Vorige maand heeft de PvdA minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) een brief aan de Tweede Kamer gestuurd over de verruiming van de WW, zodat WW-gerechtigden meer ruimte krijgen om vrijwilligerswerk te doen. Dit bleek nodig toen na een inventarisatie van Vereniging NOV het klachten regende van werklozen die geen vrijwilligerswerk mochten doen. Met name in zorg en welzijn, maar ook in cultuur en sport, kregen werklozen afkeuringen omdat zij met hun vrijwilligerswerk aan arbeidsverdringing zouden doen. De minister deed zijn toezegging na ophef in de media en Kamervragen.
Het ministerie van SZW heeft met het UWV, Vereniging NOV en NOC*NSF overlegd over een nieuw kader om te voorkomen dat WW-gerechtigden onnodig worden dwarsgezeten in hun wens om vrijwilligerswerk te doen. In de toekomst zal het UWV met name toetsen of het vrijwilligerswerk dat de WW-gerechtigde wil doen binnen de bewuste organisatie ook vrijwilligerswerk is. Concreet betekent dit dat het onder meer moet gaan om werkzaamheden waarvoor binnen dezelfde organisatie niet wordt betaald, waarvoor geen betaalde vacatures open staan en dat het gaat om activiteiten die al geruime tijd niet meer betaald worden binnen die organisatie.
De huidige regeling gaat ervan uit dat als werkzaamheden elders betaald zijn, dit ergens geen vrijwilligerswerk mag zijn. Zo komt het dat iets dat altijd werd gedaan door vrijwilligers, toch als betaalde arbeid wordt aangemerkt. Denk hierbij aan functie zoals barvrijwilliger in een theater, bestuurswerk bij een lokale (sport)vereniging, iemand die koffie helpt schenken in een zorginstelling of de chauffeur op de vrijwillige buurtbus.
In zijn brief aan de Kamer geeft minister Asscher een aantal voorstellen voor de aanpassingen in de WW regels. Hiermee wil de minister de wetgeving beter laten aansluiten bij de huidige maatschappelijke ontwikkelingen en de grotere vraag naar een eigen bijdrage van burgers en vrijwillige inzet. Omdat in de tussentijd werklozen nog steeds gehinderd worden in het doen van vrijwilligerswerk, kijkt de minister of het vooruitlopend op de nieuwe wet- en regelgeving al mogelijk is om uitvoering te laten geven aan de versoepeling. Voor Vereniging NOV is het belangrijk dat de nieuwe regelgeving past bij de maatschappelijke realiteit. Het is daarom goed dat organisaties betaalde functies niet klakkeloos door vrijwilligers met een WW-uitkering kunnen laten doen, maar hiervoor wel ruimte kunnen creëren. Hiermee neemt Asscher weg dat de overheid aan de ene kant hamert op meer zelf doen en aan de andere kant dat zelf doen in de weg zit.
Voortzetten van vrijwilligerswerk bij werkeloosheid
Het algemene uitgangspunt in het voorstel is dat werknemers die naast hun betaalde baan vrijwilligerswerk doen en vervolgens werkeloos worden, zonder consequentie het vrijwilligerswerk voort kunnen zetten. Voorwaarde is wel dat de omvang niet toeneemt. Als de WW gerechtigde zijn activiteiten wel uitbreid of start met nieuwe vrijwilligersactiviteiten zal het UWV toetsen of werkelijk sprake is van vrijwilligerswerk.
Verdringing van betaalde arbeid
Voor het vaststellen van verdringing van betaald arbeid wordt niet langer gekeken naar heel Nederland maar alleen naar de betreffende organisatie zelf. Er is pas sprake van verdringingen wanneer de vrijwilligersactiviteit van de uitkeringsgerechtigde eerder binnen de organisatie een betaalde functie was. Het moet dus gaan om werkzaamheden waarvoor binnen de organisatie geen betaalde medewerkers worden aangesteld.
De sectoren zorg, welzijn en onderwijs
Om vrijwilligerswerk met behoud van WW binnen de sectoren zorg, welzijn en onderwijs mogelijk te maken, is het niet langer noodzakelijk dat het om additionele werkzaamheden gaat. Voorwaarden hierbij is dat de werkzaamheden al enige tijd uitsluitend door vrijwilligers worden gedaan. Hoelang dat precies is, wordt in het voorstel van de minister niet concreet gemaakt. Het mag in ieder geval niet directe een betaalde functie verdringen. Zo mag iemand met een WW-uitkering in de toekomst conciërge zijn op een school als daar voorheen geen conciërge aangesteld is geweest. Wanneer de conciërge net een halfjaar daarvoor is ontslagen, dan wordt het aanstellen van een vrijwilliger beschouwd als werkverdringing.
Mensen met zowel een WW als WWB uitkering worden niet langer gekort op de WW-uitkering vanwege de werkzaamheden die ze verrichten als tegenprestatie in het kader van de WWB.
Bron: Vrijwilligerswerk.nl
1 reactie
Voeg die van jou toe →goed bezig weer een heleboel regels erbij wie gaat dat zaakje controleren we zien wel weer nederland gaat door alle regels langzaam naar de kloten
jack van laarhoven
WW vrijwilliger