Maandagavond 16 januari 2017 stond de concept-versie van het nieuwe horecabeleid voor Tilburg op de agenda van de raadscommissie Vestigingsklimaat. Concept, want het wordt pas definitief als de gemeenteraad het heeft goedgekeurd, en zover is het nog lang niet. Aan het stuk is anderhalf jaar gewerkt door de gemeente, maar ook door mensen uit de horeca, zoals Dolf Colen van Koninklijke Horeca Nederland.
Deze laatste was bij de vergadering aanwezig als inspreker, evenals Toine van Corven namens restaurant De Burgerij en Frens Frijns, directeur van 013.
Frens Frijns wilde graag meer gelegenheden (‘verlaatjes’ genoemd) om ’s nachts 013 open te houden tot 6.00 uur, omdat 013 veel van haar revenuen binnenhaalt met dance-feesten, die vaak erg laat zijn afgelopen. Het liefst zou hij per jaar acht ‘verlaatjes’ hebben, maar met de nu opgenomen acht ‘zei hij “te kunnen leven”.
Downloads
* Brief De Burgerij over het horeca-beleid → link
* Antwoorden op vragen van GroenLinks en D66 → link
* Antwoorden op vragen van VoorTilburg → link
* Onderzoek Van Spronsen en Partners → link
* Beleidsregels vergunningen terrasregels Dwaalgebied → link
* Aanvullende beleidsregels vergunningen terrasregels Dwaalgebied → link
* Aanvullende beleidsregels exploitatievergunning Dwaalgebied → link
Dolf Colen en Toine van Corven maakten bezwaar tegen de ongelijke toepassing van regels waar zij mee te maken hebben gehad en waar zij opnieuw mee te maken krijgen. Het concept-horecabeleid leest namelijk als een woud van regels, die niet allemaal uitblinken in duidelijkheid en waarop soms wel en soms geen uitzondering of ‘ontheffing’ mogelijk is.
Bijvoorbeeld. Horecazaken die alcohol verkopen, mogen volgens de Drank & Horecawet (landelijke wetgeving) geen spullen verkopen. Ondertussen gaan steeds meer winkels wel beginnen aan het schenken van dranken om het winkelen leuker te maken voor het publiek.
Deze ongelijkheid (‘blurring’ genoemd, of wel: vervaging) is voor horeca-ondernemers erg pijnlijk. Een kapper of boekenwinkel mag wel een glaasje wijn inschenken voor de klanten, maar een café mag geen T-shirts verkopen, of spijkerbroeken. Dit ‘blurring’ is een vorm van gedoogbeleid zolang er geen (landelijke) wetgeving voor is. Dolf Colen had graag gezien dat winkels die drank willen schenken, hiervoor eveneens een vergunning moeten hebben, net zoals horeca-zaken dat moeten.
Terrassen
Het beleid over het houden van terrassen wordt in een apart terrassenbeleid beschreven, want omdat het dan over de openbare weg gaat, is de burgemeester hiervoor verantwoordelijk. Toch staat er wel een omschrijving in het horeca-beleid van wat er onder een ’terras’ wordt verstaan.
“Terrassen zijn te gast in de openbare ruimte. Terrassen zijn open, aantrekkelijk, uitnodigend en toegankelijk. Een terras is een buitenruimte. Gevels blijven in het zicht. Voorzieningen om het comfort te verhogen zijn toegestaan, mits ondergeschikt. Er ontstaan geen ‘buitenkamers’ of ‘hokjes’. Continuïteit in het straatbeeld is het uitgangspunt.”
Hierin wordt echter niet duidelijk wat aantrekkelijk en uitnodigend is, of wanneer verhoging van het comfort ‘ondergeschikt’ is, of wat daarmee wordt bedoeld. Commissielid Bram Thewissen van VoorTilburg drong er dan ook bij de wethouder op aan om deze passage te schrappen, om niet hiermee alvast een voorschot te nemen op het beleid voor terrassen. Hij kreeg hiervoor bijval van PvdA-raadslid Auke Blauwbroek.
Dwaalgebied
Dan is in het Dwaalgebied, de smalle straten in de binnenstad tussen het centrum en de Spoorlaan, nog iets bijzonders aan de hand. Tot circa 2010 had dit gebied een wat verloederde aanblik met veel leegstand. In de plannen voor het Dwaalgebied uit 2009 zou de gemeente Tilburg graag dat dit gebied weer levendig zou worden en dat meer mensen er wilden gaan wonen. Pioniers om dit voor elkaar te krijgen zijn doorgaans de horeca-ondernemers, en zo ook in het geval van De Burgerij.
Ondernemers die zich in het Dwaalgebied wilden vestigen zouden worden omarmd en gefaciliteerd, met de Noordstraat (waar restaurant De Burgerij ook zit) als pilot-straat (uitprobeer-straat). De Burgerij kreeg minder dan de helft van het bedrijfsoppervlak dan was toegezegd, mag geen terras hebben op haar eigen grond aan de achterkant, terwijl andere bedrijven verderop in de straat, zoals Langeboom, Spaarbank en Cafe Noir, dat wel mogen. De Burgerij kent inmiddels drie verschillende sluitingstijden. De winkel om 22.00 uur, het terrasje aan de voorzijde om 23.00 uur en de brasserie om middernacht.
Uiteindelijk kregen vrijwel alle horeca-zaken in de omgeving wel toestemming om af te wijken van het beleid, behalve De Burgerij.
Een meerderheid in de commissie, waaronder D66, GroenLinks, LST en de VVD ging deze oneerlijke behandeling van de Burgerij veel te ver en uiteindelijk zegde wethouder Erik de Ridder toe om het onderdeel dat over het Dwaalgebied gaat, mee terug te nemen naar het College van B&W (Burgemeester en Wethouders) en opnieuw te bespreken.
Ondernemers in het Dwaalgebied kunnen er wellicht op rekenen dat straks het adagium ‘Gelijke monniken, gelijke kappen’ gaat gelden en er dus geen sprake meer zal zijn van uitzonderingsbeleid, maar van beleid dat geldig is voor alle horeca in dit gebied, voor zowel gevestigde bedrijven als voor nieuwkomers. Op het gebied van openingstijden, terrassen op publieke grond of op eigen terrein en om geluidsnormen.
1 reactie
Voeg die van jou toe →Het blijft lastig omgaan met de regels.