Sinds 25 oktober 2009 publiceert de Tilburger Peter van den Besselaar dagelijks een foto van en over Tilburg op zijn website Tilburg Daily Photo
Genoeg dagen dat ik een Ode aan de Voorspelbaarheid wil brengen. Dat er water uit de kraan komt. Dat de Wi-Fi het doet zonder problemen. Dat de relatie met mijn Lief spannend blijft. Dat ik wéét bij welke slager ik de rookworst moet halen. En waar de ossenhaas of rillettes. Ik mompel naar mijn collega dat burgerlijkheid zo gek nog niet is… als we praten over het verdriet van een scheiding, de energie die een nieuwe relatie wel niet zal kosten.
“Neem je je leven niet in handen, dan gaat het downhill. Je meest actieve jaren zijn die tot je 35-ste, dus ongeveer tot het punt dat je kinderen krijgt, aan je tweede baan begint of misschien wel je derde huwelijk. De trein loopt, je zit gebeiteld, het is comfortabel. Zo gaat het verder tot aan je pensioen waarna je lekker kunt uitbollen.” zegt neuropsycholoog Erik Scherder in een vraaggesprek in de Standaard. De verslaggever merkt op dat hij bij het woord uitbollen kijkt alsof het een vieze ziekte is. “Omdat uitbollen passé is. Je hebt mooie studies die zichtbaar maken wat er gebeurt als je rond je vijftigste er opnieuw tegenaan gaat. Een van de titels luidt The busier, the better. Als je tussen je vijftigste en negentigste nieuwe uitdagingen aangaat, voldoende verstandelijke inspanningen doet en een actieve levensstijl hebt, dan kun je het moment uitstellen waarop je mentaal en fysiek onherroepelijk achteruitgaat. Dus afbouwen? God, nee. Huppa. Gáán!”
Nou las ik dit vraaggesprek in een in België gekochte krant. Tilburgers gaan al decennia lang naar België, om koffie of een Bolleke te drinken, bier te halen, plezier te maken. Voorspelbaar, kan je zeggen. Op de weg terug sla ik af op de Turnhoutsebaan, waar ik altijd doorreed. Bij fruitkwekerij De Braacken. En dan blijkt daar een droom van een landwinkel bij de boer. Met véél meer dan appels of peren. Die ontdekkingen doe je alleen door iets avontuurlijker te leven. Wat Scherder zegt, eigenlijk.
Een aardige mevrouw van de fruitkwekerij ziet mij foto’s maken. Ze tikt me op de schouder en zegt: dáár hebben we vorige week geplukt. U moet hier foto’s maken, de zon staat mooi op de rode appeltjes. Ze heeft gelijk. Ik luister naar muziek van vogels die te horen is in de boomgaard. Fluitende roofvogels, denk ik. Om andere vogels op afstand te houden. Dat tikje op de schouder, het welgemeend advies, de muziek in de boomgaard. Hier werken ze met aandacht.