Vanaf 2015 moet de gemeente zelf de Wmo organiseren. Bovendien zijn een groot aantal zorg-zaken, die eerst onder de AwbZ vielen, doorgeschoven naar de Wmo en ook daarvoor wordt de gemeente verantwoordelijk. Dat geldt voor: individuele begeleiding, (vervoer naar) dagbesteding, logeeropvang en beschermd wonen en een deel van de persoonlijke verzorging. Ongeveer 3.000 Tilburgers krijgen met deze verandering te maken.
Eind januari 2014 heeft de gemeente van de landelijke overheid voor het eerst inzicht gekregen in de bedragen die van het Rijk komen voor uitvoering van van de nieuwe Wmo. Voor begeleiding betreft dit ongeveer €30 miljoen. Daarnaast ontvangt de gemeente naar verwachting €40 miljoen voor taken waar ook de kleinere gemeenten in de regio gebruik van zullen maken, zoals Beschermd Wonen en Inloop GGZ.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende vormen van maatschappelijke ondersteuning: een sociale basisstructuur, lichte ondersteuning en intensieve ondersteuning. Tot deze laatste horen onder andere: dagbesteding, thuisbegeleiding, logeeropvang en beschermd wonen. Nu zijn het allemaal nog van elkaar losstaande voorzieningen in de Awbz. In de nieuwe Wmo gaat dit veranderen. Niet het recht op de voorziening zelf zal centraal staan, maar het resultaat die de voorziening moet opleveren voor degene die het nodig heeft, zoals het vergroten van de zelfredzaamheid en deelname aan de samenleving (participatie).
Persoonsgebonden budget (PGB)
Ongeveer 20% van de Tilburgers die een indicatie hebben voor Begeleiding kiezen ervoor om zelf de benodigde zorg en ondersteuning in te kopen via het Persoonsgebonden Budget (PGB). Ook vanaf 2015 zit het PGB in de Wmo. Dat betekent dat burgers kunnen kiezen voor het aanbod vanuit de ondersteuningsketens (zorgaanbieders waarmee de gemeente een contract heeft), maar dat zij ook de vrijheid hebben om te kiezen voor een andere zorgaanbieder, waarmee de gemeente géén contract heeft. Hierop wordt wel een uitzondering gemaakt als er zwaarwegende redenen zijn om de cliënt hier geen keus in te bieden, bijvoorbeeld de cliënt geestelijk niet in staat is om zelf te kiezen en ook geen sociaal netwerk heeft.
Om fraude tegen te gaan en het PGB in te passen in de Tilburgse Wmo, wordt de uitvoering wel veranderd. Maar hierover is nog lang niet alles zeker omdat de nieuwe wet (Wmo) nog niet door de landelijke overheid is goedgekeurd. Als het aan de gemeente ligt, blijft het mogelijk om iemand uit je omgeving (kennis, vriend, uitwonend familielid) te betalen met het PGB. Mits de geleverde ondersteuning of zorg van de juiste kwaliteit is en bijdraagt aan zelfredzaamheid en participatie van de cliënt.
Tilburg was de eerste gemeente in Nederland met een apart PGB‐tarief voor Hulp bij het Huishouden, ingekocht bij bijvoorbeeld alfahulpen of informele zorgverleners uit de directe omgeving van de cliënt. Dit tarief is lager dan het tarief voor burgers die hulp inkopen bij een thuiszorgorganisatie of zzp’er. Dit beleid is door juristen goed gekeurd en kan dus ook worden toegepast op andere voorzieningen. Minstens de helft van de PGB‐gebruikers besteedt het PGB bij iemand die valt onder de regeling ‘Persoonlijke Dienstverlening aan Huis’. Wél gaat de gemeente onderzoeken, hoe mensen met een PGB kunnen leren om zuiniger met hun budget om te gaan.
Overgangsregeling
Voor mensen die nu al gebruik maken van zorg, die nu nog onder de Awbz valt, gaat niet alles ineens veranderen, zij houden de zorg zoals die nu is. Voor de zorgaanbieders (instellingen) én de clienten betekent het dat de nu lopende zorgafspraken worden voortgezet. Maar ook met de nu lopende afspraken moeten zij op een nieuwe manier gaan werken: meer samenwerken met elkaar en met anderen en vooral met de burger die de zorg nodig heeft. Dit zelfde geldt ook voor mensen met een PGB. Zorgaanbieders waarmee de gemeente contract afsluit, kunnen middels het PGB of als onderaannemer van de gecontracteerde zorgaanbieders ondersteuning blijven aanbieden in Tilburg. Dit geldt ook voor nieuwe aanbieders.
De nieuwe regels gelden voor iedereen die vanaf 2015 gebruik gaat maken van de Wmo en voor mensen van wie in 2015 de indicatie afloopt. Hiervoor gaat de gemeente zorg inkopen bij de grootste zorgaanbieders. De selectie van deze aanbieders doet de gemeente niet zelf, want dat is te ingewikkeld. Hiervoor huurt de gemeente een adviesbureau in: Andersson Elffers Felix uit Utrecht, dat in dit soort dingen gespecialiseerd is. Dit adviesbureu ontvangt hiervoor maximaal €45.000,-.
De gemeente wil vooral ervoor zorgen dat de zorg voor mensen gewoon doorgaat vanaf 2015 en dat er en een geleidelijke overgang komt naar het nieuwe systeem, voor zowel burgers als aanbieders. Maar ook moeten tegelijkertijd de kosten omlaag. Een soort ‘big‐bang’ op 1 januari 2015, of van welk jaar dan ook, is niet de bedoeling. Deze eerste veranderingen zijn een eerste stap in geleidelijke veranderingen. En als mocht blijken dat beslissingen die nu worden genomen niet goed zijn, kunnen die na verloop van tijd weer worden verbeterd of geheel veranderd.
De gemeenteraad heeft het laatste woord over dit nieuwe Wmo-beleid en zal het in de raadsvergadering nog moeten goedkeuren.
Voor het beleid gebruikt de gemeente een piramide als beeld voor de organisatie van ondersteuning. Onderaan staan alle burgers en het stelt een brede basis voor van eigen kracht, ontmoeting en het sociale netwerk van iedereen. Het fundament van de Wmo is een sterke sociale basis. Deze bestaat uit Sport, Cultuur, Onderwijs, Gezondheidsbeleid, Sociaal Werk, Vrijwilligersondersteuning en Informele Zorg. Dit is noodzakelijk voor de uitvoering van het Wmo beleid, het jeugdbeleid en de uitvoering van de Participatiewet. En daarmee ook voor het goed invoeren van alle nieuwe regels en systemen.
Verder naar boven in de piramide wordt de groep steeds kleiner. Eerst nog een wat grotere groep mensen die lichte ondersteuning nodig hebben en nog verder naar boven een steeds kleiner wordende groep mensen die behoefte hebben aan intensieve vormen van ondersteuning en specialistische zorg.
1 reactie
Voeg die van jou toe →hulpbehoevende ouderen met alleen aow en minimaal pensioen moeten extra gaan betalen voor huishoudelijke hulp.
voor velen zal dit een flinke aanslag zijn, ook al is het een kleine bijdrage. er is al zoveel gekort en alles is duurder geworden.