De wens van Brabant om gekozen te worden als Culturele Hoofdstad van Europa in 2018, oorspronkelijk onder de naam BrabantStad 2018 is een jaar geleden omgedoopt naar Eindhoven 2018. De aanleiding hiervoor was, dat alleen een stad zich kan inschrijven als kandidaat en niet een hele regio, of meerdere steden tegelijk. De vijf Brabantse steden Tilburg, Breda, Helmond, Den Bosch en Eindhoven zouden hierin samen optrekken, samen met de regio-gemeenten. Wie echter op de website kijkt van 2018Eindhoven.eu, kan de indruk krijgen dat vooral Eindhoven zich hierin prima profileert, terwijl de rest van Brabant er wat bij lijkt te bungelen.
Eind november 2012 hebben de vijf Nederlandse kandidaten zich gepresenteerd aan een jury. De concurrentie werd gevormd door Den Haag, Utrecht, Leeuwarden en Maastricht. Het resultaat hiervan is, dat Den Haag en Utrecht zijn afgevallen en dat de laatste drie doorgaan naar de laatste ronde. Begin januari 2013 is het juryrapport gepubliceerd, waarin de jury op alle kandidaten de nodige kritiek heeft.
Eindhoven krijgt waardering voor het intellectuele en vooruitstrevende concept, waarin kunst gecombineerd wordt met de creatieve industrie, wetenschap en technologie, dat de rode draad vormt van de presentatie. In principe heeft de jury ook waardering voor de ‘proeftuinen’, die in elke stad moeten opbloeien en die een sleutelpositie innemen in het programma. Maar de jury maakt zich daar ook zorgen over, aangezien nog niet duidelijk is hoe die proeftuinen gerealiseerd gaan worden. Het experimentele gehalte ziet de jury als een risico en zij vraagt zich af wie er gaat bepalen wat er in die proeftuinen zal gebeuren en wie het resultaat ervan bewaakt. Ook vreest zij dat door de bottom-up opzet, de projecten in deze proeftuinen te weinig te maken zullen hebben met Europees relevante onderwerpen. Ook ontbreekt de ‘Europese Dimensie’ in het bidbook, waarmee Brabant/Eindhoven zich heeft gepresenteerd. Wel was de jury tevreden over de insteek dat het bidbook samen met de bevolking van Brabant was samengesteld en dat er een breed draagvlak onder de burgers is te vinden voor de kandidatuur van Eindhoven. Maar hoewel het bidbook herhaaldelijk stelt dat co-creatie en het betrekken van ‘iedereen’ erg belangrijk is, wordt nergens concreet duidelijk hoe dit wordt uitgevoerd. Een duidelijk beeld hierbij ontbreekt.
De jury maakt zich eveneens zorgen over de rol van de artistiek directeur, Maarten Sanders. De ervaring leert, dat één manager voor het gehele programma meestal te weinig is om een heldere structuur neer te zetten en een hoge artistieke kwaliteit te bereiken, zoals die vereist wordt voor een Culturele Hoofdstad van Europa. Tenslotte zet de jury vraagtekens bij de financiering, die voor een belangrijk deel leunt op bijdragen van de landelijke overheid en sponsors. Desondanks heeft de jury voldoende vertrouwen in de kandidatuur van Eindhoven om de stad door te laten naar de laatste ronde, maar wel met aanbevelingen.
Eén van de adviezen stelt:
All three cities are involving their broader region. They should therefore confirm that the city will
continue to be the clear leader, including if they win the title, and explain how they will maintain
broad cross-party political support during and up to the year itself, and how they will deal with
any disagreements within their governance structure.
Ofwel: Hoewel de kandidaat-steden graag hun regio erbij willen betrekken, moeten ze wel duidelijk de leidende stad blijven, ook in de naam en ze moeten ervoor zorgen dat ze brede, politieke steun hebben en houden. Er moet duidelijk gemaakt worden hoe met (politieke) conflicten zal worden omgegaan.
De VVD-fractie van Tilburg heeft naar aanleiding hiervan vragen gesteld aan de wethouder van cultuur, Marjo Frenk. In de toelichting schrijft de VVD: “De VVD heeft daarom met de meerderheid van de gemeenteraad, bij de behandeling van het bidbook nadrukkelijke voorwaarden gesteld aan Tilburgse deelname en medefinanciering. Daarbij is afgesproken dat het programma culturele hoofdstad een sterk volks, en laagdrempelig, karakter zou krijgen, waarbij de Tilburgse en Brabantse cultuur in de schijnwerpers wordt gezet. En er is afgesproken dat de vijf Brabantse steden nadrukkelijk een eigen en herkenbaar aandeel in de programmering krijgen in ruil voor hun financiële bijdrage. Onder die voorwaarden is de fractie van de VVD akkoord gegaan met deelname aan de bidbookfase. Nu blijkt uit het juryrapport, dat de jury een aantal aanbevelingen heeft gedaan die haaks op die voorwaarden lijkt te staan.”
Op dit moment is er nog geen antwoord van het college op de vragen, na de Carnaval, op 18 februari, zal deze kwestie worden besproken in de commissie ‘Vestigingsklimaat’.