Nieuwe sleepnetwet: burgers leveren privacy in voor veiligheid

Ministbig-brother2er Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken is al ruim een jaar bezig met een aanpassing van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, die inmiddels bekend is onder de naam ‘Sleepnetwet’. Deze aanpassingen hebben al veel discussie en kritiek opgeleverd vanuit organisaties die zich bezighouden met de bescherming van privacy van burgers, zoals Bits of Freedom en Privacy Barometer.

Het concept van het wetsvoorstel had nog een tijdje geheim moeten blijven. Echter, afgelopen vrijdag 29 april ontving de Volkskrant het document en zette het op internet. Het betreft een wettekst van ruim 400 pagina’s.

De belangrijkste kritiek gaat met name over drie onderwerpen: groot sleepnet, samenwerking met buitenlandse geheime diensten en goed toezicht.

Dit houdt in dat geheime diensten alle telefoon- en internetgebruik van alle Nederlanders mag afluisteren en opslaan om mensen te vinden die misschien van plan zijn om een terroristische aanslag te plegen. Geheime diensten (AIVD – Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst en MIVD – Militaire Inlichtingen en Veiligheidsdienst) hebben hierbij toestemming om computers, telefoons en tablets ’te hacken’ (in te breken) en mee te lezen met sms-, chat-applicaties zoals WhatsApp en Messenger, e-mails te lezen en internetbezoek te volgen, maar ook het gebruik van applicaties (zoals bank- en betalingsapps) te volgen en op te slaan. Alle gegevens mogen dan ook worden overgedragen aan geheime diensten van andere landen. De gegevens – van iedereen – kunnen hiermee ook gecombineerd worden, zodat van iedereen is te zien wie met wie contact heeft, wie waar naartoe gaat en wie ontmoet, et cetera…

Op zich moet er ‘per geval’ toestemming worden gevraagd aan de Minister of aan de Officier van Justitie, maar dat mag ook achteraf of tijdens de actie worden gedaan.

Citaat van Bits of Freedom: Het idee is dat, voor een aantal bevoegdheden, toestemming moet worden gevraagd voor de inzet door de minister bij een onafhankelijke commissie, bestaande uit (oud-)rechters: de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB). Die toetsing is bindend. Maar: als er haast is, dan kan de toestemming ook achteraf gevraagd worden, of terwijl de inzet bezig is.

In oktober 2015 ontving Minister Ronald Plasterk voor deze wet al de Big Brother Award, een ‘prijs’ die jaarlijks wordt uitgereikt aan de grootste privacyschender van het afgelopen jaar. De uitreiking wordt georganiseerd door digitale burgerrechtenbeweging Bits of Freedom om te laten zien hoe het is gesteld met het recht op privacy in Nederland.

Ondertussen heeft de Eerste Kamer (in navolging van de Tweede Kamer) een wet aangenomen die het vanaf 1 juli 2016 mogelijk maakt, dat burgemeesters voortaan rijdende of vliegende bewakingscamera’s (drones) kunnen inzetten. Deze wet werd zonder discussie aangenomen en alleen Partij voor de Dieren stemde tegen.

Privacy Barometer meldt in haar publicatie hierover: “Het gemeentelijk cameratoezicht wordt geregeld in de gemeentewet, waar ook deze wetswijziging deel van uitmaakt. De burgemeester kan besluiten tot cameratoezicht in een bepaald gebied “ter handhaving van de openbare orde”.

Onder de oude regels kreeg elke camera daarbij een vaste plek door middel van een ‘plaatsingsbesluit’. Burgers konden nog tegen elke individuele camera in beroep gaan. Zowel het plaatsingsbesluit als de beroepsmogelijkheid vervallen met deze nieuwe wet. Wel blijft voor het aanwijzen van een gebied waarin cameratoezicht wordt ingezet, goedkeuring van de gemeenteraad nodig. Waar en wanneer de camera’s binnen dat gebied daadwerkelijk worden ingezet, kan de burgemeester besluiten zonder verdere goedkeuring van de gemeenteraad.”

Bronnen: Bits of Freedom | de Volkskrant | Privacy Barometer |

Geef een reactie