebeld. Daarnaast lijkt de verkoop aan de deur vaker voor te komen. Slechts dertig procent voelt zich voldoende beschermd tegen deze manier van verkoop.
Een en ander blijkt uit een consumentenonderzoek van het bureau CenterERdata van de Universiteit Tilburg. “De teloorgang van de deurbel als communicatiemedium ligt op de loer, de overheid moet snel gericht optreden tegen agressieve colporteurs”, aldus onderzoekster Jorna Leenheer. CentERdata wilde weten of het betreffende register, eind 2009 gelanceerd, is omarmd door Nederlanders of het werkt en of het heeft geleid tot toename van andere vormen van direct marketing.
Met de toename in colportage en de irritatie hierover is het de hoogste tijd voor de overheid om maatregelen te treffen, vinden de onderzoekers. Dit om te voorkomen dat na de telefoon nu ook de deurbel als communicatiemedium wordt gebruikt. Het mag niet zo zijn dat mensen straks voor niemand meer de deur open doen. “Er moet snel een strenge wet komen tegen een kleine groep colporteurs die het voor de rest verpest”, concluderen de onderzoekers.
