Rob Grosveld: “Ik zie muziek als voedsel voor de ziel”

Marasquin, vlnr Rob Grosveld, Kelly Thomassen, Hans Aarts, Danielle Croes, Frank Schurgers

De coverband Marasquin zal op 30 december de afterparty verzorgen van de Top 1000 aller Tilburgers-uitzending in Café Karel. Rob Grosveld is de zakelijk en artistiek leider van de band. Een goede reden om eens met hem te praten. Waar ben je geboren, Rob? “In Bandoeng in Indonesië, maar al op jonge leeftijd naar Tilburg gekomen, van mijn Indische tijd kan ik me weinig meer herinneren. Mijn herkomst is net een smeltkroes, ik heb Nederlandse, Zwitserse en Indische roots. Een van mijn Opa’s kwam uit Horst-Sevenum, en een andere opa kwam uit Zwitserland.

Bij aankomst in Tilburg zijn we in de Textielbuurt gaan wonen, ik heb geen broers en zussen, later wel een paar halfbroers, maar toen nog niet”.  Rob lacht zachtjes. “Nou, ik ging naar de lagere school in de Hasseltstraat, die naast de voormalige kerk, en daarna naar de Norbertus Mulo en vervolgens de MEAO in de Stedekestraat, daar zit nu geloof ik een moskee in. Met de rest van mijn opleidingen zal ik je verder maar niet vermoeien.”

Had je als kind al interesse in muziek? “Ja, dat zat er al snel in, kreeg op mijn zesde al piano-les, en mijn vader, Theo Grosveld was een goed trompetist, hij is ook opgenomen in het boek ‘100 jaar Jazz in Tilburg’. Ik werd wel redelijk vrij gelaten met de pianolessen, naast de klassieke stukken improviseerde ik met jazz, Ramsey Lewis met name, en dan vooral het nummer ‘Wade in the Water‘.

Op mijn zestiende zat ik al in eigen band, eerst met een orgel, en ik heb gewacht tot er een goede electronische piano was, die bestond toen nog niet. Ik speelde in diverse bands, eerst een paar jaar in Graduate, soulmuziek met een bezetting van acht leden, daarna Pandora’s Box veel muziek van Creedence Clearwater Revival. Dat is allemaal in de jaren zestig en zeventig geweest. Daarna had ik met ‘Pasta’ een eigen band die zich toelegde op soul muziek. En zo’n 15 jaar geleden ben ik met de band Marasquin begonnen. Die had zijn ontstaan in Café De Boekanier, daar zijn we gaan spelen voor de gezelligheid. We deden er ook regelmatig optredens. We zijn de band met vieren begonnen, later kwamen er ook zangeressen bij, waaronder Kelly Thomassen, mijn vrouw, die ook solo optreedt.”

Theo Grosveld, de vader van Rob, met de trompet

Wat heb je na de MEAO gedaan, Rob?  Rob denkt even na. “Mijn vader had een pianowinkel en een muziekschool, en daar heb ik al die tijd gewerkt, studio Grosveld. Ik was daar ook pianostemmer. De winkel is een aantal keren verhuisd, maar het langst zat ie op de plek waar nu 013 staat, aan de Tivolistraat. Toen die zaak werd afgebroken ben ik verder gegaan als pianostemmer en verkoper ervan. Ik heb ooit nog eens in Kaatsheuvel gewoond, en daar had ik op een gegeven moment tien piano’s in de woonkamer staan, gewoon vanwege ruimtegebrek.”

Waar zou je het liefste wonen in Tilburg?  “Ja, in de Hasselt ofzo, in een leuk huis aan een pleintje waar saamhorigheid heerst tussen de mensen en kinderen”. Rob glimlacht bij de gedachte eraan.

“Marasquin heeft een gezellige uitstraling.” vervolgt Rob zijn verhaal over het ontstaan van de band. “Al snel gingen mensen ons boeken en hadden we optredens in het hele land. Soms wel drie per week. Een van de leukste concerten vond ik bij de business-school Nyenrode, het publiek raakte zo enthousiast dat ze in de palen omhoog klommen. Ook heel speciaal vond ik onze optredens in Cher, op de hoek Paleisring, Piusplein. Een fijne zaal, we trekken meestal de aandacht van het publiek om ze erbij te betrekken.”

Wat is jouw taak precies bij Marasquin, Rob? “Bandleider, maar dat is heel breed. Dat begint al met het zakelijke gedeelte, het boeken van de band, vroeger bezocht je veel mensen, nu loopt er ook veel via internet, je praat met mensen en je moet het vertrouwen van mensen weten te wekken. Daarnaast regel ik de complete logistiek, de muziek, het geluid, het vervoer. Dat is een hele onderneming hoor, dat moet je niet onderschatten. Wat ik wel jammer vind is dat iedereen met eigen vervoer komt, een optreden doet, en daarna ieder zijn weg gaat. Vroeger propte je alles in een busje en zat je als muzikant op je geluidsinstallatie, je deed alles samen, dat gaf een grote saamhorigheid, was veel leuker toen.”

Wat vind je van Tilburg? Rob begint nu te stralen. “Tilburg was, of is, dé muziekstad, een hele grote muziekstad. Veel bandjes, veel optredens en elk bandje had zijn eigen geluid, en ook heel divers. Alle muziekstijlen zie je hier terug. Ik ga ook vaak naar optredens. Ik herinner me nog één fantastisch optreden in Noorderligt waar TOTO optrad, dat was een belevenis, genieten, een fantastisch concert. Jammer dat die zaal nu afgebroken is. Verder vond ik de concerten van ‘Blood, Sweat & Tears een belevenis, vooral Spinning Wheel, die heb ik volgens mij in Ahoy gezien. Ook de concerten van Joss Stone hebben mijn grote waardering.”

Wat zijn jouw plannen voor de toekomst, Rob? Rob zegt meteen. “Ik ga meer studiowerk doen, ook voor andere artiesten zoals John van den Dries, Kelly Thomassen en Jeffrey Staten. Met die laatste artiest, van oorsprong Amerikaan, treden we ook op, meestal in Duitsland in Kassel. Dat is dan de Jeffrey Staten Island band.

Wat ik zonde vind is dat optredens door de recessie geminimaliseerd zijn , en dat vind ik persoonlijk erg jammer. Want veel muzikanten moeten zich daarin kunnen uiten. Kijk, er zijn zoveel muziekopleidingen in Tilburg, Factorium, Conservatorium, Rock-academie, Fontys, noem allemaal maar en als muzikant krijg je weinig kansen om op te treden. Er zouden meer open podiums moeten zijn, als je nu op een zondag rondkijkt in de stad, is bijna alles gesloten. Er zou gewoon meer live muziek in de café’s moeten zijn. Meer stageplekken maken.”

En tot slot, wat is je devies of lijfspreuk, Rob? Rob denkt even na en zegt: “Ik zie ‘muziek’ als voedsel voor de ziel. Muziek verbindt, stof waarmee je de ziel kunt raken en tot in de kern komt. Ieder mens kun je door muziek bereiken, in welke muzieksoort dan ook. Want stel je je nu eens even voor dat er geen muziek meer zou zijn? Stel je dat eens voor.”

 

 

Hoi Rob als buurmeisje hoorde we elke dag jou spelen oP de piano
De lessen die je kreeg van je vader Theo
Ook vond ik jou oma en voor ons tante Trudie ontzettende lieve mensen
Heb leuke en fijne herinereingen aan over gehouden
Kan ook niet anders dat je zo muzikaal bent Je bent er opgegroeid muziek was jullie leven
Met mijn belevenissen kun je alleen maar een super muzikant zijn met gevoel voor muziek
Lisette ouderling

Rob Grosveld,
Een bijzondere man
Speelt muziek op de manier zoals hij praat
Hij weet wat hij zegt, weet hij ermee bedoelt
In de muziek creeert hij door plaatsing van simpel afgewogen accoorden een diepere dimensie die je met honderd muzieknoten niet kan uitbeelden.

Toni Parinussa

Geef een reactie