Op deze zondag is het waterkoud met een temperatuur van een graad of 4, maar door de matige wind komt de gevoelstemperatuur tot onder het vriespunt uit. In de loop van de middag is het licht gaan regenen. Dit is de voorbode van zachte lucht dat onze kant opkomt, want maandag zal de thermometer 9 tot 10 graden aanwijzen. Het blijkt een eendagsvlieg te zijn, want de ‘warmte’ wordt de volgende dagen meteen verdreven door guur weer met hagel en sneeuw. Door een hogedrukgebied op de Atlantische Oceaan en een serie depressies in het oosten van Europa komen we halverwege de week namelijk in een noordwestelijke en later noordelijke stroming terecht. De aanvoer van lucht komt dan rechtstreeks vanaf de poolstreken en dat betekent koud weer.
Tot het einde van de week liggen we nog wel vlak op grens tussen koude en zachte lucht. Dit gaat gepaard met veel bewolking en een komen en gaan van winterse buien. Doordat er een matig tot vrij krachtige wind staat, kracht vier tot vijf, zal het een aantal gure dagen worden. Er kan zelfs een sneeuwdek ontstaan. In het weekeinde breidt het hogedrukgebied zich uit over ons land. Neerslag verdwijnt en bewolking maakt steeds meer plaats voor zonneschijn. Doordat de nachten overwegend helder gaan verlopen duikt het kwik meteen onder het vriespunt. Daar waar de opklaringen het grootst zijn kan het zelfs matig vriezen tot -vijf graden. En als er sneeuw ligt vriest het nog harder.
Na het carnavalsweekeinde wil het hogedrukgebied zich verder uitbreiden tot Scandinavië. Als dat inderdaad zo is kunnen we ons opmaken voor opnieuw een periode met koud en droog winterweer, zoals we dat in januari hebben gehad. Vaak is zo’n tweede winteraanval de felste. Misschien wel net als vorig jaar rond deze tijd. Sneeuwdepressies proberen dit echter te verhinderen en of dit lukt is maar de vraag. Handschoenen, muts en schaatsen hoeven dus nog niet opgeborgen te worden.
