De accountant van de Gemeente Tilburg is Deloitte en die heeft op 15 april 2015 een toelichting gegeven op de jaarrekening, oftewel een accountantsverklaring. Voor 2014 constateert Deloitte een toename van het Eigen Vermogen van 9,4 miljoen euro, maar door een herbestemming van 16,2 miljoen is er sprake van een verlies van 5,9 miljoen euro over 2014. Het is niet geheel duidelijk waaruit die herbestemming van 16,2 miljoen euro bestaat.
Daarnaast heeft Deloitte nogal wat kritiek op de begroting en de najaarsrapportage. Hierin was een Kostentotaal van 837,2 miljoen euro meegenomen, maar de werkelijke cijfers in de jaarrekening bedragen 779,6 miljoen, dat is dus 48 miljoen euro minder. De accountant concludeert dan ook dat de begroting en de najaarsrapportage voor de gemeenteraad nauwelijks een sturende waarde hebben.
Naast een aanbeveling voor informatieverbetering is er ten slotte nog de waardebepaling van de debiteuren, geld dat de gemeente tegoed heeft maar nog niet heeft geïnt. De voorziening voor dubieuze debiteuren is in 2014 met 17,8 miljoen euro toegenomen. Dus er is flink wat geld apart gezet voor vorderingen die oninbaar blijken. Dan zijn er ook nog debiteuren in het kader van de uitkeringen van Sociale Zaken. Het gaat dan om Tilburgers die een uitkering krijgen of hebben gehad en deze moeten terugbetalen. De mogelijkheden van incasso en andere dwangmiddelen zijn in 2014 verruimd. Boetes en rentes mogen doorberekend worden en dat is ook veelvuldig gebeurd. Deloitte adviseert om hierbij toch een voorziening op te nemen omdat het ontbreekt aan ervaringscijfers, waardoor moeilijk is in te schatten hoeveel geld oninbaar zalblijken te zijn.
1 reactie
Voeg die van jou toe →De constatering van de gebrekkige sturingswaarde van begroting en najaarsrapportage (controlingsinstrumenten) is er al jaren. Rekenkamer, auditcommissie, accountant en diverse politieke fracties waarschuwen hier al jaren voor! Gevolg van de reorganisatie en veralgemeniseerde beleidsbegroting. Sturingsinstrumenten volgen de organisatie niet meer en daardoor is er weinig zicht op de feitelijke financiële huishouding. Na tig jaren en tig opmerkingen is er blijkbaar nog weinig verbeterd. Ook het massaal overboeken van financiële middelen geeft geen goed beeld van wat de organisatie feitelijk kan. Alles hangt daardoor als los zand aan elkaar, gaan zaken van bureau naar bureau, is er een enorme verkokerde en piramidale afstemming, gaan veel ambtenaren en bestuurders hun eigen weg, is de sociale cohesie in de organisatie ver te zoeken en is er al jaren een gigantisch hoog ziekteverzuim. Tilburg is ondanks de reorganisatie en dankzij de reorganisatie schrikbarend ver weggezakt op financieel beheersmatig niveau! Het “Tilburgs Model” heet tegenwoordig “follow the leader model”!