Onroerende zaak belasting (Ozb) wordt geheven door de gemeente, maar de regels die daarvoor gelden worden bepaald door de Tweede Kamer.
Op woensdag 14 november 2018 heeft de Tweede Kamer een voorstel (Amendement) aangenomen van het Kamerlid Pieter Omtzigt (CDA) over het heffen van ozb en maandag 19 november lag deze al op tafel in het vragenhalfuurtje van de Tilburgse gemeenteraad, ingebracht door CDA-raadslid Ton Gimbrère.
De Tweede Kamer heeft namelijk besloten dat gemeenten in het vervolg ervoor kunnen kiezen om voor gebouwen met een ‘maatschappelijk belang’ het lagere gebruikerstarief te rekenen in plaats van het hogere tarief voor bedrijven. Gemeenten kunnen dus kiezen welke categorieën van sociaal belang behartigende instellingen voor het lagere tarief in aanmerking komen, zoals sportclubs, scoutingverenigingen, speeltuinverenigingen, dorps- en buurthuizen en andere ANBI’s en SBBI’s.
Echter, gemeenten mogen geen onderscheid maken binnen deze categorieën, waardoor de ene sportvereniging een lager Ozb-tarief krijgt dan de andere sportvereniging. De gemeente kan ook van de mogelijkheid gebruik maken als het dorps- of buurthuis is gevestigd in een multifunctioneel centrum of een multifunctionele accommodatie.
De Tilburgse gemeenteraad heeft net twee weken eerder al een besluit genomen over de Ozb voor 2019, zodat dit nog niet voor het komende jaar gaat gelden. Voor 2020 is wethouder Oscar Dusschooten zeer bereid om uit te zoeken of dit ook in Tilburg kan en wat het de gemeente gaat kosten.
