Aan het einde van jaren tachtig van de vorige eeuw fotografeerde Rien Siers een aantal bekende personen uit die tijd. Vandaar het portret hier uit 1988 van de toenmalige directeur van de OMO, Tom Verdijk (1920-1994).
Tom Verdijk was geboren in Eindhoven maar kwam in 1939 als student naar Tilburg, naar Katholieke Economische Hogeschool die toen nog in de Tivolistraat zat.
In Tilburg werd hij vrij snelde praeses van het Tilburgese studentencorps Sint Olof. In die functie spoorde hij in april 1943 medestudenten en hoogleraren aan niet de door de bezetter gevraagde loyaliteitsverklaring te tekenen. Deze actie had ook tot gevolg dat er bij de universiteit heel weinig loyaliteitsverklaringen zijn getekend.
Tom Verdijk zat daarom vanwege zijn actie ondergedoken, maar bleef betrokken bij het studentenverzet. Leonard Joosten schreef in een biografie over die periode: “Maar ook als onderduiker liet hij zich niet onbetuigd. Hij schreef op verzoek van het ondergrondse Olof brieven aan zijn ondergedoken medestudenten. Zijn bijna pastorale brief uit augustus 1943 – typerend voor Tom zoals velen hem hebben leren kennen – had het motto: ‘Het vaderland, dat zijn wij in verbondenheid’. Tom wekte zijn vrienden op de onderduikerstijd te gebruiken voor bezinning op de wezenlijke waarden van het leven. Hij was lid van de zogenaamde Raad van Negen die het studentenverzet in Nederland coördineerde.”
In 1948 ging hij aan het werk voor het Provinciaal Opbouworgaan (PON) in Tilburg en werd daar vrij snel directeur en is dat tot 1971 gebleven. In de tussentijd werd hij voor de KVP tweede kamerlid van 1963 tot 1967 en nog een korte periode van 1971 tot 1972. Hij zag in 1966 af van een hernieuwde kandidatuur voor de Tweede Kamer, omdat hij na het overlijden van zijn echtgenote geheel de zorg had voor zijn drie jonge kinderen.
In 1978 werd hij benoemd als voorzitter van het OMO (Vereniging Ons middelbaar Onderwijs) een functie die hem op het lijf geschreven was en waar hij zelf ook veel voldoening aan had. Leonard Joosten schreef daarover: “Binnen en buiten het onderwijs raakte het spoedig bekend, dat bij OMO een warmbloedig voorzitter was aangetreden die wars was van alle bureaucratie en die -waar hij kon- de mens opspoorde en het voor hem opnam.”
Recente reacties