Discussie over financiële voordelen uit aanbestedingen in commissie Bestuur

berend-piushaven1
De eerste paal van de Piusbrug werd op 12 oktober 2011 geplaatst door wethouder Berend de Vries. De bouw lag geruime tijd stil door faillissement van opeenvolgende aannemers.

De commissie ‘Bestuur’ voerde maandagochtend een discussie over hoe moet worden omgegaan met aanbestedingsvoordelen. Bij elk bouwproject maakt de gemeente zelf een begroting, waarbij ingeschat wordt hoeveel een project zal gaan kosten. Vervolgens wordt een bouwproject aan besteed, waarop aannemers kunnen inschrijven om de opdracht te krijgen het project uit te voeren. Gewoonlijk krijgt de aannemer met de laagste prijs de opdracht, mits die ook aan alle voorwaarden van de opdracht voldoet. Wanneer die prijs lager is dan de gemeente heeft begroot, is er sprake vaneen aanbestedingsvoordeel.  Dit geld gaat automatisch terug naar de ‘algemene middelen’, de algemene gemeentekas.

Jan Heijman, VVD, legde het uit met een recent voorbeeld: “Bij de aanbesteding van de nieuwe brug in de Piushaven hadden we een aanbestedingsvoordeel van €1 miljoen, daarna zijn er veel problemen geweest met aannemers die failliet gingen en met extra kosten als gevolg. Door de recessie, ook in de bouwwereld, schrijven aannemers zich met lage prijzen in om te overleven en mogelijk veroorzaakt dat later problemen. Ik vraag me daarom of we ervoor moeten zorgen dat we het geld dat we teveel begroot hebben zolang bij project moeten houden, zodat we kunnen ingrijpen als er weer iets misgaat.”

Maarten van den Tillaart, CDA, sloot zich ook aan: “Je moet niet te snel je winst nemen en later ontdekken dat het geen winst was, dat ben ik eens met Jan Heijman. Je kunt meemaken dat je te ruim hebt gezeten. Als je een absurd laag bedrag krijgt aangeboden moet je je boerenverstand gebruiken en je afvragen of dat wel kan. We zitten nu in een bijzondere situatie met bedrijven die soms van de één op andere dag geen werk meer hebben. We komen hier nooit helemaal uit, maar we kunnen wel ruimte creëren, hoewel het subjectief is.”

Wethouder Erik de Ridder, verantwoordelijk voor financiën: “Ik hoor van bedrijven regelmatig dat ze onder de kostprijs aanbesteden, die houden liever hun mensen aan de gang zonder er iets mee te verdienen, soms leggen ze er zelfs op toe. Wees je ervan bewust dat je die dan onderuit trekt. Het uitsluiten van alle voor- en nadelen is onmogelijk. Ik onderstreep dat we zo goed mogelijk een voorcalculatie maken. Maar de prijzen waarop wordt gebaseerd lopen wel altijd een jaar achter, dat is lastig, maar ik ben niet van het natte vinger werk. Dat een bedrijf onder de prijs duikt om zijn personeel aan de slag te houden is vervelend, maar de lucht die er in heeft gezeten is er uit, men snijdt tegenwoordig echt in eigen vlees.

Maarten van den Tillaart onderbreekt: “Ik snap dat ze dat nu allemaal doen, maar juist als een bedrijf dan nog substantieel in prijs afwijkt, mag je vragen stellen of het wel klopt.” Erik de Ridder: “Ik weet dat dit op grote schaal aan de hand is, het gaat vaak om grote bedragen. Of hier een controle-mogelijkheid voor is, weet ik niet, maar ik wil dat nagaan en later melden hoe dat zit. De vraag is alleen: “Wat doen we daar dan mee? Wat vinden wij dan daarvan?” Als we er niks van gaan vinden hebben we er niks aan. Het nemen van verlies is de eigen beslissing van de aannemer.”

Hans Kokke, SP, mengde zich ook in de discussie: “We hebben hier in het Stadhuis toch wel de kennis om in te schatten dat een aanbod echt niet kan? Als je de markt een beetje kent kun je inschatten of een aanbod wel realistisch is.” Erik de Ridder: “Dat kan, maar wat wil je ermee? De ondernemer is zelf verantwoordelijk voor zijn inschrijving, totdat wij er last van krijgen. We controleren niet alleen op prijs maar ook kwaliteit en borging. Extra checks kunnen we doen bij twijfel.”

Geef een reactie