PvdD roept Brabantse biologisch melkveehouders op vrijstelling te claimen

De Partij voor de Dieren (PvdD) roept alle biologische en biodynamische melkveehouders in Nederland op, die gedwongen worden dieren af te voeren van hun bedrijf, bezwaar aan te tekenen bij staatssecretaris Martijn van Dam van het ministerie van Economische Zaken. Aanleiding is de uitspraak die de rechtbank in Den Haag op donderdag 4 mei 2017 deed in een zaak die enkele biologische en biodynamische melkveehouders hadden aangespannen tegen de Staat.

De rechter in Den Haag stelde alle 52 melkveehouders in de zes aangespannen zaken in het gelijk. De uitspraak betekent dat voor een deel van de melkveehouders het fosfaatreductieplan buiten werking wordt gesteld. De Partij voor de Dieren (PvdD) is blij dat de rechter Staatssecretaris Martijn van Dam nu terugfluit, waar de Tweede Kamer het eerder liet afweten.

De Biologische boeren startten om verschillende redenen een kort geding tegen de Staat. Zij vroegen hierin om de regeling voor hun bedrijfssituatie buiten werking te verklaren, omdat ze er onredelijk hard door worden getroffen. De rechter oordeelde dat het onterecht is dat biologische en biodynamische melkveehouders moeten meewerken aan de fosfaatreductieplannen van het kabinet, omdat biologische boeren het fosfaatoverschot niet hebben veroorzaakt. In een van de vonnissen wordt benoemd dat biologische melkveehouders met een gemengd bedrijf kampen met een mesttekort voor hun akkerbouwtak. Voor hen is sprake van een dubbel nadeel, aldus de rechter. Wat de consequenties zullen zijn van de uitspraak van de kortgedingrechter is op dit moment nog niet duidelijk. De staat heeft in principe de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen de uitspraken.

Esther Ouwehand Tweede Kamerlid van de PvdD: “Biologische boeren moesten ten onrechte bloeden voor de onverantwoorde uitbreiding van de intensieve melkveehouderij. De Tweede Kamer had Van Dam terug moeten fluiten, maar verzuimde -zoals vaker in het landbouwbeleid- haar plicht. Gelukkig corrigeert de rechter het kabinet nu alsnog. De vervuiler moet betalen, niet de biologische boer die wél binnen de milieugrenzen blijft.”

De fosfaatproblemen zijn ontstaan doordat een meerderheid van de Tweede Kamer (CDA, VVD, PVV, PvdA, ChristenUnie en SGP) eerst besloot de melkquota af te schaffen en daarna, met steun van D66, in te stemmen met verdere, ongecontroleerde groei van de melkveehouderij. De waarschuwingen dat deze groei het mestoverschot onbeheersbaar zou maken, werden genegeerd. Door de ongebreidelde groei is -zoals voorspeld- het mestoverschot veel te groot geworden, waardoor staatssecretaris Van Dam de sector alsnog beperkingen oplegde. Dit alles ten koste van de dieren: zo’n 100.000 koeien moeten voortijdig naar de slacht. Deze draconische maatregelen hadden voorkomen kunnen worden als de overheid de melkveestapel binnen de perken had gehouden met deugdelijke regelgeving.

Reden voor het ingrijpen is het behoud van de zogenaamde derogatie. Nederlandse boeren mogen veel meer mest op het land uitrijden (en dus vervuilen) dan boeren in andere Europese lidstaten. De enige voorwaarde die daarvoor geldt is dat de totale mestproductie niet groter wordt dan hij was in 2002, het fosfaatplafond. Zelfs die ene voorwaarde om meer te mogen vervuilen dan andere landen heeft Nederland niet gerespecteerd. Om de derogatie te behouden probeert het kabinet de mestproductie alsnog fors te beperken door boeren te verplichten koeien naar de slacht te sturen of op transport te zetten naar het buitenland. Daar is tot nu toe al 30 miljoen aan overheidssubsidie beschikbaar voor gesteld.

De Partij voor de Dieren heeft zich altijd verzet tegen het afschaffen van het melkquotum; een positie die overigens ook de Nederlandse Melkveehouders Vakbond innam in tegenstelling tot  Land- en Tuinbouw Organisatie (LTO) en dus ook tegen de uitbreiding van de melkveehouderij. Toen de boel, zoals voorspeld, volledig uit de hand liep heeft de Partij voor de Dieren in diverse debatten ingebracht dat de biologische en biodynamische boeren de problemen niet hebben veroorzaakt; zij leveren geen bijdrage aan het fosfaatoverschot én maken geen gebruik van de derogatie. Esther Ouwehand heeft verschillende voorstellen ingediend om de biologische en biodynamische boeren vrij te stellen van de maatregelen, maar kreeg daarvoor geen meerderheid in de Tweede Kamer.

Nu de rechter alsnog een streep haalt door de fosfaatreductieplannen van Van Dam, waarin hij de biologisch(dynamische) melkveehouders dwingt een probleem op te lossen waaraan zij part noch deel hebben, roept de Partij voor de Dieren alle biologisch(dynamische) melkveehouders die gedwongen werden dieren af te voeren van hun bedrijf op zo snel mogelijk bezwaar aan te tekenen bij het ministerie. De uitspraak van de rechter geldt voorlopig alleen voor de melkveehouders die de procedures hebben aangespannen. Biologisch(dynamische) melkveehouders die aanspraak willen maken op dezelfde uitzonderingspositie moeten dit schriftelijk kenbaar maken aan de staatssecretaris.

Lees hier de bijdrage van de Partij voor de Dieren aan het debat over de fosfaatreductieplannen terug.

Bent u zo’n biologisch(dynamische) melkveehouder? Stuur dan een brief aan staatssecretaris Van Dam. Contactinformatie van het ministerie vindt u hier. Als u een kopie van uw brief naar de Vaste Kamercommissie voor Economische Zaken stuurt, kunnen wij monitoren of en hoe de staatssecretaris reageert. Het e-mailadres van de commissie is cie.ez@tweedekamer.nl

Bron: Partij voor de Dieren

Geef een reactie