De sociale geschiedenis: de NS-Werkplaats als sociaal breekijzer
De komst van de spoorwegen en de NS-Werkplaats naar Tilburg rond 1870 brak langzaam de gesloten, katholieke, strak hiërarchische Tilburgse samenleving open. De spoorwegen gaven de diverse kleine dorpse gemeenschappen aanleiding om letterlijk naar elkaar toe en aan elkaar te groeien en zo de stad Tilburg te worden. Bovendien was de NS de eerste niet-Tilburgse grote werkgever die veel werknemers van buiten de regio hier naartoe bracht. De traditionele Tilburgse sociale verhoudingen kwamen daardoor onder druk te staan. Er werd gewerkt aan de oprichting van vooral sociaaldemocratisch en socialistisch getinte bonden die opkwamen voor de belangen van werknemers.
Die activiteiten sloegen over naar andere sectoren zoals de textielindustrie. De katholieke industriëlen sloeg de schrik om het hart. Ze besloten om de oprichting van katholieke vakorganisaties te stimuleren om hun arbeiders bij de socialistische oproerkraaiers weg te houden die hun macht betwistten. Langzaam bereikten de diverse vakorganisaties sociale verbeteringen voor Tilburgse arbeiders en hun gezinnen. In die zin staat de Spoorzone symbool voor sociale vernieuwing, afscheid van beklemmende traditie. Open ramen en deuren. Vooruitgang.
De culturele geschiedenis: Kok, van Doesburg en de kiem van De Stijl
Tijdens de Eerste Wereldoorlog sloot een kunstzinnig aangelegde spoorwegbeambte vriendschap met een vlakbij Tilburg gelegerde kunstenaar met vernieuwende ideeën over kunst en de betekenis ervan voor mens en maatschappij. In 1915 organiseerden Anthony Kok en Theo van Doesburg twee culturele avonden, de soirées intimes. Van Doesburg wilde een tijdschrift oprichten om een nieuwe kunstuitdrukking te propageren en besefte dat hij daarvoor moest samenwerken met andere gelijkgestemde kunstenaars. Na zijn vertrek uit Tilburg in september 1915 werkte hij verder aan de oprichting van tijdschrift De Stijl. In 1917 kwam de eerste editie uit.
Sociaal-cultureel engagement
De sociaaleconomische omstandigheden van die tijd waren een belangrijke inspiratiebron voor de opvattingen van van Doesburg en de andere deelnemende kunstenaars. Men zag de oorlog als de vernietiger van de oude wereld en de “individuele overheersing”, zo staat in het eerste manifest van De Stijl te lezen: “Er is een oud en een nieuw tijdsbewustzijn. Het oude richt zich op het individueele. Het nieuwe richt zich op het universeele. De strijd van het individueele tegen het universeele openbaart zich, zoowel in den wereldkamp als in de kunst van onzen tijd.” De nieuwe kunst moest streven naar een evenwichtige verhouding van het universele en het individuele. “Traditie, dogma’s en de overheersching van het individueele (het natuurlijke) staan deze realiseering in den weg. De kunstenaars van heden (…) sympathiseeren daarom met allen, die hetzij geestelijk of materieel strijden voor de vorming van een internationale eenheid in Leven, Kunst en Kultuur.”
Van Doesburg zag modernisering van de maatschappij als onvermijdelijk en de moderne kunst als symptoom ervan. Dit idee werd gedeeld door de architecten die zich bij De Stijl aansloten. Nederland maakte vlak na de Eerste Wereldoorlog een woningcrisis door, waardoor architecten gedwongen waren efficiënter en dus soberder te bouwen. Ook vonden zij dat de kunst niet alleen een esthetische maar ook een sociale rol te vervullen had. De status quo met haar klassenmaatschappij moest worden doorbroken. Ook arbeiders hadden recht op verheffing en kwaliteit van leven. Kunst kon en moest daaraan bijdragen volgens van Doesburg en De Stijl.
De Spoorzone: aanjager en symbool van vooruitgang
De Spoorzone was dus in een turbulente periode van crisis en ommekeer een werkplaats én een broedplaats voor sociale en culturele verandering. En daar is de parallel met het heden. Ook nu staat de samenleving internationaal op z’n kop door de financieel-economische crisis en alle geopolitieke ontwikkelingen. Mensen zetten vraagtekens bij oude waarden, normen, tradities. Oude structuren worden afgebroken en er zijn nog geen nieuwe: Individuen en collectieven zijn op zoek naar nieuwe ordes, systemen, verbindingen. De mensheid lijkt in verwarring. De oproep in het eerste Stijlmanifest om tradities en dogma’s af te breken en te streven naar harmonie, naar “een evenwichtige verhouding van het universele en het individuele”, naar “eenheid in Leven, Kunst en Cultuur” is dus opnieuw een actuele en een noodzakelijke.
Daarom heb ik op 20 april jongstleden op de derde Soirée Intime, precies honderd jaar na de eerste twee, een nieuw Manifest gepresenteerd. Met een oproep om de Spoorzone een werk- en broedplaats voor vernieuwing te laten blijven. Omdat mens en maatschappij in Tilburg en verre omstreken daar beter van blijken te worden. Ik ben slechts de doorgever van wat velen me de afgelopen jaren hebben verteld en gemeld. Daarom is het manifest vanaf nu van de stad en van haar inwoners. Van jullie dus.
De Spoorzone als aanjager en symbool van noodzakelijke vernieuwing
Manifest
De Spoorzone werd met zijn arbeiders van buiten en zijn vakbonden de aanjager van noodzakelijke sociale verandering in Tilburg, van groei van de stad en van vooruitgang voor haar bewoners. Ook sociaal bewogen, visionair kunstenaar Theo van Doesburg vond inspiratie in zijn verblijf in de Spoorzone en in zijn vriendschap met spoorwegbeambte Anthony Kok voor de ideeën die hij kort daarna met Kok en andere kunstenaars en architecten optekende in het eerste van een reeks Manifesten in het beroemde tijdschrift De Stijl: De maatschappij in crisis moet moderniseren en kunst heeft daarin niet alleen een culturele maar ook sociale rol. Honderd jaar later is van Doesburgs oproep opnieuw actueel. De wereld is in crisis, vernieuwing is nodig. Laat de Spoorzone daar weer aanjager en symbool van zijn. Daarom dit nieuwe Manifest.
- Maak mogelijk dat de Spoorzone permanent een werk- en broedplaats blijft voor sociale en culturele vernieuwing. Geef het gebied aan de gemeenschap. Laat het gebied zich zo natuurlijk mogelijk ontwikkelen. Niet bestuurders en projectontwikkelaars moeten hier leidend zijn maar mensen, in samenspraak en gedeelde zeggenschap.
- De Spoorzone werd een plek voor Tilburgers en niet-Tilburgers in alle soorten en maten. De ontwikkelingen in dit gebied zijn belangrijk geweest voor álle Tilburgers. Zorg dat iedereen die dat wil in de Spoorzone een plek vindt om onderdeel te zijn van die ontwikkeling. Sluit niemand uit. Voorkom “gentrificatie”: Niet alleen de midden- en hogere welstandsklassen moeten hier een tijdelijke of permanente plek kunnen vinden. Dat geldt ook voor jongeren, ouderen, mensen met een niet-Nederlandse achtergrond, lager opgeleiden, mensen met een lager inkomen, niet-doorsnee volk.
- Streef – indachtig de oproep van Theo van Doesburg- naar Eenheid in Leven, Kunst en Cultuur.
- Geef het belangrijke stuk veranderingshistorie van de Spoorzone terug aan de stad Tilburg en haar inwoners: Maak die geschiedenis zichtbaar in de beeldkwaliteit én de sociale ontwikkeling van het gebied. Geef de verhalen en de lessen van de arbeiders een plek. En doe hetzelfde met de beelden en de kunstzinnige én sociale ideeën van Theo van Doesburg en De Stijl. Laat die terugkomen in de architectuur van de te ontwikkelen gebouwen en infrastructuur.
- Tilburg is een grote stad met een actieve bevolking die sterke lokale wortels heeft en tegelijk middenin de wereld staat. In Tilburg kan veel en gebeurt veel. Maak van de Spoorzone een gebied met gebied met internationale allure en aantrekkingskracht waar tegelijk de lokale bevolking zich thuis voelt. Verbind lokaal en internationaal.
- Toon lef en daadkracht. Het teruggeven aan de stad van dat deel van haar geschiedenis dat haar in alle opzichten heeft doen groeien door vernieuwing en verandering de vrije teugel te geven is geen contradictie. Integendeel. Experimenteer: sociaal, cultureel, architectonisch. Daardoor zal de stad ook economisch een enorme impuls krijgen. En verwerft Tilburg behalve een belangrijk stuk verleden ook haar toekomst.
Veerle Slegers is internationalist, taaltrainer en vertaler in Portugees, Spaans, Engels en Nederlands met haar eigen bedrijf: Comunicamos. Daarnaast is ze bestuurslid van het Brabants Natuurmuseum.