Cultuur en Creative Industries in Tilburg: nuttig uithangbord of iets wat echt produceert?

Gast-opinie van Joop Moerkens, hij is Tilburger en was onderzoeker bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

Deze opinie werd eerder gepubliceerd op 31 januari 2013. Dit is een bijgewerkte en uitgebreide versie.

Overleeft het Midi Theater deze bezuinigingsslag? Tilburgers hebben inspraak!

Cultuur is al jarenlang een belangrijke speerpunt in het gemeentelijk beleid van de stad. Net als andere steden probeert Tilburg zich op die manier op de landkaart te zetten met zaken als Popcentrum 013, de Pont, het draaiend huis en ook, tot voor kort, met het Midi-theater. In de Atlas voor gemeenten 2011 stonden we zowaar op de 10e plaats. En nu zijn we druk bezig met Brabant culturele hoofdstad.

In de loop van de jaren is daarbij veel veranderd. Al jaren geleden is het accent verschoven van cultuurspreiding naar cultuur als instrument voor stadspromotie. Dat betekende onder andere dat diverse culturele centra werden gesloten, en de aandacht (en het geld) meer en meer werden gestoken in stedelijke voorzieningen waarvan het merendeel dichtbij of in het centrum liggen. Tilburg is daar zeker niet uniek in overigens: in Breda zijn met het Chassé-theater soortgelijke dingen gebeurd.

Wel specifiek Tilburgs is de gedachte om het aanbod van culturele opleidingen in de stad (Kunstacademie, Conservatorium, Academie voor Bouwkunst enz.) te gaan benutten als nieuwe pijler onder de stad. Zeker geen onlogische gedachte. Dat dan de keuze viel op moderne kunst en populaire cultuur is dan niet zo vreemd. Een aantal podia zijn op de rails gezet, en vanuit de gemeente is ingezet op een verdere ontwikkeling van (m.n. podia-) kunsten. Er zitten zeker successen tussen: Popcentrum 013 is landelijk bekend, De Pont heeft ook een goede reputatie, evenals Mundial. Helaas ging niet alles goed: Midi is uitgelopen op een debacle, waarbij op basis van irreële verwachtingen duidelijk sprake is van financieel, bouwtechnisch en politiek mismanagement. Toen de magere jaren aanbraken was de keuze: of Midi handhaven, of andere geliefde culturele voorzieningen opofferen. De keuze is bekend, het gebouw staat helaas leeg.

Draaiend Huis op de Hasseltrotonde
Draaiend Huis op de Hasseltrotonde

Moed en visie kunnen de stad Tilburg niet ontzegd worden. De inspanningen om de stad onder het voetlicht te brengen zijn alleen maar verstandig. Cultuur en mooie dingen maken zijn dan goede uithangborden. En het is zeker niet verkeerd voor het leefklimaat in deze stad. Of het meer kan zijn dan dat? Aan mensen uit de Randstad moet ik vaak nog steeds eens uitleggen waar Tilburg ligt. Verder valt me op dat veel mensen uit die hoek denken dat Breda en Den Bosch groter zijn dan Tilburg. Dat is natuurlijk niet zo, maar tot de buitenwacht is dat zeker nog niet overal doorgedrongen.

Ook is de vraag in hoeverre cultuur en creative industries echt een economische pijler onder de stad kunnen zijn. Alleen in de noordelijke randstad (Amsterdam, Utrecht, het Gooi) is de sector echt sterk vertegenwoordigd. Bovendien blijkt het een vergaarbak van onvergelijkbare grootheden: een cultuurinstelling is iets anders dan een media-bedrijf, wat weer iets anders is dan een creatief adviesbureau. Overigens laat ook in Amsterdam en omstreken de recessie zich voelen: de werkgelegenheid in creative industries daalt daar volgens de laatste Monitor Creative Industries (werkgelegenheid zoals geregistreerd bij de Kamer van Koophandel , zzp-ers werden tot dan toe niet meegerekend omdat ze geen inschrijvingsplicht hadden. Dat was toen net veranderd, waardoor het aantal volgens een nieuwe definitie nog wel stijgt, maar dat is dan dus alleen door een andere manier van registreren). Uit de Atlas voor Gemeenten blijkt dat de Tilburgse positie kwetsbaar is: we zakken wat betreft cultuur van de 10e naar de 20e plaats. Tilburg heeft als stad veel goeds te bieden, ik woon er graag, maar een vergelijking met het mondaine Amsterdam gaat toch echt niet op.

Voor wie het na wil lezen:

De ambities vanuit de culturele sector zijn, zoals overal, hoog. De sector heeft een sterke PR. Toch is en blijft Tilburg van oudsher een industriestad, aangevuld met onderwijs. De ruggengraat van de bevolking bestaat vooral uit arbeiders (die vaak genoeg overigens behoorlijk goed boeren, een breedbeeld-tv is geen uitzondering meer, de tijden van arm en dom gehouden worden zijn toch echt wel voorbij), met door de bank genomen een andere smaak dan die van de cultuurmakers zelf. In alle nuchterheid: een duidelijk achterland voor cultuurproduktie heeft de stad niet, of het komt in elk geval niet echt uit de verf. Culturele kernen zijn hier best te vinden (bijvoorbeeld Paradox, Zuidelijk Toneel), maar ze drukken geen echt stempel op de stad. In die context is het tekenend dat het meest in het oog springende element hier de Tilburgse Kermis is, toch iets heel anders dan bijvoorbeeld het Theaterfestival Boulevard in Den Bosch.

En ook: onze grote buren zitten niet stil. Breda heeft het Chassé-theater, Den Bosch de Verkadefabriek. Den Bosch krijgt in de Atlas voor Gemeenten een zesde plaats, duidelijk veel hoger dan Tilburg. Voor stevige concurrentie hoeven we dus niet ver te zoeken.

Dat is geen reden om bij de pakken neer te zitten, wel om met beide voeten op de grond te blijven staan. Kleine, behapbare projecten zijn zeker niet verkeerd, het binnenhalen van gevestigde namen zoals Anish Kapoor, ook niet (wanneer komen Rembrandt en Van Gogh eens naar onze stad?). Er is niets mis met projecten op dit gebied, mits de succeskans goed afgewogen wordt ten opzichte van de risico’s die genomen worden.

En, er moet gelet worden op het draagvlak in de stad. Experimenten zoals het draaiend huis zijn bepaald niet onomstreden. Uit veel reacties, bijvoorbeeld op de website van het Brabants Dagblad spreken vervreemding en ergernis (wat in krappe tijden alleen maar sterker wordt). Zelfs een tamelijk kleinschalig project als het bouwen van ateliers in voormalige basisschool de Vuurvogel roept venijnige reacties op. Midi is helaas uitgelopen op een politiek slagveld. Hier blijkt: onbekend maakt onbemind. Het heeft de stad geen goed gedaan.

Cultuur heeft zeker een plaats in Tilburg als een stad-van-alles-wat, maar de aansluiting met de stad kan beter. De culturele instellingen in deze stad hebben er alle belang bij om te laten zien dat Tilburg voor hen meer is dan een min of meer toevallige vestigingsplaats. Meer naar buiten treden kan hierbij helpen, en ook inzet op gevestigde namen. Experimenten mogen en kunnen, maar wel met mate. De sector mag zeker vrucht dragen, maar moet dan wel goed geworteld zijn.

Goed stuk Joop, je toont interesse in je stad met zijn cultureel erfgoed. En goed voor je culturele erfgoed zorgen is en blijft gelet op de tendenzen die komen en gaan een ware uitdaging.
Ashirda

Duidelijk en sterk stuk.
We mogen best wat kritisch kijken naar zaken die beter hadden gekund i.p.v. de boel stilzwijgen.
Door de bezuinigingen en de krappe portemonai kunnen er ook weer
nieuwe, verrassende ontwikkelingen ontstaan.
Kijk naar de leegstand binnen de bedrijvencomplexen en zoek naar oplossinge hiervoor ipv investeren in nieuwbouw met als gevolg nog meer leegstand.
Laten we daar eens wat aandacht aan besteden!

Geef een reactie