Over Werken en Wandelen…

Gastbijdrage en opinie van Ivon Versnel

Ik vind het voor de samenleving heel belangrijk dat er werk is dat niet gedaan wordt om het geld, maar om het werk op zich. Ik vind het heel belangrijk dat er mensen zijn die bereid zijn om óók werk te doen zonder dat daar een beloning tegenover staat. Mensen die elkaar willen helpen en ondersteunen. Mensen die in de gaten willen springen die ontstaan door bezuinigingen, die willen inspelen op de gaten die ontstaan in de solidariteit binnen de samenleving. Op dit gebied wordt óók in het onbetaalde circuit baanbrekend werk verricht.

Ik vind het heel belangrijk om de onbetaalde arbeidsmarkt in de schijnwerpers te zetten.

De onbetaalde arbeidsmarkt is rijk aan werk, voor elk wat wils. De drempel is er laag: je bent al snel welkom. Er wordt meer gekeken naar wie je bent dan naar je papieren, werkervaring en status. De werkdruk is er veel lager dan in ’t betaalde circuit. Je zelfbeschikkingsrecht wordt er hoger aangeslagen. Je gezondheid is belangrijk voor degenen met wie je werkt. Er is nog ruimte om te experimenteren. Op veel plaatsen is er ook een grotere gelijkwaardigheid: iedereen telt mee, ongeacht welk werk je doet. En de kans op ontslag is beduidend kleiner.
Qua menswaardige omstandigheden kan het betaalde circuit hier nog heel wat van leren.

Wat mij opvalt als ik met een groep mensen ga wandelen, is dat de groep geneigd is, haar tempo te richten naar de koplopers – de snelste wandelaars. Meestal is er ook een middengroep, dan komt er een hele tijd niets, en dan komen de langzaamsten – ze lopen ergens achteraan en dreigen steeds verder achterop te raken. Af en toe kijkt er wel eens iemand uit de middengroep om. Ze staan even stil. Ik weet niet wat er dan door ze heen gaat. Misschien denken ze: “oh, die willen er zeker niet bij horen.” In elk geval lopen ze meestal weer door. Slechts een enkeling besluit, zich bij hen te voegen. Zo is de praktijk vaak, dat de langzaamsten zichzelf maar moeten zien te redden, en als ze niet op tijd alarm slaan, lopen ze ook nog de kans om te verdwalen.

In de samenleving gebeurt hetzelfde. Betaald werk is de norm, de norm is topsport geworden, en degenen die niet mee kunnen komen, moeten zichzelf maar zien te redden.
De huidige Participatiewet wil “iedereen bij de samenleving betrekken”. Maar dit dreigt er vooral op neer te komen dat men de achterhoede een hardlooptraining wil geven.

Ik zou een beweging andersom willen voorstellen: laat de dolgedraaide samenleving maar eens halt houden, en niet alleen achterom kijken, maar stilstaan en wachten op de zogenaamde achterhoede.
Wie weet wat ze te vertellen hebben. Wie weet wat ze allemaal gezien hebben wat de anderen ontgaan is, omdat die slechts bezig waren het tempo erin te houden. Wie weet waar ze over nagedacht hebben, terwijl de kopgroep daar geen tijd voor had. Laat de kopgroep zich maar eens richten naar de langzaamsten, en een tijd met hén meelopen.

Als je luistert naar de zogenaamde ‘achterhoede’, dan kan wel eens blijken dat zij in andere opzichten een voorhoede vormen. Bijvoorbeeld omdat ze willen werken aan een samenleving waarin het woord ‘samen’ nog centraal staat.

Geef een reactie