Transportkou

weerberichtJean-Paul Korst heeft een enorme passie: het weer. Behalve op zijn eigen weerblog, is hij weerman voor onder andere het weekblad Groot Eindhoven en Radio MagnifiQue.

Eindelijk is de zo lang verwachte winter ons land binnengevallen. In het afgelopen weekeinde draaide de wind naar het noordoosten en kwam koude lucht onze regio binnen. Sinds zondag is de temperatuur in de nacht onder het vriespunt gedaald en kwam het overdag er net boven. Maar sinds maandag hebben we te maken met ijsdagen, waarbij het 24 uur lang blijft vriezen en dat houden we nog minstens tien dagen. Met flink wat zon erbij oogt het voor velen zeer aangenaam, maar eenmaal buiten voelt het door de aanwezige wind nog veel kouder.

Positief voor de schaatsliefhebbers is dat het de komende nachten veelal matig tot streng gaat vriezen. In het noorden en oosten daalt het kwik tot -11 of -12. Daarbij blijft een flinke oostenwind staan, meest kracht vier. In de kop van Noord-Holland, Friesland en Groningen kan soms een windkracht 5 tot 6 komen te staan. Dit resulteert in een gevoelstemperatuur beneden de -20 graden. Vervolgens wordt in het komende weekeinde sneeuw verwacht van betekenis. Dit kan een dooiaanval opleveren, maar het ziet er naar uit dat de kou aanhoudt. Door de gevallen sneeuw zal het volgende week allemaal nog kouder worden. Temperaturen van rond de -20 graden in de nacht zijn dan geen uitzondering meer. Overdag blijft het matig en op enkele plaatsen zelfs streng (-10) vriezen. De eerste toertochten zouden dan weleens kunnen worden uitgeschreven. Wellicht ook wel de Toer der Tochten.

Het is en blijft dus oer-Hollands winterweer met veel zon en vrieskou. Voor velen een genot om in de gezonde buitenlucht te vertoeven. Sjaal om, muts op, handschoenen en een dikke jas aan om warm te blijven, maar met de zon erbij is de verleiding om de jas open te laten hangen of de muts af te doen groot. Je voelt namelijk toch ook de kracht van de zon alweer aansterken als je uit de wind zit. Stap je echter op de fiets of ga je wandelen, dan begin je de kou eigenlijk pas echt goed te voelen. De luchtverplaatsing, ofwel de wind, die daardoor langs de je lichaam waait, maakt het voor het gevoel nog iets kouder. De wind veroorzaakt namelijk extra verlies van warmte, waardoor de gevoelstemperatuur lager is dan de ‘gewone’ temperatuur. Deze waarde kunnen we echter niet meten op de thermometer en wordt door een berekening opgesteld. In Nederland gebruiken we daarvoor over het algemeen de wetenschappelijk onderbouwde zogenaamde JAG/TI methode. Deze is gebaseerd op het warmtetransport van het lichaam naar de huid.

De gevoelstemperatuur, windchill genoemd, is een belangrijke waarde in het weer. Deze wordt berekend uit een combinatie van de gemeten luchttemperatuur en de gemiddelde windsnelheid, en geeft het verschil aan tussen de gemeten luchttemperatuur en de berekende gevoelstemperatuur. We gebruiken het dus als maat voor het extra warmteverlies bij een persoon. Bij het bepalen van de gevoelstemperatuur gaat men uit van een gezond en volwassen persoon van gemiddelde lengte die wandelt. Er zijn uiteraard ook individuele verschillen door bijvoorbeeld hartkwalen, medicijngebruik of leeftijd. Het menselijk lichaam koelt aan de lucht af doordat de lucht kouder is dan het lichaam en door het verdampen van vocht. Hoe warmer het is, hoe meer vocht er verdampt moet worden; men gaat zweten. De luchtlaag die op de huid ligt, wordt daardoor warmer en bevat meer waterdamp, waarna verdere afkoeling wordt verhinderd. Ga je echter voor een ventilator zitten, wordt die luchtlaag weggeblazen en krijg je het gevoel dat het koeler is. De thermometer zal echter nog steeds dezelfde temperatuur aanduiden. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld ook het blazen in het thee- of koffiekopje om het geheel af te koelen.

De wind heeft dus invloed op de snelheid waarmee afkoeling optreedt. Hoe harder het waait tijdens een vrieskoude dag, hoe kouder het dus zal aanvoelen. Bij extreme omstandigheden in de winter kan dit dan ook gemakkelijk leiden tot onderkoeling of bevriezing. Ligt de gevoelstemperatuur onder -10 graden kan er na enkele uren onderkoeling optreden en bij een windchill van -15 graden kan na een uur zelfs al koudeletsel optreden. Bij gevoelstemperaturen van -20 graden kunnen er ondanks afdichtende winterkleding al bevriezingsverschijnselen optreden.

We krijgen de komende dagen te maken met zeer koude lucht, die met krachtige winden vanuit het vaste land van Rusland of Siberië geheel over land naar onze omgeving wordt aangevoerd. Dit wordt ook wel transportkou genoemd. Onder dergelijke weersomstandigheden wordt het ’s winters in ons land in korte tijd bijzonder koud en kan het overdag ook bij zonnig weer matig en in extreme situaties zelfs streng blijven vriezen.

Voorwaarde voor een dergelijke situatie is de aanwezigheid van een zeer krachtig hogedrukgebied boven Noord-Rusland of Siberië tegenover lage luchtdruk boven Zuid-Europa. De drukverschillen zijn dan boven het Europese continent heel groot, waardoor over een omvangrijk gebied een krachtige oostelijke wind waait. Door de krachtige wind is het voor het gevoel nog een stuk kouder dan de thermometer aangeeft en bij zeer lage temperaturen bestaat zelfs gevaar voor bevriezing van onbedekte delen van de huid.

De laagste gevoelstemperatuur sinds 1961 berekend op uurbasis volgens de Canadese JAG/TI methode is voorgekomen in het noorden en midden van het land op 14 januari 1987. Eelde en Twente hadden toen een gevoelstemperatuur van -28 graden, De Bilt -26 graden. Ook 31 december 1978 was een berenkoude dag met in het zuiden van het land gevoelstemperaturen van -26 graden. Op oudejaarsdag 1978 werd het openbare leven bovendien ontwricht door hevige sneeuwval en een harde tot stormachtige wind. Zeer koude dagen maakte ons land mee rond de jaarwisseling van 1996/1997 toen De Bilt gevoelstemperaturen zijn opgetekend tussen -17 en -22 graden. Op 4 januari 1997 werd de Elfstedentocht verreden. Ook op 26 januari 2010 zijn gevoelstemperaturen opgetreden tussen -17 en -21 graden.

Extreme doordringende kou met in De Bilt gedurende minstens een uur gevoelstemperaturen onder de -25 graden komt gemiddeld eens in de 33 jaar voor. Eens in de twee jaar zakt de gevoelstemperatuur onder de -20 graden. Gemiddeld telt een jaar 3 dagen met gevoelstemperaturen onder de -15 graden. Op 10 dagen per jaar komt de gevoelstemperatuur onder -10 graden. Een hele dag onder -10 graden met een laagste gevoelstemperatuur onder -20 graden komt eens in de drie jaar voor.

Bron: KNMI, Meteo Consult, WeerOnline en Jean-Paul Korst

31 januari 2012

Geef een reactie