Gastbijdrage van Marcel Horck, stadsimker van Tilburg.
Na de zege van oom Donald en de vrees voor de komende zege van ‘Henk en Ingrid’, merk ik dat ik bang word. Daarom – en alleen daarom – heb ik besloten tot het oprichten van een nieuwe partij. En wel: de ‘Partij der Niet (Beter) Weters’. Mijn enigste overtuiging is dat ik het niet beter weet dan u en uw buurman. Ik geef drie voorbeelden. Het hadden ook drie andere voorbeelden kunnen zijn. Evengoed had ik 10 voorbeelden kunnen noemen:
1. Natuurlijk zijn er in ons land grote problemen met immigranten. Iedereen van ons kent derde generatie gastarbeiders, tweede generatie bootvluchtelingen en eerste generatie Syriërs. Dat maakt het in dit land niet gemakkelijk. Laten we eerlijk zijn. In de afgelopen tijd zijn hele wijken van ‘kleur verschoten’.
Maar – Ik weet het niet hoor – ik vraag me enkel af hoe het ons kan lukken om SAMEN een heel nieuwe maatschappij op te bouwen, waarin plaats is voor iedereen. Ongeacht z’n afkomst. Want: Ik zou het niet aandurven om (Turkse of Marokkaanse) Nederlanders terug te sturen naar hun oorspronkelijke moederland. En dat om vele redenen. Ik zou het niet aandurven om Syriërs terug te sturen naar hun land-in-oorlog. Ik zou het werkelijk niet aandurven om mensen weg te sturen uit jouw & mijn (Neder-)land, waar het (gelukkig nog steeds) zo enorm goed is.
De conclusie is dat ik me werkelijk geen raad weet met zoveel verschillende mensen in mijn en jouw land. En tegelijkertijd dat ik het aandurf om dit experiment aan te gaan. Laten we kijken hoe ver we komen; wat we voor elkaar kunnen doen. Laten we alsjeblieft kijken hoe we SAMEN dit probleem kunnen oplossen.
2. Natuurlijk zijn er in ons land grote problemen in de zorg. Iedereen van ons kent de verhalen uit de verpleeghuizen waar je ‘slechts drie keer per dag mag plassen’. In de afgelopen jaren is er veel veranderd in jouw en mijn Nederland. En die veranderingen lijken niet allemaal even goed te zijn gegaan.
Maar ik weet het niet hoor. Ik vraag me enkel af hoe het ons kan lukken om samen een heel nieuwe maatschappij op te bouwen, waarin ook de zorg voor mijn vader en moeder, jouw opa en oma is gewaarborgd.
Ik zou het werkelijk niet aandurven om als verantwoordelijk minister zorg te dragen voor de zorg. Ik zou niet weten van goed of slecht.
De conclusie is dat ik de weg kwijt ben in ons zorgstelsel. En tegelijkertijd dat ik het aandurf om dit experiment aan te gaan. Laten we kijken hoe ver we komen; wat we voor elkaar en voor onze ouderen kunnen doen. Laten we alsjeblieft kijken hoe we SAMEN dit probleem kunnen oplossen.
3. Natuurlijk zijn er in ons land grote zorgen over de komende klimaatveranderingen. Iedereen van ons kent de angstaanjagende scenario’s. In de komende tijd zal er veel veranderen in jouw en mijn Nederland. En die veranderingen lijken niet allemaal gemakkelijk te zijn. Afscheid van olie die te veel vervuilt; afscheid van gas dat Groningen onveilig maakt. Nu al sterven de bijen, morgen de vogels; en overmorgen? Hoe bouwen we een toekomst van zon en wind?
Ik weet het niet hoor. Ik vraag me enkel af hoe het ons kan lukken om samen een heel nieuwe maatschappij op te bouwen, waarin ook de zorg voor onze omgeving is gewaarborgd.
Ik zou het werkelijk niet aandurven om de maatregelen te nemen, die tot redding van onze planeet bijdragen. Werkelijk niet. Wie wil vandaag zo veel op het spel zetten, om (mogelijk) morgen nog te kunnen leven?
De conclusie is dat ik werkelijk niet weet of en hoe onze wereld (en we hebben er geen tweede!) te redden. En tegelijkertijd: Ik durf het aan om met jou en jou en jou dit experiment aan te gaan. Laten we kijken hoe ver we komen; wat we aan de klimaatverandering kunnen doen. Laten we alsjeblieft kijken hoe we SAMEN dit probleem kunnen oplossen.
De ‘Partij der Niet (Beter) Weters’ belooft je niets. Ook en vooral niet met het oog op de komende verkiezingen (in Nederland) in maart:
Ik beloof je niet dat ik ‘al die profiteurs eruit gooi’.
Ik beloof je niet dat ik voor jouw ouders (of jouw grootouders) ga zorgen. Ik beloof je zelfs niet dat er anderen zijn die dat wel gaan doen.
Ik beloof jou (in Groningen) geen vaste grond onder je voeten. Al zal ik m’n uiterste best doen om zo snel als maar mogelijk van dat gas af te komen
Ik beloof je geen gouden bergen, zelfs geen 1000 Euro. Ik kan je werkelijk niet beloven dat je het morgen beter hebt dan vandaag, of misschien zelfs even goed.
Er zullen er komen die je gouden bergen beloven. Die waren er gisteren; ze zijn er vandaag en ze zullen er morgen opnieuw zijn. Ze beloven vandaag wat ze morgen al weer zijn vergeten.
Ik beloof je niets, helemaal niets. Echt! Ik beloof je helemaal niets! Het enigste wat ik doe is je iets vragen.
Ik wil je vragen om mij vast te houden; en niet alleen mij, maar ook je buurman op de hoek. De vluchteling uit Syrie, de bange mens in Groningen. Houd hen vast!
En ik vraag aan je om mee te helpen met meedenken, afwegen, opnieuw bekijken. Totdat we weten waar we naar toe gaan. Pas dan kunnen we voorzichtig de eerste stappen zetten in de richting van een nooit vermoedde toekomst.
Laten we alsjeblieft ophouden met te geloven in makkelijke oplossingen. Want: Helaas (zeg ik ook tegen mezelf) die zijn er niet!
2 reacties
Voeg die van jou toe →En wat als de betreffende buurman / buurvrouw in de sferen zit dat hij / zij het beter weet? Wat valt er dan nog te bespreken?
Zo kun je de zelfredzaamheid ook bekijken! De zelfredzaamheid ontdaan van de individualiteit en opgebouwd uit “samen”! Dan hoef ook niet veel te beloven aan een ander, want dan doe je het samen! “Pragmatische Samenredzaamheid”!