Gastbijdrage van de Tilburgse Raadsgriffie
Afscheid nemen is het thema van het gesprek met de scheidende raadsgriffier.
Niet alleen zijn eigen afscheid komt voorbij als raadsgriffier Gerard Vrenken (bijna 65) terugkijkt op een carrière van 47 jaar bij de gemeente Tilburg.
Het wegvallen van Johan Stekelenburg en van de raadsleden Kasper Groten en Loes Dielissen in zijn periode als griffier raakt hem nog steeds.
“Dat zijn voor mij persoonlijk heel erg vervelende momenten geweest. Burgemeester Stekelenburg heeft tot het laatst toe doorgewerkt, tussen de chemokuren door probeerde hij zijn taken uit te voeren. Loes Dielissen wilde niet dat iemand zou weten hoe ziek ze was. Het in de zomer van 2009 onverwacht overlijden van Kasper Groten greep iedereen aan. Hij was een zeer gerespecteerd en vriendelijk raadslid.”
Het hoorde bij de vertrouwenspositie die geboren en getogen Tilburger Gerard Vrenken sinds 2002 als griffier bekleedde: weten wat je wel en niet kunt delen.
“Ik was er voor om feedback te geven zonder zelf politiek te bedrijven. Of het nu een raadslid van links of van rechts was, iedereen moest op mij af kunnen stappen. Dat kon zijn met persoonlijke vragen en met vragen over bestuurlijke kwesties. Ik kon het meemaken dat ik ’s morgens een advies gaf over hoe de raad de komst van een referendum kon tegenhouden en ’s middags een partij in mijn kamer kreeg die juist instrumenten nodig had om datzelfde referendum van de grond te krijgen.”
Gerard Vrenken maakte in zijn lange loopbaan acht burgemeesters mee.
“Ik ben op 1 augustus 1972 bij de gemeente begonnen. Als rouleur, recht van de middelbare school. Becht was burgemeester. Een icoon, die kreeg je als jonge ambtenaar niet te spreken. Het portret dat Nico Molenkamp van hem schilderde is treffend. Het is alsof zijn kop door de lijst naar buiten steekt: een en al autoriteit.”
Gerard Vrenken werkte inmiddels aan zijn verdere scholing. Een rouleur kreeg de gelegenheid om viermaal een half jaar op een andere afdeling binnen de gemeente ervaring op doen. Daarnaast studeerde hij aan de bestuursacademie, vervolgde zijn loopbaan op de secretarie, ging rechten studeren en belandde op de afdeling Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Dat was in de tijd van “actieve grondpolitiek” bij gemeenten, waarbij de gemeente, meer dan nu, zelf projectontwikkelaar was. Vervolgens is hij gaan werken bij de centrale afdeling Juridische Zaken. Een aantal jaren later werd hij hoofd van de juridische afdeling bij Sociale Zaken en werd hij daar plaatsvervangend directeur. Daar was hij belast met de beleidsontwikkeling op het sociale domein, bezwaarschriftprocedures, de sociale recherche en verhaal en terugvorderingen.
“Ik leerde de organisatie van binnenuit op mijn duimpje kennen.”
Hij leerde vervolgens ook werken met en onder de burgemeesters Letschert Brokx.
‘Brokx was niet de makkelijkste, hij kon hard zijn, maar ging bij zijn aantreden wel iedere medewerker af en iedereen kreeg een hand. Met Kerst en Nieuwjaar zat hij bij de brandweer aan tafel, zo was Brokx ook. Hij was een keiharde werker, die Tilburg echt op de kaart heeft gezet.’
Noordanus en Brokx hadden de meeste overeenkomsten van alle burgemeesters die Gerard Vrenken als baas heeft gehad.
Brokx bracht het elan en het zelfvertrouwen terug in Tilburg. “Als je iets wil, dan moeten we er hard voor knokken. We zijn nu eenmaal niet het mooiste meisje van de klas.”
Dat motto had Noordanus ook, kijkt Gerard Vrenken terug op de vorige burgemeester. “Hij kwam toen Tilburg net een heel jong college had gevormd, met nog weinig bestuurlijke ervaring. Tilburg had toen behoefte aan een burgemeester met senioriteit. Noordanus kon achter de schermen heel veel voor hen regelen. Hij was daarnaast iemand die zich daarvoor niet op de borst klopte, maar gunde zijn wethouders de eer.”
Gerard Vrenken hield en houdt van zijn werk, heeft lol in zijn rol, die in de raadsvergadering van 16 september officieel wordt overgenomen door de nieuwe raadsgriffier Noor Kanters.
“Raadsleden zo goed mogelijk en gedegen informeren, zodat ze hun werk op de beste manier kunnen doen en op een verantwoorde manier besluiten kunnen nemen in het belang van de stad. Dat vond ik mooi.” zegt hij met een brede lach op het gezicht.
In 2002 begint Gerard Vrenken als griffier. Als eerste onder het duale stelsel. Raad en college moeten vanaf die datum hun eigen agenda gaan voeren, met gescheiden verantwoordelijkheden. Wethouders zijn geen lid meer van de gemeenteraad.
“We moesten deze nieuwe manier van werken zelf uitvinden. Moeilijk, maar van de andere kant: we konden ook niets fout doen, alles was immers nieuw.”
Het zijn de jaren van Johan Stekelenburg, die na zijn overlijden als burgemeester wordt waargenomen door wethouder Els Aarts en door PvdA-fractieleider als vice-voorzitter van de gemeenteraad Driek van Griensven.
“Wij hadden geen waarnemer nodig meldden we de commissaris van de koningin na het overlijden van Stekelenburg. Het liep goed.”
Ruud Vreeman kwam. De vijfde burgemeester in zijn rijtje.
“Een heel ander type. Mensen vonden hem streng. Dat was hij niet. In grote gezelschappen kon hij iets krampachtigs hebben, maar feitelijk was hij supergezellig en had bracht hij ook een stevige intelligente bagage mee.”
Met Vreeman breekt voor de raadsgriffier na een aantal jaren een van zijn zwaarste perioden aan.
“De Midi-affaire, de val van het college, het vertrek van de wethouders van het CDA en uiteindelijk ook Hugo Backx en Ruud Vreeman na de raadsenquête.”
De raadsgriffier was de secretaris van de enquêtecommissie, die mensen onder ede hoorde. Personen die een rol hadden gespeeld in het debacle rond de verbouwing van de voormalige bioscoop. Terugkijkend ziet Gerard Vrenken dat het uiteindelijk niet ging om de toenmalige overschrijding van 1 miljoen euro op de begrote bouwkosten. “Het feitelijke probleem was het verzwijgen van die overschrijding en het toekennen van een bouwclaim. Ambtenaren kwamen daardoor in gewetensnood.”
“Uiteindelijk heeft de affaire nadien een positieve invloed gehad op het functioneren van de gemeentelijke organisatie, doordat er regels zijn opgesteld voor het coachen van ambtenaren bij morele oordeelsvorming en in het juist adviseren van raad en college.”
Vreeman ging eind 2009, Opstelten kwam negen maanden als vervangend burgemeester, tot Noordanus als burgemeester aantrad.
Chroom-6
Recent beleefde Gerard Vrenken een tweede zware periode met de gemeenteraad.
De behandeling van het Chroom-6-dossier. “Het grote verschil met de Midi-affaire was dat het hier niet ging om bestuurlijke fouten in het heden, maar hoe in het verleden met mensen is om gegaan. Waarom zijn destijds in dat tRom project bepaalde signalen niet doorgekomen en hoe kunnen we het nu zo snel mogelijk goed regelen voor de slachtoffers? De raad als geheel wilde dit regelen, zonder dat het politiek zou worden.”
Gerard Vrenken vindt het jammer dat de regeling in de raad bij de behandeling toch nog tot een heftig debat leidde.
“De term achterkamertjes viel. Dat is nooit de intentie geweest. In het presidium is met de fractievoorzitters afgesproken dat er snel duidelijkheid moest komen voor betrokkenen, na het uitkomen van het onderzoeksrapport. Dat is wel binnenskamers afgesproken, maar iedereen was vrij te reageren op de regeling die werd voorgesteld. Alle partijen wilden dit zo snel mogelijk en uiterst secuur afhandelen.”
Zijn taak ziet er nu op. Maar, om nog even het rijtje af te maken:
‘Ook de benoeming van burgemeester Theo Weterings heb ik van dichtbij mogen meemaken. Weer een ander type bestuurder. Zo gaat dat: elke fase van de stad heeft zijn eigen behoefte.’ Theo Weterings mag Gerard Vrenken uitluiden, op 24 oktober in de Lochal.
En op 1 november is hij dan echt uit dienst, na 47 jaar.
1 reactie
Voeg die van jou toe →Ik heb Dhr. Vrenken altijd ervaren als een prettig, integer persoon die hulp bood voor zover dat mogelijk was aan Raadsleden, Fractieleden, Commissieleden en de Steunfracties. Ik wens Dhr. Vrenken een mooi afscheid toe maar vooral heel veel mooie jaren. Het ga U goed.