“Miel Blok is Tilburger en auteur van het boek ‘Ik ben mijn beste vriend‘. Zijn tweede boek met CD en applicatie, ‘Feel good, Arie-Wubbo‘ komt uit op 15 oktober van dit jaar. Hij heeft een wekelijkse column op Tilburgers.nl. Daarnaast is hij eigenaar van communicatiebureau ’t Schrijfblok. “
Spreekwoorden en gezegdes. Ik ben en blijf er dol op. Maar zijn ze soms niet een beetje achterhaald? Wie weet is het tijd om ze eens aan te passen. Zodat ze meer bij het tijdbeeld passen. Een schouderklopje krijgen bijvoorbeeld. Het klinkt net zo geweldig als het in werkelijkheid is. Wie houdt er nu niet van een complimentje? Op het juiste moment en op de juiste manier, kan het je dag helemaal goedmaken. Maar delen mensen tegenwoordig nog wel schouderklopjes uit? Ik ben het afgelopen weekend aan het twijfelen geslagen.
Zaterdag. Koninginnedag in Nederland. Ons grootste volksfeest. Ieder jaar verplicht ik mezelf (en eventuele gasten) weer om naar de Koningin en haar gevolg te kijken op tv. Niet omdat ik het leuk vindt, maar gewoon omdat het er een beetje bij hoort. Toegegeven: ik vind het geweldig om te zien hoe de Oranjes zich moeten onderwerpen aan goedbedoelde ellende van de bewoners van de stad die ze bezoeken. Spelletjes, korte voorstellingen, hapjes, drankjes, handen schudden… Ze ondergaan het lijdzaam. Mooi! Het is ook een beetje de enige dag van het jaar dat we ze echt aan het werk zien. En werk… tja, dat is nu eenmaal niet altijd leuk.
Na afloop van Beatrix haar rondje Weert, zagen mijn gasten en ik een terugblik op een x-aantal jaar Koninginnedag. Ik kreeg een warm gevoel toen ik zag dat onze vorstinnen al decennia lang dezelfde ellende voorgeschoteld kregen. Ook zag ik een rode draad in de documentaire. Mr. Pieter van Vollenhoven. Echtgenoot van Prinses Margriet, Gevleugelde Vriend en… Jazeker: uitdeler van talloze complimentjes en aanmoedigingen. Maar gebruikte de bebrilde ‘man van’ schouderklopjes om het gezegde in leven te houden? Welnee! Een tik op de billen van iedereen die binnen zijn bereik kwam. Ik vond het opvallend, maar nog niet meer dan dat.
De dag na het feest. De eerste dag van de kater, zogezegd. Terwijl de schoonmaakonderdanen van Beatrix alle rommel in heel Nederland opruimden, ging ik voetbal kijken. De Nederlandse competitie nadert een spannend slot en daar wilde ik niets van missen. Ik keek eerst PSV – Vitesse en later nog (integraal) naar AZ – De Graafschap. Gewoon, omdat dat zo uitkwam. Tijdens de tweede wedstrijd wisselde AZ-trainer Verbeek. Niets bijzonders. Hij haalde zijn spits Kolbeinn Sigthorsson naar de kant. De knul had al twee doelpunten gemaakt en Verbeek vond het best zo. Tijd voor een compliment! IJslandse Kolbeinn mocht niet klagen. Liefst vier spreekwoordelijke schouderklopjes van de technische staf van AZ uit Alkmaar. Spreekwoordelijk. Maar in letterlijke zin allemaal tegen zijn achterwerk.
Even terug naar Koninginnedag. Wanneer is de traditie ontstaan waarin de Koninklijke familie op bezoek gaat bij onderdanen om geveinsde interesse tentoon te stellen? Ik vind het maar niets. Tradities zijn er helemaal niet om te breken. Laten we daarom teruggaan naar de situatie zoals die vroeger altijd was. Koning of Koningin en haar gasten vieren hun feest gewoon zelf in hun kasteel. Het gepeupel mag even buiten het kasteel juichen en springen, maar vooral niet meedoen. Bij tijd en wijle werpt de monarch of een van de andere genodigden wat etensresten uit het raam. Om zijn onderdanen toch het gevoel te geven dat ze deelnemen aan de viering. Zo ging het vroeger en ik weet zeker dat Bea en familie het graag weer zo zouden doen. Alles beter dan koekhappen, volleyballen, dansen, kleien, figuurzagen, vingerverven en wat nog meer. Onderdanen zijn onderdanen en de Koningin is de Koningin. Zo was het ooit en zo zien de Oranjes het vast het liefst weer.
Ik zag de zondagse voetbalbeelden, analyseerde het kort en kwam tot de conclusie dat de documentaire met Mr. Van Vollenhoven niet op toeval berustte. Nederlanders (en dan vooral mannen) slaan anderen graag op hun kont om hun waardering uit te spreken. Vreemd? Daar oordeel ik liever niet over. Tijd voor een aanpassing van het spreekwoord? Dat lijkt me wel op zijn plaats! ‘Een bipsklopje krijgen’ past veel beter bij Nederland anno 2011. Ze blijven mooi, die spreekwoorden. We moeten er zuinig op zijn, want ze maken onze taal kleurrijk en levendig. Maar om te zorgen dat de kinderen van nu ze ook begrijpen, is het hoog tijd dat we het spreekwoordenboek eens gaan herschrijven.
Recente reacties