Stadstuinen in Tilburg: een beknopte geschiedenis

Een stadstuin is een plek binnen de stad, waar bewoners gezamenlijk groenten en fruit telen voor eigen gebruik. Anders dan in een volkstuin wordt de grond gezamenlijk bewerkt en de opbrengst gedeeld of verdeeld door en met de vrijwilligers die deelnemen in de stadstuin.

In Tilburg heeft het, in vergelijking met andere steden, nog vrij lang geduurd voordat stadslandbouw van de grond kwam en de bekendste stadstuin is inmiddels de omvangrijke StadsTuinderij aan de Piushaven. Deze stadstuin moet aan het eind van 2019 plaatsmaken voor bouwplannen. De huidige projecteigenaar van de StadsTuinderij, stichting Het Werkt, heeft daarom een overzicht van de situatie gestuurd naar de gemeenteraad, ‘Stand van Zaken’.

Voor het historisch besef is het nodig om te begrijpen waar dit project vandaan komt. In een notendop.

2012

De basis van StadsTuinderij Piushaven ligt niet bij stichting Het Werkt, maar bij stichting Social Energy. Deze stichting organiseerde sinds het najaar van 2011 elke maand een Repair Café, waar vrijwilligers de kapotte spullen van bezoekrs repareerden. Eén van deze vrijwilligers had een probleem met zijn volkstuin: doordat hij een poos niet in staat was geweest om deze te onderhouden dreigde hij een boete te krijgen voor te hoog gras en onkruid in zijn tuin.

Onder de noemer ‘Repair Garden’ werd een aantal vrijwilligers bereid gevonden om hem te helpen in zijn tuin en deze binnen een dag op te knappen. Door het succes van deze actie ontstond het idee om een collectieve tuin te beginnen: een stadstuin.

Echter, bij de gemeente Tilburg werden de initiatiefnemers niet serieus genomen. Ze konden een stukje grond van 10 bij 10 meter krijgen voor 6 euro per vierkante meter (€600,-) per jaar. Te klein en te duur voor een klein burgerinitiatief zonder budget. De oplossing die zich aandiende kwam van een particulier die een stuk grond over had waarmee niks gebeurde, maar niet in Tilburg, in Nieuwkerk. Tegen de grens met België geplakt. De grond was overwoekerd en al 15 jaar niet gebruikt en er stond een bungalow zonder water of elektriciteit.

2013 – Het begin van de eerste Energy Garden in Nieuwkerk.

2013

Stichting Social Energy vestigde daar de eerste collectieve tuin, de ‘Energy Garden. Al gauw groeide de groep vrijwilligers naar 20 tot 25 personen die één of meerdere dagen in de week aan de slag gingen.

Door het succes van deze tuin werd de belangstelling gewekt van Amarant, die op de locatie Tongerlose Hoef een tuin had met een oude kas. Amarant wilde graag haar cliënten in de dagactiviteiten de mogelijkheid bieden om met een tuin aan de slag te gaan en vroeg aan stichting Social Energy om een tuin te realiseren voor haar cliënten. Zij dacht zelf dat er misschien drie of vier cliënten zouden zijn die dit leuk vonden.

Social Energy heeft dit verzoek ingewilligd en binnen een paar maanden was de kas opgeknapt en ontstond de tweede Energy Garden. En niet drie of vier cliënten van Amarant deden mee, maar zo’n 10 tot 15 mensen wilden regelmatig meedoen.

In dezelfde periode werd Social Energy benaderd door Het Werkt, wat op dat moment nog een v.o.f. was. Het Werkt zat samen met Walas gevestigd in de net opengestelde Spoorzone (waar tegenwoordig Club Smederij zit), onder de noemer Servicebureau Zuid. De vraag aan Social Energy was, of cliënten van Het Werkt aan de slag zouden kunnen in Nieuwkerk en de bungalow mochten opknappen. Het Werkt was in die periode namelijk ernstig op zoek naar verschillende dagbestedingsmogelijkheden.

Maar voordat het zover kon komen, moest de collectieve tuin in Nieuwkerk noodgedwongen stoppen omdat de eigenaar het land in de verkoop had gedaan.

2014

Ondertussen was Servicebureau Zuid (Het Werkt) bezig met het opstellen van een plan: ‘Sporen in de Wijk’. Een plan voor stadslandbouw in Tilburg, dat voorzien was voor het Van Gend en Loosterrein (VGL). Dus op de plek waar nu het Spoorpark gerealiseerd wordt. Er werd aanspraak gemaakt op financiering door het Tilburg Akkoord om van start te kunnen gaan. Maar omdat er nog een maatschappelijke organisatie als samenwerkingspartner aan ontbrak, ketste het plan af. Daarop werd Social Energy gevraagd om mee te doen met ‘Sporen in de Wijk’ en om dus samen een collectieve tuin te realiseren.

Dit keer werden alle lichten op groen gezet bij de gemeente en trokken beide partijen samen met de projectleider Spoorzone van de gemeente Tilburg naar het VGL-terrein om met piketpaaltjes de locatie voor de derde Energy Garden af te bakenen. Zover kwam het niet. Want ter plekke werd de ambtenaar gebeld en teruggefloten vanuit het Stadhuis. Er was namelijk een nieuw college aangetreden en dat wilde een nieuw plan voor het VGL-terrein. De piketpaaltjes moesten onmiddellijk weer worden opgeborgen.

2015 – 2017

Vanaf dat moment zaten de beide organisaties met een zak geld voor een stadstuin, maar zonder locatie.

Tijdens de zoektocht naar een geschikte plek werd contact gelegd met zorgorganisatie de Wever, dat eigenaar is van het terrein aan de Piushaven. Vroeger had hier wasserij Lips gestaan en de Wever was oorspronkelijk van plan geweest om hier een nieuw verzorgingshuis te bouwen. In ieder geval had de Wever al een goed begin gemaakt met het saneren van de bodem, maar van een bouwplan kwam het niet als gevolg van de crisis en van het wegbezuinigen van verzorgingshuizen.

Met de Wever werd een gebruikscontract afgesloten waarin het gebruik van de grond in ieder geval voor twee jaar werd gegarandeerd en daarna zolang er nog geen andere plannen waren. En wanneer die plannen er zouden komen, zou de stadstuinderij zich niet verzetten tegen het verlaten van de grond.

Daardoor werd de derde Energy Garden, Stadstuinderij Piushaven een feit en op zaterdag 28 maart 2015 begonnen 25 vrijwilligers met de aanleg.

Vanaf het begin was Stadstuinderij Piushaven erg succesvol. Waren er op de eerste dag 25 vrijwilligers, na een jaar waren dit er 125. Vanuit de visie van Social Energy waarin vrijwilligers leidend zijn en hun wensen de koers bepalen, wisten velen de stadstuin te vinden en vonden er een (nieuw) sociaal netwerk.

Eén van de succesfactoren was, dat mensen zelf konden bepalen hoe vaak en hoe lang ze wilden komen. Door deze vrijheid en vrijblijvendheid kwamen mensen juist vaker en langer meewerken dan wanneer er vaste werkroosters zouden zijn geweest. Bovendien mochten vrijwilligers zelf bepalen welke werkzaamheden zij wilden doen en beslisten zij mee over tal van zaken in de stadstuin.

Deze koers was geen lang leven beschoren. Het Werkt – dat inmiddels de vorm van een stichting had aangenomen omdat daarmee makkelijker subsidies zijn binnen te halen – wilde een verdienmodel en wilde zoveel mogelijk dagbesteders aan het werk zetten om daarmee te verdienen op pgb’s. Dit stuitte veel vrijwilligers tegen de borst. Enerzijds omdat zij zich zouden moeten conformeren aan vaste werktijden en anderzijds omdat zij geen vrijwilligerswerk willen doen om het salaris op te brengen van de projecteigenaren.

Vanwege deze koersverandering, die niet meer was tegen te houden, stapte stichting Social Energy in 2017 uit het project Stadstuinderij Piushaven. Inmiddels had zij een nieuwe locatie gevonden voor een collectieve tuin, de vierde Energy Garden, achter de begraafplaats in de wijk Korvel.

Buurtmoestuin Korvel ging op 1 mei 2017 van start en heeft tot nu toe €3150,- gekost, waarvan de helft door de gemeente Tilburg is betaald en de andere helft door verschillende organisaties, waaronder het Oranjefonds en wijkraad Zuiderkwartier. De grond is van parochie De Goede Herder.

Stadstuinderij wordt Stadsakker

Stichting Het Werkt verkent nu de mogelijkheden om met de StadsTuinderij te verhuizen naar de Stadsakker aan de Reeshofdijk en Zwartvenseweg en verlangt daarbij de medewerking (lees: financiering) van de gemeente Tilburg.

Allereerst is er investering nodig om vrijwilligers actief te houden. Stichting Het Werkt schrijft dat zij op dit moment 50 actieve vrijwilligers heeft. Echter, een oud-vrijwilliger die onlangs is afgehaakt – en niet met zijn naam in de publiciteit wil – beweert dat er momenteel 5 à 10 actieve vrijwilligers zijn en dat de sfeer erg kil en rigide is. Vrijwilligers moeten zich houden aan de strenge roosters van dagbesteders, waardoor veel van hen inmiddels zijn afgehaakt. Het verloop is volgens hem erg groot.

Anders dan in de huidige situatie waarin gewerkt wordt met oude vrachtcontainers en bouwketen als onderkomens, wil de organisatie een gebouw op het terrein. Een gebouw met zoveel mogelijk hergebruikte materialen en energieneutraal. Maar omdat zij zelf geen geld heeft voor een gebouw, moeten de gemeente en maatschappelijke organisaties deze betalen en moeten waar mogelijk vrijwilligers meehelpen aan de bouw om de kosten te drukken.

Daarnaast heeft zij vrijwilligerscoördinatoren nodig voor 1,5 fte en moet er nogal veel gebeuren aan de infrastructuur, zoals water- en elektriciteitsvoorzieningen en er moet een kruising komen met het aanliggende fietspad en parkeerplaatsen.

Daarnaast heeft Het Werkt budget nodig voor de ondersteuning van kwetsbare vrijwilligers. Hiermee doelt zij op vrijwilligers die geen ondersteuning hebben, maar die dat volgens Het Werkt wel nodig zouden hebben.

Bij het document dat de stand van zaken beschrijft zit geen begroting. Maar wie voorzichtig meerekent met de wensen die hierin staan beschreven, komt op een geschat bedrag van 2 tot 4 ton. Het College van Burgemeesters en Wethouders (B&W) heeft echter in januari 2015 het besluit genomen om per jaar een bedrag van ten hoogste €5.000 uit te geven voor initiatieven op het gebied van stadslandbouw. Dit geld is bedoeld om kleine initiatieven in de stad een kans te geven zich te kunnen ontwikkelen.

Als een van de vrijwilligers van het eerste uur van de stadstuinderij heb ik met verbazing het stuk gelezen. Ik zal in mijn reactie proberen de vrijwilligers van zowel de stadstuinderij Piushaven en de Korvel buiten schot te laten. Deze en andere vrijwilligers verdienen het niet om de dupe te worden van het politieke gehakketak van de schrijfster van het artikel.

Ik wil wel reageren op de orwelliaanse manier van geschiedschrijven. Want blijkbaar is de zelfbenoemde journaliste van dit stuk uitgegroeid tot een boekhouder van formaat die turft met een vork. De dag dat er 125 vrijwilligers waren onder de sturing van Social Energy, is er nooit geweest. Dit aantal was en is alleen praktisch gegroeid om de vermoedelijke grootheidswaanzin van bepaalde betrokkenen te voeden.
De journalistieke vrijheden reiken nog verder als er een conclusie wordt getrokken over de positieve effecten die het ontbreken van een werkrooster met zich meebrachten. Dit lijkt uit de lucht gegrepen. De mogelijkheid om afwisselend actief te zijn en daarbij nog iets leren van een vakkundige teler, zijn in mijn ogen wel de significante onderdelen van het succes van de Stadstuinderij.
Vervolgens worden er kort door de bocht een aantal “oorzaak en gevolg”- conclusies uit de pen getoverd, die kant nog wal raken.

De vorming van een stichting en daarmee bescherming van de bestuurders (anders dan bij een VOF) zal elke stichting (ook stichting Social Energy) niet vreemd zijn. Het is een onjuiste veronderstelling dat het opzetten van een stichting winstbejag of het ophalen van subsidies tot gevolg heeft. Waarschijnlijk is dit dan meer een kwestie van de pot verwijt de ketel.
Een groot deel van de vrijwilligers haakte af om dat ze met lede ogen aan moesten zien dat het initiatief van het samenwerken in de stadstuin omgetoverd leek te worden naar een samenwoonvorm.
Toen er op verzoek van meerdere vrijwilligers van die koers afgeweken werd, waren er waarschijnlijk een aantal privileges minder aantrekkelijk en trok de toenmalige vrijwilligercoordinator er waarschijnlijk op uit om een andere tuin te vinden.
Op de bewuste bijeenkomst van vrijwilligers stond de schrijfster trouwens te vuur en te zwaard de deelname van dagbesteders te verdedigen. Maar het is te kort door de bocht om dat aan te dragen als het kantelpunt voor en het afhaken van goedbedoelende vrijwilligers.

Onder het kopje “Stadstuin wordt Stadsakker” wordt al gauw duidelijk vanuit welk oogpunt het artikel geschreven wordt. De aantallen van vrijwilligers worden in twijfel getrokken. Maar jammer genoeg niet op basis van grondig journalistiek onderzoek.
Vervolgens worden de kosten die gemoeid zijn met het starten en laten draaien van een Stadstuin onder vuur genomen. Dat er kosten mee gemoeid zijn en dat instanties bijdragen is ook voor de buurtmoestuin Korvel overduidelijk. En dat er medewerking van de gemeente nodig is, is in alle gevallen duidelijk.

Echter in het stuk “stand van zaken” voert de behoefte aan “kennis en kunde” de boventoon en wordt er nadrukkelijk gezocht naar samenwerkingsverbanden met technisch inhoudelijke partijen. Daarnaast worden er punten aangedragen, die ook nodig waren bij de realisatie van de Stadstuin.

Uiteindelijk ontpopt de schrijfster zich tot een geweldige rekenmeester en vat in twee regels een mogelijke begroting samen. Dit gebeurd zonder verdere onderbouwing, maar door het aanhalen van een besluit van het college lijkt de schrijfster het prachtige initiatief vroeg de nek om te willen draaien.

Ik kom wel eens bij Stadstuinderij Piushaven om groentes te kopen en herken het verhaal zoals het hier geschetst wordt helemaal niet. Er is juist een hele fijne warme sfeer en ik heb de indruk dat er steeds meer vrijwilligers bijgekomen zijn de laatste tijd. Misschien moet de schrijver van dit artikel zelf eens langsgaan bij de Stadstuin?

Voor het eerst eens met een VVD-er, klasse Jeroen jij snapt het…!!! De overheid, de onderheid en dan sinds enkele maanden ook nog een tussenheid. Stel maar eens de vraag goedbedoelde initiatieven, wie spint daar het garen mee? Iedereen snapt dat er bij alle burgerinitiatieven garen op de klos mag komen. Maar in wiens zakken? Vrijwilligers, de adviseurs, de goed bedoelde burgers of de vermarkters?

Ik kan niet nalaten op het thema “stadstuinen” te reageren.
Het is toch altijd hetzelfde: Wat ontstaan is uit het enthousiasme van enkele burgers, wordt door
burocraten die waarschijnlijk nog nooit een schop of hark in de hand hebben gehad, geinstutionaliseerd.
Moet ineens flink subsidie tegenaan en je kunt wel raden in welke zakken dat verdwijnt.
Dan moet het nog profitabel worden waardoor er voor vrijwilligheid nauweljks nog ruimte is.

Geef een reactie