Reactie op de honorering van de aanvragen 2017-2020 door het Fonds Podiumkunsten van de wethouders Frans Stienen, gemeente Helmond; Marcelle Hendrickx, gemeente Tilburg; Marianne de Bie, gemeente Breda; Mary-Ann Schreurs, gemeente Eindhoven en Paul Kagie, gemeente ‘s-Hertogenbosch. En van Geert Overdam, De Kunst van Brabant en de gedeputeerde Henri Swinkels van de provincie Noord Brabant.
Woensdag 3 augustus publiceerde het Fonds Podiumkunsten de honorering van de aanvragen voor de periode 2017-2020. In het voorwoord beaamt directeur Henriëtte Post al dat het Fonds er niet in geslaagd is een betere geografische spreiding te realiseren. De spreiding op vestigingsplaats is zelfs afgenomen.
Was in de vorige periode nog een derde van de gehonoreerde afkomstig uit ‘de regio’, nu is dat nog maar een kwart. Daarbij zoekt het fonds troost bij de gedachte dat er wel meer spreiding is van de plaatsen waar voorstellingen gespeeld worden. De regio Zuid blijkt een geliefde speelplek, want koploper. Maar onze regio is meer dan een enerverende speelplek. Het is ook voor veel makers, podia en festivals een inspirerende voedingsbodem voor creativiteit en innovatie, met alle ruimte voor experiment en ontwikkeling.
Voor een deel wordt dat al herkend door het Fonds. Dat blijkt onder andere uit de nieuwe honorering van Theaterfestival Boulevard en Panama Pictures (Den Bosch), Schippers & van Gucht (Breda) en Strijbos & van Rijswijk (Tilburg). Maar ook de voortzetting van meerjarige subsidie voor November Music (Den Bosch), De Stilte (Breda) en Tromp Muziek Biënnale (Eindhoven).
Maar we zijn ook teleurgesteld over het niet honoreren van de aanvragen van Incubate, Festival Mundial, Trash en Vloeistof uit Tilburg. Dat geldt ook voor Capella Pratensis uit Den Bosch en United Cowboys en Het Paard dat Vliegt uit Eindhoven. Zij behoren tot de 184 instellingen waarvan het Fonds de aanvraag als onvoldoende beoordeelt.
Bijzonder is ook dat Afslag Eindhoven, Festival Cement, Matzer, het Internationaal Vocalisten Concours, Paul van Kemenade, Cross Link Festival en Festival Circolo ondanks een positieve honorering geen subsidie ontvangen door het ontbreken van voldoende budget.
Van de instellingen die de afgelopen periode meerjarig subsidie ontvingen, keren er landelijk 23 niet terug. Daaronder ook Leine en Roebana. Dit vermaarde dansgezelschap kent weliswaar als vestigingsplaats Amsterdam, maar tevens Breda als belangrijk(st)e speelplek en residentie. Daartegenover staat dan wel weer de honorering van Nieuwe Helden. De naam waarachter Lucas de Man schuil gaat. Ook al is hij formeel gevestigd in Amsterdam, hij kent – als stadskunstenaar van Den Bosch – Brabant als een belangrijk podium.
Het heeft er alle schijn van dat het Fonds Podiumkunsten zich onvoldoende bewust is van de neveneffecten van de gehanteerde beoordelingscriteria. Indien geografische spreiding positiever beoordeeld wordt via het aantal speelplekken, bevoordeelt dat de grotere en gevestigde instellingen in de randstad en in het bijzonder Amsterdam. Met de huidige weging wordt de randstad zo nog meer de leverancier van het aanbod in de regio. Indien daadwerkelijk een betere geografische spreiding beoogd wordt, is een meer daarop gerichte werkwijze noodzakelijk. Dat kan door vestigingsplaats zwaarder te wegen of te werken met gedecentraliseerde budgetten per regio.
Brabantstad culturele proeftuin
Brabant is trots op zijn instellingen, gezelschappen en podia. Het groeit – naast speelplek – als inspirerende vestigingsplaats voor makers en ontwerpers en het kent een variëteit aan onderscheidende festivals. BrabantStad werpt zich daarbij op als culturele proeftuin met regionale samenwerking en ruimte voor ontwikkeling en experiment. Gezamenlijk investeert de stadsregio in een sterke regionale culturele infrastructuur. Daarin zijn, in aansluiting op kunstvakopleidingen, voldoende plekken voor creatie, ontwerp en productie essentieel. Provincie en gemeenten bevestigde dat onlangs nog met een aanbod aan minister Bussemaker. Een bod dat blijkbaar nog uitdrukkelijker bij het Fonds Podiumkunsten en de Raad voor Cultuur onder de aandacht gebracht moet worden.
De Brabantse makers, ontwerpers en producenten mogen er wezen. Ze presenteren zich misschien nog niet allemaal direct in heel Nederland, maar dat is slechts een kwestie van tijd. Een ontwikkeling die het Fonds Podiumkunsten meer zou kunnen ondersteunen.