Overheid eist teveel van burgers

Zelfredzaamheid. De overheid verlangt van burgers dat ze zoveel mogelijk zelf kunnen en zelf doen. En wie dat niet kan, moet ‘zelfredzaam’ gemaakt worden op het gebied van zorg, financiële zaken en werk. Burgers zijn zelf verantwoordelijk en moeten zelf de goede keuzes maken. Volgens een lijvig rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) slaat de overheid hier in door.

Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid
De Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (WRR) heeft tot taak de regering te informeren en adviseren over vraagstukken die van groot belang zijn voor de samenleving. De adviezen van de WRR gaan over de richting van het overheidsbeleid voor de langere termijn. Meer lezen…

Het rapport, dat eind april 2017 is verschenen, heet ‘Weten is nog geen doen’ en geeft aan dat lang niet alle burgers dit altijd goed kunnen. En dit geldt niet alleen voor mensen met een lage intelligentie of een beperkte opleiding. Ook mensen met een goede opleiding en een goede maatschappelijke positie kunnen in situaties verzeild raken waarin zij niet genoeg zelfredzaam, niet zelf hun verantwoordelijkheid kunnen nemen. Bijvoorbeeld op momenten dat het leven tegenzit. Dan is het moeilijk om zaken te overzien en niet in de stress te schieten.

Als een persoon al dan niet door eigen toedoen, met gezondheidsproblemen of schulden te maken krijgt of zijn baan verliest, vraagt dat meer denkvermogen en handelingsvermogen, maar worden deze vermogens juist minder. Anders gezegd: door stress gaan mensen eerder fouten maken en zijn ze derhalve juist minder goed in staat om verantwoordelijkheid te nemen, om zelfredzaam te zijn. Echter, de overheid eist steeds vaker van mensen dat zij dat wél kunnen. Volgens het rapport van de WRR is dat niet realistisch.

Het is hierbij niet genoeg, dat mensen over voldoende en begrijpelijke informatie kunnen beschikken. Het hangt namelijk ook af van iemands karakter of hij of zij ook iets doet of kan doen met deze informatie. Dit noemt de WRR het ‘doenvermogen’. Terwijl de ene persoon in staat is om verleidingen te weerstaan, zoals ongezond eten en te veel geld uitgeven aan luxe, kan een ander dat veel minder goed. En iemand die optimistisch in het leven staat gaat anders om met problemen of tegenslagen, dan iemand met een pessimistische aard. Persoonlijkheid en karakter is daarbij niet of nauwelijks aan te leren, maar is grotendeels erfelijk bepaald.

De WRR adviseert de overheid om in haar beleid meer realistisch en minder rationalistisch te zijn. Niet ervan uit gaan dat iedereen mentaal in staat is om te allen tijde zelf verantwoordelijkheid te nemen. Niet aannemen dat alleen informatie leidt tot de juiste keuzes en dat mensen altijd volledige controle over zichzelf hebben. Beleid niet zo inrichten dat burgers gestuurd kunnen worden door informatie of boetes en niet ervan uit gaan dat de burger de wet kent.

Daarentegen zal overheidsbeleid meer aandacht moeten schenken aan het kunnen, het ‘doenvermogen’ van burgers. Er rekening mee moeten houden dat burgers de wet niet alleen moeten kennen, maar ook moeten kunnen opvolgen. Ook beveelt de WRR aan dat beleid juist verleiding en stress moet verminderen, zodat de burger in staat is om de juiste keuzes te maken.

Beleid dat te weinig rekening houdt met het kunnen van mensen kan erg vervelende gevolgen hebben als dat beleid ook nog geautomatiseerd wordt uitgevoerd. Bijvoorbeeld: De overheid legt automatische boetes op als een burger niet betaalt. Wie even niet oplet en vergeet om op tijd te betalen, ziet zijn of haar boetes in korte tijd oplopen tot een enorm bedrag. Dit kan voorkomen worden door een meer realistisch beleid, dat eerst nagaat of imand niet wil of niet kan betalen, dat nagaat of er sprake is van een vergissing. Er moet ruimte zijn voor burgers om fouten te herstellen.

Het rapport ‘Weten is nog geen doen’ en de samenvatting zijn te downloaden via de website van de WRR. De eerste twee gebruikte afbeeldingen zijn afkomstig uit deze twee publicaties.

Geef een reactie