‘Uitgegaan’ is een rubriek waarbij elke maand een uitgaansgelegenheid uit het verleden in de picture zal staan. Elke aflevering wordt eerst gepubliceerd in uitgaansmagazine ‘De T’ en vervolgens op Tilburgers.nl
De Talk of the Town was de enige echte discotheek die Tilburg ooit heeft gekend. De discotheek opende de deuren in 1976 en na 27 jaar werd The Talk gesloten op 1 januari 2004. Het adres was Heuvelring 116, twee deuren voorbij de Heuvelse kerk Een plekje nostalgie in vele stappers-harten uit regio Tilburg en ver daarbuiten. De wereldberoemde zanger Kamahl (The Elephant Song) bezocht de Talk in 1981. De bijzondere evenementen waren beroemd, nieuwsjaarsfeesten, carnavalsfeesten, HOUSE Partys, V.I.P party’s, ‘and the beat goes on’, paasfeesten, met veel dj-avonden, deze avonden waren steevast uitverkocht. Ook bereikten de DJ’s die voor The Talk werkzaam waren de Nederlandse hitlijsten, dat gebeurde onder andere in 1994 met het La La La song, Ron Schouten was één van de makers van het Tilburgse duo dat schuilging toen achter de artiestennaam “Talk of the Town”. Het bereikte plaats 5 in de top50 en bleef daar twee weken staan.
Op het redactiekantoor van Tilburg.com spreek ik met twee nauw betrokkenen bij The Talk of The Town, Ruud van Groeninge en Ivan Mols. Ruud stond jaren negentig aan de kelderbar. Hij zit nu op de praatstoel: “Maar ik ben begonnen bij de garderobe, waar al het personeel moest beginnen. Bob Gimbrere en Marco de Jong zwaaiden er toen de scepter, en deden dat heel goed. Ik had de functie ‘Jassenova’s’ genoemd. Het voordeel van de garderobe is dat je alle vaste klanten leert kennen, en dat is weer handig als je straks achter de bar staat. Ik heb er zelfs mijn vrouw ontmoet, en er is niets mooiers om al die vrouwen te zien die voor je neus haar jas uittrekken.”
Ivan Mols vertelt: ‘Ik kende Ruud nog van de Rooi Pannen als klasgenoot, en omdat ik bijna dagelijks in The Talk kwam, zag ik hem veel. Je kende op een gegeven moment iedereen in The Talk en het duurde soms uren om van voren naar achteren komen omdat je zoveel mensen sprak. Het was een beetje een grote familie”
“Na een tijdje in de garderobe mocht ik achter de bar in de kelder” vervolgt Ruud “En van dat werk genoot ik enorm, het was er niet zo druk als boven, en hier kon ik dus een goed biertje tappen en de juiste service en aandacht aan mensen geven. Ik werkte er toen op vrijdag en zaterdag. Voor 80 gulden per avond, ik verdiende in de supermarkt meer, maar ik werkte er niet voor het geld.” “Om half 10 stonden er al mensen in de rij voor The Talk die pas om 22:00 open ging en om 04:00 sloot, de vrijdag was gratis en op zaterdag was er 5 gulden entree. Soms moest je mazzel hebben om binnen te komen, want portier Pino, die eigenlijk Erwin heette, was onberekenbaar. En er was maar plek voor 600 man”.
“Je moest er moeite voor doen om binnen te komen, Pino koos voor het publiek dat bij de rest paste, leek het wel, in de acht jaar dat ik er werkte heb ik maar twee keer de rode knop hoeven te gebruiken. Ik had in mijn kelderbar een signaalsysteem met de portiers, de groene knop gebruikte ik als er iets dreigde, maar wat niet super haastig was, de rode knop was echt dringend, bijvoorbeeld bij knokpartijtjes” legt Ruud uit.
“Bob en Marco gaven het personeel, soms wel 30 man, de vrijheid maar hielden de zaak wel goed in de gaten. Mijn ouders zeiden altijd: “als je uitgaat naar The Talk, dan mag het, dan zit het wel goed.” Het was wel leuk om wat met T-shirts te doen met The Talk logo erop, iedereen wilde ze wel hebben dus die regelde je voor klanten van The Talk.” “Haha” onderbreekt Ivan, “Ik heb er nog drie in de kast liggen, maar ja, ik kan ze niet meer aan, the Talk bestaat niet meer.”
Ook werden er veel bandjes met re-mixen geruild van oa DJ Mervin, later werden dat CD’s. Vrijdag werd er meestal wat hippere disco/house-muziek gedraaid in de Talk, zaterdags vanalles, sommige DJ’s sneakten er Nederlandstalige muziek tussendoor, wat niet mocht.
“Befaamd bij de Talk was de ‘afterborrel”, vervolgt Ruud, “Na het schoonmaken en opruimen kreeg het hele personeel en wat vaste klanten dan gratis drank. Om 4 uur kwam zelfs Broodje Jantje langs met broodjes die je dan kon kopen, Jan de Kort bleef dan zelf meestal ook nog voor een paar borrels. Die afterborrel liep wel eens uit de hand, een keer was ik om half twaalf ‘s ochtends thuis, en soms belden we om 9 uur een taxi om te gaan ontbijten bij Van der Valk. Er werd goed voor ons gezorgd, regelmatig ook personeelsfeesten in België of Maastricht met een rondvaart of met kanoën.”
“The Talk was ook een Leerschool” vervolgt Ruud “Heel goed om mensenkennis op te doen en je leerde er een netwerk op te bouwen. Ik stond met Mark Jansen in de keuken, hij verzorgde de broodjes en tosti’s die erg gewaardeerd werden. “Ja heerlijk, Broodje gezond met Satesaus, dat was mijn favoriet” vult Ivan aan.
Mark Jansen heeft nu de broodjeszaak aan de overkant van de Heuvel, pas geleden is het befaamde gevelbelettering van “The Talk” weggehaald die hij nog had.
“Ja, en wat ook erg grappig was, de toupet van Marco. Tijdens de afterborrel verdween die toupet regelmatig in de vaatbak en kwam later terug op zijn hoofd. En ik weet zeker dat elk personeelslid die op het hoofd heeft gehad, memoreert Ruud verder. “De befaamde Talk-muntjes, een witte was een heel muntje, een zwarte een halve, en een rode voor het personeel wanneer ze niet moeten werken” terwijl Ruud een zakje tevoorschijn tovert met deze muntjes. “Overigens, tijdens het werk waren de consumpties gratis, en je wist dan wel maat te houden, zo niet stond Marco ineens naast je om je daaraan te herinneren met een gesprek of aan je oor te draaien, zijn favoriete methode om iets aan te geven dat er iets niet klopte, dan was je ineens bij de les”
“Ik realiseer me nu dat ik zoveel tegelijk deed met weinig slaap” vervolgt Ruud “Ik studeerde in Rotterdam, was daar ook actief in het studentenleven, donderdag uit, een paar uur slapen, vrijdag in de trein naar Tilburg, weer een uurtje slapen, dan thuis komen, een paar uurtjes slapen om naar The Talk te gaan, dan zorgde ik er meestal voor om rond 6 uur thuis te komen, een paar uur slapen, dan naar het voetbal, even langs de vriendin en weer verder naar de Talk op zaterdag. Zondag was de enige dag om bij te komen, en die we voor onszelf hadden. Het is regelmatig voorgekomen dat ik een bierviltje vol met liefs had geschreven en die ik om zes uur ‘s nachts bij mijn vriendin in de bus hebt gestopt, we hadden toen nog geen mobieltjes. Ze heeft ze nog bewaard, een hele stapel, en we zijn nu 11 jaar getrouwd.”
“De Talk was speciaal”, zegt Ivan, “hier bijna geen stoer kijkende gasten maar gewoon echte mensen, daarom kwam ik er graag.”
“Mijn afscheidsfeest in 2000 was bijzonder” besluit Ruud. “Doordat ik helemaal geen tijd meer had, en bovendien ging trouwen heb ik toen afscheid van The Talk moeten nemen. Dat was uitzonderlijk, je moet je voorstellen dat toentertijd het werk aan de bar nog bijzonder was. Je stelde wat voor, daarom deed ik dat werk ook zo graag. Ik heb bij mijn afscheidsfeest van alles gekregen, bandjes t-shirts, tegoedbonnen van Bob en Marco, het was heel ontroerend. Dat tekende de sfeer die bij The Talk heerste.”
2 reacties
Voeg die van jou toe →[…] de achtergrond zien we de lichtreclame van de Discotheek The Talk of the Town (1976-2004) (Heuvel 116) en van Old Fashion (1974- 1988) (Heuvel 118-120). The Talk was […]
Het was een super sfeer daar funky soul in the 70thies en je kon er ook lekker in de vroege uurtjes saté eten