Cees van Loon (Tilburg, 1947) , Grafisch vormgever van opleiding, geeft al 25 jaar lessen op vrijwillige basis, in Wijkcentrum in de Boomtak. Op Zondag 20 september zijn er van 13:00 tot 15:00 uur demonstraties van cursisten, met hun werk en werken van Cees zelf. Dat is aanleiding voor een interview met deze enthousiaste Tilburgse duizendpoot.
Je bent een ras-echte Tilburger, Cees? Ja, dat kun je wel zeggen. Als jongen uit een groot katholiek gezin met zeven kinderen en geboren in de Deken Botstraat liggen mijn roots in Tilburg. We hadden een typisch gezin, arbeidersmilieu, in de gezellige wijk in Theresia.
Daar heb ik ook mijn school doorlopen in de Pius X school in de Theresia-straat. Maar mijn resultaten waren niet om over naar huis te schrijven. Ik was nogal een dromer en mijn passie lag bij het tekenen. Dat zat ook wel in de familie, een oom was schilder en mijn vader was ook creatief. Ik ben daarin ook nooit tegengehouden.
Frater Antonius vroeg toen aan mij wat ik later zou willen worden waarop ik heb geantwoord: “Reclametekenaar.” Jaren later kwam ik Frater Antonius tegen bij een bruiloft van een van mijn zussen waar hij het harmonium bespeelde.
Hij herkende me gelijk. En wat voor werk doe je? Ik schoot in de lach. Ik ben grafisch ontwerper bij een reclamebureau, antwoordde ik. Wat een wonderlijk mooi toeval.
Afijn, na wat omzwervingen heb ik me aangemeld bij de St Joost kunst-academie. Je kon daarvoor een toelatingsexamen doen met het werk dat je gemaakt had, ik was toen 16. Mijn ouders zagen een opleiding op de Academie voor Beeldende Kunsten St. Joost helemaal niet zitten maar ik ben toch die opleiding gaan volgen.
Maar naast de school raakt ik heel geïnteresseerd in de muziek. Ik kan wel geen muziekinstrument bespelen maar muziek fascineert me. Het was de tijd van de opkomst van de ‘Soos’ Een ruimte gezellig inrichten, pick-up en muziekinstallatie erbij en plezier maken. In het gebouw van de Twem in Goirle hadden we daar een ruimte ingericht, ’t Kelderke.
Dat was een groot succes, maar dat liep op een gegeven moment spaak omdat de schoonzoon van de eigenaresse een te grote vinger in de pap wou, én entree, en de opbrengst van de bar. En omdat het vrijwilligerswerk was ging mij dat op een gegeven moment te ver.
Toen ben ik naar Wil Brocken gestapt, die in de Molenstraat Café de Wijngaard had, Dat was zo rond 1966. Hij was meteen enthousiast. We hebben daar toen ook de ruimte compleet ingericht met een man of drie, vier. Ik werd daar toen de Disk jockey.
In ‘Soos La Vigne’ werd toen het Café omgedoopt. Jac van Ham heeft de eerste door hem vervaardigde Discobar bij La Vigne geplaatst.
Wil Brocken kwam toen in contact met muziek impresario Jan Vis die toentertijd een groot aantal bekende bands daar liet optreden, Het liep er storm. Elke avond waren er wel zo’n 400-500 man. Dat heb ik zo’n jaar of drie gedaan en toen wou ik wat nieuws.
Ik ben daarna een tijdje disk jockey geweest bij Scaramouche van Sjef en Joke Gooijaers aan het Piusplein, het latere Cher en de drie Gezusters, dat was in 1967 of 1968 dacht ik. Jan Schellekens, die later aan de drugs raakte en ging zwerven, had daar een belangrijke rol. Hij was erg gezien bij de dames, en introduceerde allerlei dansen die hij op reizen naar Frankrijk had leren kennen. Hij werkte als barkeeper bij Scaramouche en was voordanser bij onder andere club Saint Tropez.
In 1968 kwam ‘De Meulen’ in beeld. Het voormalige Hotel, Café restaurant Moulin Rouge van Piet Hoefnagels aan de NS plein 36 werd overgenomen door Jan en Isabelle de Rooij. Die kwamen uit Canada en hadden het idee meegenomen om hier in Tilburg de allereerste discotheek te beginnen. Die formule was uniek voor heel Zuid Nederland en het was dan ook een groot succes. Ze vroegen mij of ik daar Disk Jockey wilde worden, en dan kon ik in vaste dienst komen.
Dat kwam mij goed uit, zo had ik een vast inkomen om de St Joost in af te maken, want zo heel breed hadden wij het thuis niet. Via speciale platenwinkels in Antwerpen en hun uitgebreide netwerk konden we aan de allernieuwste muziek komen die daar per schip aankwam. Daarmee liepen we ook al voorop.
Het was een geweldige tijd daar en er waren veel mensen actief. Jac van Ham, Hans van Helfteren etc.
In de tussentijd was ik aan de slag gegaan bij een Reclame Bureau Burmanje als grafisch ontwerper, dat was op dat moment mijn hoofdbaan. Ik vond het geweldig uitdagend werk, vooral op het zeefdrukgebied. Maar ik maakte zo nogal lange dagen en weken, door de week het werk bij Burmanje, daarna s’ avonds bij de opleiding van St Joost, en door naar de Meulen, waar ik ook meestal in het weekend zat.
In 1974 ben ik daar gestopt toen de klad erin kwam. En heb het roer helemaal omgegooid. Ik was inmiddels afgestudeerd bij de St Joost in de onderdelen Vrije Kunst en Grafische vormgeving. Samen met mijn (toenmalige) vrouw ben ik toen een winkel begonnen in dameskleding, La Colline in de Juliana van Stolbergstraat. Dat hebben we tot begin jaren tachtig gedaan, toen de de textiel niet meer zo goed liep, zijn we ermee gestopt.
In de tussentijd had ik me ook gespecialiseerd in de fotografie en mijn werk viel blijkbaar op. Peter Muller, hoofdredacteur van Audax benaderde mij of ik niet de grafisch ontwerper wou worden. Dat heb ik gedaan.
Later vroeg me mij of ik de staf-fotgraaf wou worden. Als enige fotograaf in vaste dienst, en met velerlei opdrachten, niet alleen voor het bedrijf maar ook voor alle uitgaves vooral voor het weekblad Aktueel dat een nieuwe koers ging varen.
Dat blad was begonnen als ‘de Rits’ en ‘de Lach’, wat luchtige bladen, maar de bedoeling was om er meer een allround weekblad van te maken. Uit die tijd ken ik ook Peter R. de Vries, die als Misdaadverslaggever bij de Telegraaf de overstap maakt als hoofdredacteur bij Aktueel.
Als fotograaf heb ik enerverende tijden beleefd, en heb de hele wereld afgereisd. Daar heb ik ook een archief van 200.000 dia’s en foto’s aan overgehouden. Ik ben nu bezig om te kijken hoe ik dat kan digitaliseren.
Afijn. Terug naar het begin van mijn cursus bij het wijkcentrum In de Boomtak. In 1990 was het Van Gogh jaar. Dat was en is mijn favoriete schilder en ik bewonder hem enorm. Ik heb ook bijna alle locaties bezocht waar hij heeft gewoond en gewerkt.
Het inspireerde me ook dat ik werk van hem heb ‘nagemaakt’. Dat was het zelfportret van Vincent van Gogh van met strohoed. Dat had ik prominent bij mij in huis aan de muur hangen. Op een gegeven moment vroeg een kennis, die overal contacten had in de kunstwereld of ik niet een serie van Van Goghs wou maken. Hij wou er graag 20 hebben en zorgde er ook voor dat er een mooie antieke lijst om het werk kwam.
Dat vond ik wel een uitdagend idee. Als een bezetene ben ik aan de slag gegaan, heb me verdiept in de werken die ik het beste vond, en telkens nam ik een ander werk. Gebruikte ook verschillende technieken, die Van Gogh ook gebruikte.
Uiteindelijk is het een serie van 23 werken geworden, waarvan ik er vier zelf heb gehouden. Ik begreep later dat die Van Gogh-werken van mij voor flink wat geld van de hand gingen. Maar ik kreeg er ook aardig voor betaald, moet ik zeggen.
Een van mijn overburen was wijkagent in de Noordhoek en tevens een leerling van mij geworden, hij wou zich graag bekwamen in de schilderkunst. Hij had ook mijn werken van Van Gogh gezien. Die kwam op een gegeven moment met het voorstel om als vrijwilliger misschien les te gaan geven in de Boomtak.
Aldus geschiedde: In augustus 1990 ben ik met de eerste lessen begonnen. Er zijn cursisten bij die nooit zijn weggeaan, zoals Ton van Herel die al sinds 1990 de lessen bij mij volgt. Het is een vaste club die ’t leuk vindt om te schilderen. We werken meestal met olie-verf, daarin kun je het beste alle schilder-technieken kwijt, en het geeft goede resulaten. Maar alle soorten verf zijn natuurlijk mogelijk.
Omdat we nu dus 25 jaar bestaan, en dat vinden we allemaal een bijzonder moment, houden we zondag 20 september van 13:00 tot 15:00 uur een speciale open dag, met demonstraties van cursisten en werken van mijzelf. Iedereen is dan van harte welkom.” besluit Cees van Loon die zich snel naar de lesruimte baant omdat de cursisten al een tijdje aan het wachten zijn.
6 reacties
Voeg die van jou toe →Beste Cees,
Al googelend kom ik uit bij jou als de auteur van :
“de collse watermolen van Vincent of misschien toch niet ?”
Ik zou willen dat deze visie opnieuw en nog veel sterker in beeld zou komen , zeker nu we het binnenkort in het Brabants museum kunnen gaan bewonderen !
Zelf ben ik er redelijk van overtuigd dat het heel veel eigenschappen mist die het tot een echte van Gogh zou kunnen maken .Maar wie ben ik ? Ton Sommen die door het penseel van Vincent meekijkt !
en het werk beoordeelt als kunstschilder en niet alleen als van Gogh -kenner
Beste Cees .
Het verhaal van de echtheid van de collse watermolen spreekt me erg aan ,zeker nu ik zie dat het schilderij voor heel veel geld is aangekocht en in het Brabants museum komt !
Graag zou ik ook jouw visie over dit werk in de publiciteit willen zien .
Beste Cees,
Voordat ik je levensloop hier aantrof kende ik je alleen via mijn broer Richard.
Maar dat er zoveel diversiteit in je steekt kon ik niet vermoeden.
Op je website kon ik je kunstwerken bewonderen en ook je fotografie.
Je betrokkenheid bij de Tilburgse popwereld is wel héél bizonder!
En dan dat knappe koppie van je met dat prachtige zwarte haar!
Waar blijft de tijd !
Beste Cees, jij hebt mij gevonden op internet, nu heb ik jou gevonden op internet!
Bewaar goede herinneringen aan onze samenwerking in Gilze, en fijn te lezen dat het je sindsdien goed is gegaan!
Hoi Cees
Ja een echte duizendpoot kunne wel zeggen
Eigenlijk ken ik je alleen van de muziekscene en bekijk ik altijd je foto,s op Facebook die je maakt tijdens de sessies zoals bij Bosvreugd. Maar hier zien we dan even wie je werkelijk bent en dat is wel verrassend. Op 20september zullen we zeker zijn want onze nieuwsgierigheid is gewekt.
Maar intussen….ga lekker door Cees schitterend.
U heeft niet zoveel reacties gekregen op deze blog maar ik wil u laten weten dat u erg goed bezig bent!