Daar sta ik dan weer, met m’n ouwe, stramme benen op een sokkel op de Heuvel. Alweer voor de 49ste keer, als ik het nog goed bijgehouden heb. Kou, sneeuw, vorst en regen; ik heb het allemaal al eens doorstaan, dus dit jaar valt het wel mee, qua weer dan. Die ouwe Willem II staat er ook weer, maar dat is niet echt een spraakzame man.
Ene keer, lang geleden, ben ik eens op stap geweest, althans dat was mij beloofd. Dat was in 1985. Motto van dat jaar was ‘ammòl op sjanternèl’. Ik weet het nog goed, we hadden op de zondagmiddag weer d’n opstoet gehad. Na de uitslag en de prijsuitreiking bleef het die dag tot in de kleine uurtjes erg lang onrustig op d’n Heuvel. Vooral toen er plotseling een groepje laatste feestvierders onder me kwamen staan. Een van feestbeesten riep: “Hej Gij Kruikenzeiker, is ut koud daarboven”. “Hej gij daar waorum bende gij nie op sjanternèl” ” hèdde gij gin zin mee ons mee op sjauw te gaon?”. Nou daar had ik wel oren naar dus knikte gedwee met mijn knoest. Een nachtje doorhalen met gelijkgestemden, dat leek me wel wat.
Voor ik het wist werd ik gemoedelijk van mijn sokkel gelicht en belandde in vertrouwde handen. “Dat gaat naar Den Bosch toe, zoete lieve Gerritje” riep het opperhoofd van het feestgedruis. Voor ik het wist lag ik in de achterbank van een oud Golfje. “Wauw ik mocht op sjanternèl en zou weer opduiken tijdens d’n opstoet in Oeteldonk, die daar een dagje later wordt gehouden dan in Kruikenstad . Voor wie het niet weet: zo heet Den Bosch tijdens het carnaval.
Maar zo liep het niet helemaal. Door wat onduidelijke omstandigheden kon dit niet doorgaan en belandde ik na een nachtje stappen op een voorzolder . Lekker warmpjes en goed verzorgt heb ik toen vanuit een klein venstertje, met een mooi uitzicht over d’n Heuvel, incognito de Kruikenbruiloft gadegeslagen. Echter die zelfde avond begon het weer te kriebelen. Ik miste zo mijn eigen sokkel en mijn traditionele begrafenis en vond dat ik maar weer eens voor den dag moest komen.
Ik pakte mijn biezen en zo belandde ik bij een klein studenten cafeetje voor een laatste kruik. Later dinsdagnacht toen ik lichtelijk aangeschoten over het rooie fietspad zwalkte werd ik plotseling aangehouden door de veldwachter. Hij vroeg me een verklaring waar ik was geweest, die was makkelijk:
Ik was deze carnaval een paar dagen net als: ‘ammòl op sjanternèl’!
1 reactie
Voeg die van jou toe →Hey Kruikenzeiker Tis tèèd vur wè ontspanning, we gaon èùt onzen bol, kom mar wir us van oewe sokkel en gaode mee samme ‘Vier daoge Bombezjoere’?