![]() |
21-11-2009 | 1 | onbekend | ter plaatse | Kleine Wintervlinder – Operophtera brumata | G de Kinderen | Noord |
De kleine wintervlinder (Operophtera brumata) is een onopvallende kleine spanner. De vleugels van het mannetje zijn ongeveer 12 mm lang. De vrouwtjes zijn vleugelloos en hebben alleen de voor de vrouwtjes zo kenmerkende halfontwikkelde vleugelstompjes, er is dus sprake van seksueel dimorfisme.
Levenswijze
De mannetjes vliegen normaal pas uit na de eerste nachtvorsten vanaf oktober tot en met december. Ze vliegen hoofdzakelijk in de avondschemering bij vochtig en nevelig weer en bij een temperatuur net boven 0°C. De vrouwtjes bevinden zich op takken en boomstammen en kruipen daar wat rond, tot de mannetjes ze opzoeken en bevruchten. De mannetjes nemen de vrouwtjes tijdens de paring soms mee in de vlucht. De vlinder overwintert als ei.
De rupsen kunnen in sommige jaren, door hun grote aantallen, schade veroorzaken aan vruchtbomen.
Klimaatverandering
De kleine wintervlinder is één van de vlinders die verantwoordelijk is voor de “rupsenpiek” in het voorjaar die ervoor zorgen dat vogels als de koolmees en de bonte vliegenvanger aan extra veel voeding kunnen komen. Door stijging van de temperatuur bleken op zeker moment de rupsen echter al uit het ei te komen voordat er blad aan de eiken was. Onderzoek[1] heeft echter aangetoond dat door de genetische variatie de wintervlinder er in slaagt om bij dezelfde temperatuur toch later uit het ei te komen.
Externe links
- Vlindernet
- Recente waarnemingen op waarneming.nl
- Lepidoptera of Belgium (en)
Bronnen, waarneming.nl en Wikipedia
Recente reacties