Drie jaar geleden sneeuwde het met Pasen en was de eerste Paasdag de koudste in 40 jaar. Een jaar later was het in De Bilt de warmste Pasen geworden in 25 jaar. Het werd toen in De Bilt op eerste Paasdag 18,6°C. Dat was de hoogste temperatuur op deze feestdag sinds 1984. Toen noteerde het KNMI 22,4°C. De warmste eerste Paasdag staat overigens genoteerd in 1949 toen op 17 april 24,5°C werd gemeten. Drie jaar geleden begon deze dag in De Bilt met ruim -4 graden en werd het overdag niet warmer dan een graad of 6. Bovendien vielen er sneeuwbuien. In 2009 begon Pasen op veel plaatsen met onweer en bliksem. In het oosten werd 22 graden gemeten, in het westen kwam de temperatuur bij wind van zee op enkele plaatsen niet hoger dan 11 à 12 graden.
Het maken van een paasverwachting is één van de moeilijkste omdat Pasen altijd in het voorjaar valt en dan is de kans het grootst dat het weer plotseling kan omslaan. Het kenmerkende voor de lente is namelijk het grillige weer en dat komt juist tot uiting op de paasdagen, vooral ook omdat die feestdagen jaarlijks op wisselende data worden gevierd.
Eerste Paasdag valt altijd op de eerste zondag die volgt op de eerste volle maan op of ná 21 maart. Dus niet standaard aan het begin van de astronomische lente omdat die ook wel eens vóór 21 maart kan vallen. De kerk is altijd uitgegaan van een vereenvoudigde berekening met de gemiddelde posities van zon en maan en 21 maart als vaste datum voor het begin van de lente. Paaszondag valt ongeveer in het midden van de jaarlijkse paascyclus en bepaalt ook wanneer de andere kerkelijke feestdagen binnen deze cyclus vallen. De regels voor het berekenen van de paasdatum werden al in het jaar 325 vastgesteld tijdens het Concilie van Nicea, maar werden aanvankelijk op verschillende manieren toegepast. De Scytische monnik Dionysius Exiguus stelde in het jaar 525 in Rome tabellen en een rekenschema op die dankzij de pauselijke goedkeuring de overhand kregen. Dat betekent dat Pasen op zijn vroegst op 22 maart en uiterlijk op 25 april valt. Pasen 2008 viel dus op 23 maart en dat is ongewoon vroeg voor Pasen. De laatste keer dat dit gebeurde was in 1913 en de eerstvolgende keer is pas in 2160. De vroegst mogelijke datum voor paaszondag, 22 maart, is nog zeldzamer. De laatste keer dat dit gebeurde was in 1818 en de eerstvolgende keer is pas in 2285.
Door die grote spreiding over het voorjaar kan het paasweer zowel een winters als een zomers karakter hebben. Kijk maar eens naar 2008 en 2009. Op 17 april 1949 werd in De Bilt 24,5°C gemeten, de hoogste temperatuur van eerste Paasdag sinds tenminste 1901. De tweede Paasdag was nog warmer en in een groot deel van het land werd bij zonnig weer 25 tot 30 graden bereikt. Zeker de laatste jaren zijn in maart in ons land geregeld temperaturen tussen 20 en 23 graden gemeten. In 1968 had het zuiden van Limburg al op 29 maart met 26 graden zijn eerste zomerse dag. Een warme eerste Paasdag, met een temperatuur boven de 20 graden en meer dan vier uur zon kwam hier sinds 1901 vijf keer voor, het laatst in 1984 (22 april). Uit het paasweer blijkt ook dat het voorjaar een zonnige periode is: sinds 1901 registreerde De Bilt op eerste Paasdag in 18 gevallen meer dan 10 uur zon.
Drie jaar geleden werd het record gebroken van koudste eerste Paasdag sinds 1901. De Bilt registreerde toen op 23 maart 2008 -4,4°C. Het vorige record was van 10 april 1977 toen het bij het KNMI -3,0°C was, terwijl er overdag ook sneeuwbuien vielen. Overdag was Pasen het koudst op 29 maart 1964 met in dat etmaal een “hoogste” temperatuur van 3,9°C. De koudste Paasdagen ooit, dat wil zeggen in drie eeuwen, had ons land in de recordkoude maart 1845. Op het Amsterdamse IJ was het ijs zo dik dat op eerste Paasdag, ook 23 maart, de eieren op het ijs werden gegeten. Ook op 31 maart 1771 was dat gelukt en zover bekend zijn dat de enige twee Paasdagen met ijs op de Hollandse waterwegen. Maart 1845 was de grootste uitzondering: alle rivieren in ons land waren bevroren. Paarden met karren en sleeën baanden een weg over het ijs. De winter hield het tot de laatste week van maart vol met herhaaldelijk strenge vorst. Vooral midden maart 1845 was het koud met -21°C in Groningen.
Een sombere, natte en koude Pasen kwam minder vaak voor. Sinds 1901 waren er 31 eerste Paasdagen waarop de temperatuur overdag de 10 graden niet haalde, de zon nauwelijks scheen en meer dan een millimeter regen werd opgevangen. Het koudst was het in 1964 toen de temperatuur met Pasen (29 maart) bij zeer somber en nevelig weer overdag plaatselijk bij 3 graden bleef steken. Op tweede Paasdag viel er in 1964 ook natte sneeuw. Ook in 1994 was dat het geval toen de zeer natte tweede Paasdag (4 april) met 20 tot 30 millimeter neerslag uitermate guur afsloot met zware sneeuwbuien, onweer en wind. Op Goede Vrijdag ondervond het verkeer ook al hinder van het weer: een felle storm met zeer zware windstoten van meer dan 100 kilometer per uur blies talloze caravans en aanhangwagens van de weg.
Sneeuwbuien met Pasen waren er ook in 1977 toen het op eerste Paasdag (10 april) in de ochtend plaatselijk 7 graden vroor. Op de ochtend van tweede Paasdag in 1982 (12 april) lag op een aantal plaatsen enkele centimeters sneeuw. Paaszaterdag 2001 was een echte winterdag: ’s ochtends vroor het licht tot matig waarna het sneeuwde. De laatste sneeuwbedekte en zeer koude Pasen hadden we in 2008 met in Vlissingen zelfs 11 cm sneeuw. Sinds 1901 begon eerste Paasdag in De Bilt 15 keer met vorst, maar op 2 van dergelijke dagen werd het in de middag bij zonnig weer toch nog 19 graden.
Zoals eerder gezegd staat het voorjaar bekend om abrupte weersomslagen en ook het paasweer valt daar wel eens onder. Het opmerkelijkste voorbeeld is Pasen 1979: eerste Paasdag (15 april) had zonnig zomerweer met temperaturen tussen 20 en 23 graden en weinig wind. De tweede Paasdag was uitgesproken guur met regen en een krachtige wind, waarbij de thermometers midden op de dag amper 6 graden aanwezen. Ook in 1998 was dat op tweede Paasdag (13 april) het geval: De Bilt noteerde een hoogste temperatuur van 6 graden en er vielen talrijke winterse buien.
Dit jaar ziet Pasen er zomers uit met in Tilburg temperaturen van rond de 25 graden en volop zon. Vorig jaar (4-5 april) was het een frisse Pasen met 11 tot 12 graden. Eerste Paasdag was licht wisselvallig met een enkele bui, maar op tweede Paasdag was het droog.