
Woningnood. Het kan nauwelijks iemand ontgaan zijn. Wachtlijsten voor sociale huurwoningen lopen op – in Tilburg nu naar 7 jaar en 7 maanden – huizenprijzen stijgen en twintigers blijven noodgedwongen langer in hun ouderlijk huis wonen.
Het is verontrustend om te merken hoe steeds schuldigen en oorzaken worden gezocht die we verantwoordelijk kunnen houden voor de huidige woningnood, zonder naar het bredere geheel te kijken. Vooral in de sociale sector, waar steeds (arbeids)migranten de schuld toegewezen krijgen van de nood. Te makkelijk, te kortzichtig onrechtvaardig en uiteindelijk ook nog gevaarlijk, vind ik.

Om de woningnood – met name in de sociale sector – op te lossen zal ook de arbeidsmarkt op de schop moeten. Er zit namelijk een rechtstreeks verband tussen deze twee.
In 2018 waren er bijna 2 miljoen flexwerkers: werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd óf een flexibel aantal uren per week. Hun aantal is in de 15 jaar met 878 duizend toegenomen. Oproep- en invalkrachten, tijdelijke werknemers met uitzicht op een vaste aanstelling, uitzendkrachten en tijdelijke werknemers zonder vaste uren. Daarnaast waren er bijna 1,1 miljoen zzp-ers in 2018. Flexwerkers en zzp-ers vormen samen ruim 3,0 miljoen mensen die wel werken, maar zonder de zekerheid van een vast contract.
Dat is bijna 35 procent van alle werkenden. In 2003 was dat nog 22 procent. (Bron: CBS)
Met een tijdelijk contract of opvolgende flexcontracten is inkomenszekerheid – en daarmee bestaanszekerheid – ver te zoeken. Het ene halfjaar heb je werk en verdien je genoeg, de volgende drie maanden heb je misschien niks. Wie zal het zeggen? Als je werk hebt moet je nauwlettend in de gaten houden hoeveel huurtoeslag je volgend jaar moet terug betalen, wil je niet in de schulden belanden. Se armoedeval ligt hier op de loer. En als je vervolgens een paar maanden geen werk meer hebt en op een uitkering bent aangewezen, moet je weer een periode zonder toeslagen overbruggen, want die worden alleen per kalenderjaar berekend en toegekend.

Wie in zulke onzekere arbeidsrelaties zit – en dus geen inkomenszekerheid heeft – bedenkt zich wel drie keer om vanuit een sociale huurwoning, die je met geluk hebt weten te bemachtigen – de stap te zetten richting een leukere woning met een hogere huur, laat staan een koopwoning. Met een dergelijk onzekere basis zal geen enkele bank een hypotheek verstrekken. De stap van een sociale huurwoning naar een middeldure huurwoning vereist dat je er zeker van kunt zijn dat je salaris toereikend is voor de huur, want aanspraak maken op huurtoeslag is er dan niet meer bij. En niet alleen nu, maar ook volgend jaar; omdat je nou eenmaal niet elk halfjaar kunt verhuizen.
Voor de 3 miljoen flexwerkers in ons land is deze inkomenszekerheid er niet. Deze mensen zullen nog eerder de stap willen maken van een te dure huurwoning naar een sociale huurwoning. Dus een stap terug in hun wooncarrière.
Degene die deze gordiaanse knoop weet te ontwarren lost niet alleen een arbeidsmarktprobleem op, maar ook een flink deel van de woningnood in de sociale sector én de bestaanszekerheid voor 3 miljoen mensen en hun gezinnen.
1 reactie
Voeg die van jou toe →Goed artikel. To the point.