Maandagavond 25 februari stond het nieuwe plan voor city-marketing op de agenda van de commissie ‘Vestigingsklimaat’. Dit onderwerp zou een week eerder al worden besproken, maar werd vanwege tijdgebrek een week doorgeschoven.
De commissie maakte zich vooral druk over de meetbaarheid van de resultaten en het ontbreken van één hoofdthema. Niels Verschuuren, VVD: “De helft van marketingsgeld is altijd weggegooid, maar je weet nooit welke helft. Het resultaat moet zijn dat het buiten de stad gehoord wordt, maar ook dat grote bedrijven naar Tilburg komen.” Joris Bengevoort, GroenLinks, refereerde naar het verbod op de koopzondag, dat door veel winkeliers wordt genegeerd: “Het maakt niet uit wat je doet, als er maar over je gepraat wordt. Nog nooit wist iemand hoeveel winkels we hadden in Tilburg en ook nog dat ze op zondag open zijn. Chapeau!” Joost van Huijgevoort, DAT: “Dit soort pogingen steken bij herhaling de kop op. We willen alle ballen in de lucht houden, dat is onmogelijk. Maak duidelijk welke keuzes het meest belangrijk zijn.”
Wethouder Erik de Ridder verdedigde zijn plan: “We kiezen ervoor om samenwerking te zoeken met mensen in de stad die ook aan promotie doen. Zoals bijvoorbeeld ‘Het Jaar 013’, dat geheel bestaat uit initiatieven vanuit de stad. Dat draagt bij aan de promotie van de stad. Wat betreft de meetbaarheid. Je weet nooit welke helft van het geld is weggegooid, datzelfde geldt ook voor de resultaten: je weet nooit welke helft het resultaat is van city-marketing of van andere activiteiten. Ik wil wel doelen stellen en het kan ook, maar enige relativering is wel nodig. We kunnen de aanpak spiegelen aan het aantal bezoekers, de stijging in allerlei stedenlijstjes en de komst van meer bedrijven, maar het slaat nergens op om daar een concreet cijfer aan te koppelen, omdat je nooit precies weet waar de cijfers door veroorzaakt worden.”
Met deze argumentatie ging een ruime meerderheid van de commissie akkoord.