Geschiedenis. Het is nog maar enkele decennia geleden dat de textielfabrieken verdwenen uit Tilburg. Textielstad Tilburg was trots op haar naam en faam en textielfabrikanten streken graag in de stad neer.
Er waren veel ongeschoolde arbeiders nodig om de fabrieken draaiende te houden en in Tilburg waren die ruim voorhanden. Bovendien: uit heel Europa wisten arbeiders Tilburg te vinden om in één van de vele fabrieken aan de slag te gaan. En de stad groeide. Dat kon ook makkelijk, want er was ruimte zat!
Wie nu, in het begin van de eenentwintigste eeuw, naar foto’s kijkt uit die tijd, raakt onder de indruk van de bedrijvigheid, maar voelt ook ongemak bij het zien van de arbeiders uit die tijd. Slecht beschermd, mager en vermoeid, in lawaaiige ruimtes met draaiende machines. Het ziet er niet gezond uit. Zo zouden we nu nooit meer met lage loonarbeiders omgaan. Toch? (Foto’s te zien bij het archief.)
Maar ach. Dat was toen, nu is het anders.
De textielfabrieken hebben we opgeborgen in het museum, want nu is Tilburg de stad van logistiek! Jawel. En dat is niet zomaar plotseling vanzelf gebeurd, maar doelbewust in gang gezet. Want er was veel werkgelegenheid nodig voor de veelal laag opgeleide bevolking en de stad moest vooruit. Er moest brood op de plank!
Logistiek!
Dat Tilburg zich samen met Waalwijk nu logistieke hotspot mag noemen, is niet uit de lucht komen vallen. Het begin hiervan is gemaakt toen de NS-werkplaatsen uit het centrum verdwenen naar Loven en dit industrieterrein werd omgebouwd naar ‘Railport’ met een rechtstreekse verbinding naar China. Niet voor mensen, alleen voor spullen. De eerste stappen hiertoe werden onder regie wethouder Roel Lauwerier (VVD) gezet in 2011.
Toen dat goed liep werd Vossenberg ontwikkeld en wilden de logistieke bedrijven graag komen. En Tilburg groeide verder. En Tilburg had nog meer laag geschoolde arbeiders nodig en die kwamen ook: van heinde en verre. En deze lage loonarbeiders moeten gehuisvest worden. Deze lage loonarbeiders zijn nodig om in eindeloze hallen spullen te ontvangen, uit te pakken, weer in te pakken en te verzenden. In troosteloze dozen van beton en staal, zonder daglicht. Want dat is logistiek.
Dat huisvesten van lage loonarbeiders lukt ondertussen niet meer zo makkelijk, want ruimte is er niet meer zat. Met hangen en wurgen worden plekken gevonden waar lage loonarbeiders uit heel Europa kunnen slapen, en hun keuken en sanitair kunnen delen met 4, 6 of 12 anderen. Huisvesting is niet hetzelfde als wonen. In tegendeel. Het is niet de bedoeling om langer te blijven dan de duur van je arbeidscontract en al helemaal niet om kinderen te krijgen of een leven te op te bouwen. Een jaartje werken en dan wegwezen.
En toen was er nog één lege plek over met weilanden, bomen, dieren en rust.
Als Tilburgers over 50 of 80 of misschien 100 jaar terugkijken op ons, nu. Zullen ze dan trots zijn op de logistieke hotspot die Tilburg in het begin van de eenentwintigste eeuw was? Of zullen ze ook last hebben van enige schaamte over hoe we met onze lage loonarbeiders omgingen, en hoe we het laatste stukje groen in de stad opofferden?
Want groeien in de breedte, zit er echt niet meer in. De gemeentegrens is bereikt. We kunnen alleen nog de hoogte in. Dus misschien wordt het tijd voor een nieuwe economische focus.