Noordhoekring: wat de buurt vindt zal Joost Möller ‘worst’ wezen

Studentenwoningen_Noordhoekring_Tilburg_centrum_01Het liep al tegen middernacht toen de commissie Vestigingsklimaat maandag 14 april begon aan de discussie over de nieuwbouw aan de Noordhoekring, inmiddels beter bekend als ‘de worst’. Vijf insprekers, die meerdere buurbewoners en organisaties vertegenwoordigden, waaronder Wijkraad Noordhoek, basisschool de Elzen, kinderdagverblijf De Kleine Boom en de Kloostertuin beheergroep deden hun relaas over de ervaringen met de bouwer van ‘de worst’, Van de Ven uit Vught, de afdeling Vastgoed van de gemeente en wethouder Joost Möller (VVD).

Al sinds de eerste plannen voor ‘de Worst’ loopt de buurt op tegen een muur van onwil en gebrekkige communicatie bij zowel de gemeente als bouwer Van de Ven. En dat terwijl er een hoop mis is met de bouw van het gewraakte pand, volgens de buurt. Vandaar dat zij een lange lijst met vragen naar de wethouder hadden gestuurd, wat de aanleiding was voor de discussie. Het auto- en fietsparkeren is niet geregeld, er zijn bomen gekapt terwijl er geen vergunning voor was afgegeven, de verkeersveiligheid gaat een probleem worden, de basisschool krijgt minder buitenruimte dan was beloofd en de bouw is 29 à 75% groter dan volgens het bestemmingsplan mag. Hoeveel groter, ook dat blijkt een punt van discussie te zijn.

Desondanks stelden de insprekers voor om op constructieve wijze met elkaar in gesprek te blijven en zij kwamen gezamenlijk met een voorstel. “Al deze debacles opgestapeld zien we toch een kans voor een breed gedragen plan. Een verrijking van de school, maar deze kans moet gepakt worden. Als de resterende bouw in volume gereduceerd word, resulteert dat in een aantal voordelen. Nodig is een commerciële ruimte aan de achterzijde van het pand, om een bso (buitenschoolse opvang), een sportlokaal voor de school en meer buitenruimte voor de school mogelijk te maken, door het reduceren van de omvang van het dakterras. Dan kan er ook een parkeerkelder gebouwd worden.”

Joost Moller
Joost Möller

Desondanks hield Joost Möller halsstarrig vol dat alles volgens de regels was verlopen, dat hij zijn uiterste best had gedaan om met de buurt te praten en vond hij dat hem niks te verwijten viel. De commissie was boos en kon hem haast wel levend villen; als hij nog niet demissionair was geweest, was de kans groot geweest dat de raad hem zou wegsturen.

Peter van den Hoven, LST: “Ik ben geschokt over de reactie van de wethouder. We zijn vier jaar weggeweest uit de raad, maar qua inspraak is er niks veranderd. Zeer te respecteren dat deze mensen blijven volhouden en mee blijven denken. Ze vragen een aantal zaken die door een goede manager op te losen zijn. Je moet nu aan alle vragen tegemoet gaan komen om dit dossier nog enigszins te redden. Ik schaam me dat ik deel uit maak van een bestuur van de stad waar dit soort managers aan de knoppen zitten. Het is goed dat uw periode erop zit, u heeft een wanprestatie van de grootste orde geleverd. U moet uw jas aandoen en hier vertrekken.” Hans Kokke: “Hoe krijgt u het voor elkaar om dit hier te presteren. Als u een goed wethouder was, had u die mensen gebeld en ze gezegd dat u later zou zijn omdat u een goed plan aan het maken was. Tijd voor een andere wethouder, want ik weet niet of ik in deze wethouder nog wel vertrouwen heb.” Bea Mieris, PvdA: “Ik heb begrepen dat in de vorige periode de PvdA als enige het college gesteund heeft. Ik wil niet de oude fractie afvallen, maar als ik dit zo hoor vraag ik me af hoe dit proces verlopen is.”

Jacqueline Gerssen, VVD, probeerde in de eerste termijn haar demissionaire wethouder nog uit de wind te houden, maar in de tweede ronde hield ze daar mee op. Aan de interruptiemicrofoon vroeg ze hem om terug te kijken en één ding te noemen, die hij anders zou hebben gedaan als hij het nu opnieuw mocht doen. Joost Moller: “Dan, zou ik misschien twee keer vaker met de bewoners zijn gaan praten, maar is wel hoogst ongebruikelijk.”

Maandag 12 mei komt deze discussie opnieuw terug in de raadsvergadering.

Geef een reactie