Fotograaf Schmidlin legde rond 1920-1925 deze watertorens vast van de fabrieken van Bernard Pessers aan de van Bylandtstraat 21, zijstraat tussen Hasseltstraat en Kwaadeindstraat.
Bernard had een Wolhandel en vellenploterij (bloterij). Daar werd de ruwe wol gewassen, de schapenvellen ‘gebloot’ en de wol van de vellen geschraapt. Huiden werden tot leer verwerkt en wol en leer werden verhandeld. Hij specialiseerde zich in het verwerken van schapen-, geiten- en kalfsleer, onder meer voor de productie van zemen. Het was de grootste leerlooierij van Tilburg
In 1876 had Bernards vader, Nicolaas het bedrijf opgezet op de terrein waar vroeger het Kasteel van Tilburg had gestaan, tussen de Van Bylandtstraat 21 en 35. Voorheen was dit de oprijlaan om op het kasteel te komen. Het betrof een enorm terrein van bijna 4 hectare dat later zelfs werd uitgebreid. Na de dood van Bernards vader werd het bedrijf gesplitst en zette Bernard de Wolhandel en Vellenploterij voort, terwijl Bernards broer Johannes de wolwasserij opzette die later bekend werd als Pessers-Verbunt.
Bernard Pessers stopte in 1973 met de leder- en pelswerkenfabriek, waarbij 124 mensen werden ontslagen. Na de liquidatie werden de machines apart verkocht, waarbij vele machines naar India gingen.
De complete fabriekspanden en terreinen (bijna 6 hectare groot toen) werden door de gemeente Tilburg op 1 september 1975, gekocht voor f 2.550.000,-. (Dat zou nu ongeveer een kleine vijf miljoen Euro zijn)
De fabriekspanden werden in 1977 gesloopt voor archeologisch onderzoek naar het Kasteel van Tilburg. Later is er rondom de fundering van het Kasteel een woonwijkje gebouwd.
Ine de Kock-van Beerendonk weet op Facebook nog te herinneren: “Mijn vader heel lang (tot de sluiting) als vrachtwagenchauffeur gewerkt. Maakte prachtig leer!!'”