De Deurzakkers: “Je moet geloven in de toekomst”

Willem van Schijndel en Clemens van Bracht vormen samen de Deurzakkers

Het Nederlandse feestduo ‘De Deurzakkers’ bestaat uit Willem van Schijndel (1954) en Clemens van Bracht (1950).

Clemens, die jarenlang een platenzaak in de Heuvelstraat heeft gehad en Willem, zijn als ‘De Deurzakkers’ al jarenlang graag geziene gasten op de vele evenementen die Tilburg kent. Tijd voor een gesprek, dinsdagmiddag, in ‘de Korenbloem’. Willem steekt direct van wal: “Ik ben geboren in Den Bosch, ben de oudste van zes kinderen uit een ondernemersgezin. Mijn ouders hadden een wit-goed-zaak in Udenhout, waar ze onder andere wasmachines en radio’s, maar ook grammofoonplaten verkochten. Ik was al vroeg bezeten, en nog steeds, van radio’s, en muziek, toen ik drie was had ik al een draagbaar transistorradio’tje. Bij ons thuis lag de hele zolder vol met tweedehands en defecte radio’s, waar ik mee experimenteerde tot ik ze aan de praat kreeg…..wow! Toen ik ’n jaar of acht was en ziek thuis zat ontdekte ik ‘192 goed idee’,  de radiozender Veronica. Muziek, en vooral naar de radio luisteren, geweldig, al die liedjes, Dj’s….ik was er helemaal bezeten van. Na de lagere school ben ik naar de M.U.L.O. gedaan, en daarna wilde ik iets met electro-techniek of muziek & geluid gaan doen, maar helaas de geleerden achtten mij niet geschikt. Het werd procestechniek en zo kwam ik op de MTS aan de Lange Nieuwstraat in Tilburg terecht. Maar het liep anders, de MTS was niet mijn ding, begin jaren zeventig begon ik ook al met m’n eigen drive-in–show Disco Team 70 en uiteindelijk wilde ik de muziek in. Het begon in 1972 met een sollicitatiegesprek bij Clemens die de bedrijfsleider was van de platenzaak Frans de Kok in Den Bosch op de Pensmarkt.”

Dan begint Clemens aan zijn verhaal. “Ik ben geboren in Uden, dat destijds heel even de woonplaats was van mijn ouders, maar toen ik twee was verhuisden we al naar Waalwijk, waar mijn vader een café begon. Ik kom uit een gezin van negen kinderen en ben zo’n beetje de middelste. Allemaal opgevoed met meewerken thuis en zodoende redelijk ondernemend. Broer Rini heeft het bijvoorbeeld ver geschopt in het biljarten, Nederlands, Europees en Wereldkampioen driebanden, en de anderen allemaal op hun eigen manier ondernemend en nogal actief. Zo’n café-achtergrond is voor mijn gevoel best ideaal gebleken, ik leerde al snel hoe met mensen om te gaan, het is goed voor je sociale gevoel, je komt tenslotte met veel mensen in aanraking, en je bouwt een groot netwerk op. Ik had ook altijd al veel interesse in muziek en in het draaien van plaatjes, zat als kind al dicht bij of als het kan op de jukebox om muziek te luisteren, ontdekte en luisterde naar Radio Luxemburg, was tijdens mijn middelbare schoolperiode regelmatig DJ, ‘Double You Bee drive-in show’ en na de M.U.L.O. ben ik uiteindelijk in 1970 gaan solliciteren bij de platenzaak van Frans de Kok in de Heuvelstraat in Tilburg. Frans de Kok, van oorsprong dirigent, wilde uiteindelijk meerdere platenzaken gaan opzetten. Na Tilburg eerst Waalwijk en daarna onder andere Oisterwijk en Den Bosch. In Den Bosch werd ik, na een jaartje in Waalwijk, de vestigings-manager. Frans de Kok Grammofoonplaten was inmiddels een gerenommeerde naam met ook nog zaken in Oss, een tweede winkel in Den Bosch, en in Veghel. Toen we hulp zochten voor de vestiging in Den Bosch, is Willem bij mij komen solliciteren en zo hebben we elkaar leren kennen.” Willem vervolgt: “We kwamen er toen al achter dat we elkaar al kenden, van een vroegere periode, want ik kwam al als bakkershulpje het brood, als laatste op de ronde, bij café Thalia van Clemens’ vader afleveren.” Er wordt gelachen.

Clemens vertelt: “Nou, vanaf toen waren we dus collega’s en klikten prima met elkaar. We waren allebei DJ en in februari 1974 kwam Willem terug van een carnavalsfeest in Liempde met een geweldig idee. Het was de woensdag na Carnaval, en het was nog rustig in de winkel Willem neemt het woord: “Ik had een idee, ik kreeg op een gegeven moment een instrumentaal Egerlander volksnummer onder m’n neus ‘Prager Musikanten’, en dat had een bepaald ritme, en ik zag dat de dansmariekes daarop telkens door de knieën zakten, het stond meteen op mijn vizier, ik vond dat zo bijzonder en opvallend…..en dacht meteen hier moet ik iets mee doen. Het was de basis van wat later onze eerste hit zou worden ‘Zak es lekker door’. We waren er allebei direct heel enthousiast over.”

Clemens: “Ja, een gouden idee, maar dat vonden de platenmaatschappijen niet, we hebben er mee moeten leuren en kregen overal nul op het rekest. Via de platenzaak van Frans de Kok in Den Bosch kwamen we in contact met Jan Vis, een artiestenbureau die een groot netwerk had en bijvoorbeeld ook de Rolling Stones naar Nederland had gehaald, en die zag er wel brood in. Samen met de selectie van FC Den Bosch, een kroegbaas en de Kikvorschen, de hofkapel van Prins Amadeiro van Oeteldonk, zijn we in december 1974 naar de GTB studio in Den Haag gereden om het nummer ‘Zak es lekker door’ op te nemen.” Willem vervolgt: “In 1975 kwam het nummer uit, en het werd een grote hit, we kwamen op nummer zeven in de top 40, en zaten ook in alle TV programma’s waaronder in ‘Popzien’ toen het nummer één muziekprogramma wat gepresenteerd werd door Rob de Nijs en in ‘Op Losse Groeven’, het latere ‘Op Volle Toeren’ gepresenteerd door Chiel Montagne. We hadden het plotseling erg druk en leerden zo het artiestenvak kennen.”

Willem benadrukt: “We doen de muziek omdat we het leuk vinden, maar het is voor ons allebei geen hoofdactiviteit, in de jaren erna hadden we steeds weer een nieuw nummer per jaar, maar het was in het begin, eind ’70, begin ’80 niet echt altijd een succes, je moet niet vergeten dat we vrij jong waren met de eerste hit, 20 en 24 jaar, broekies nog, en we wisten niet wat ons overkwam. We hebben gaande weg veel geleerd, zijn gaan schaven, en hebben ons losgemaakt van bepaalde mensen, we hebben veel dingen geprobeerd, in 1978 hadden we zelfs genoeg van alles en zaten we op Tenerife tijdens Carnaval, echter dat was eenmalig, we vonden het toch te leuk!

In 1978 kwam ik in Hilversum terecht bij platenmaatschappij Phonogram als plugger en assistent A&R en labelmanager, ik kwam in contact met artiesten, managers, Radio & TV makers etcetera. Door mijn vak zat ik dagelijks bijna naast de draaitafels van de radiomakers en Dj’s. Ik heb ze allemaal leren kennen, leeftijdsgenoten zoals Erik de Zwart en Jeroen van Inkel, maar mijn Veronica iconen Rob Out, Ad Bouman, Lex Harding, Will Luikinga, het waren mijn contacten aan het front van de muziekwereld. Clemens werkte in de platenzaak in Den Bosch en in 1983 nam hij de zaak van Frans de Kok over en begon onder zijn naam ‘Clemens van Bracht Grammofoonplaten’ een eigen zaak in de Heuvelstraat in Tilburg. We vormden zo een perfecte combinatie van frontsoldaat met de radio, en Clemens met zijn klantencontacten en kennis van de markt”.

Willem vervolgt: ‘In 1983 kwam ik in contact met Tonny Eyk en die had een nummer geschreven met Dimitri Frenkel Frank, voor de film ‘De Boezemvriend’ met André van Duin. Van Duin wilde het nummer ‘Waar is de steek van de Keizer?’ niet op single uitbrengen en zodoende kregen wij van Tonny Eyk de gelegenheid het op te nemen. Clemens valt bij: We hadden nog geen B-kant, en er kwam het idee om een la-la-la versie van Strauss liedjes te maken.” Willem benadrukt: “Dat was nog voor de tijd dat klassieke muziek gebruikt werd in populaire nummers, en die B-kant bleek ook erg aan te slaan bij het publiek. Toen pas zijn we echt officieel gaan optreden en ons optreed-debuut was in de Schouwburg in Tilburg, waar, naar ik meen, de Flepsteppers een carnavalsbal had georganiseerd. En ‘La la la’ van Strauss is tot op de dag van vandaag een heel groot succesnummer.

We hebben voortdurend geschaafd aan onze formule en onze nummers, en merk op dat het woord carnaval nooit voorkomt in onze teksten, we willen veel breder zijn dan Carnaval alleen, en we wilden niet alleen hoempa-pa, dat de meeste carnavalsnummers vroeger kenmerkten. Met ‘We gaan er tegenaan’ en vooral met ‘Het feest kan beginnen’ zijn wij een nieuwe weg ingeslagen, stonden weer helemaal op de kaart en kon Hilversum niet meer om ons heen. We waren in die tijd namelijk ook het enige duo, hadden veel succes, en werden veel gevraagd in het land. In eerste instantie werden we niet zo serieus genomen. In de jaren tachtig kwam een van onze grootste successen, het was zomer, iedereen was buiten aan het barbecueën, het was een tropisch geheel, en kwam ik op het idee om een tropisch sausje in onze nummers te mengen, we hebben toen een script geschreven en de cd ‘Tropical Party’ uitgebracht. Helemaal mooi was dat we een ‘TV special’ kregen bij Veronica op prime time. ‘Tropical Party’ werd een groot succes heeft de Deurzakkers tot op de dag van vandaag een enorme boost gegeven. Een mooi detail, het werd destijds nog uitgebracht op CD, LP en cassettebandje.”

Willem vervolgt, “We doen alles zelf, houden overal grip en controle over, en regelen ook de media. De kunst van het vak is af en toe ook wegblijven. Je kunt ook niet van tevoren verwachten wat een klassieker gaat worden. Maar onze samenwerking is perfect, we delen dezelfde visie, houden de regie en verdelen de taken. Onze nummers zijn inmiddels klassiekers geworden, ze zijn tijdloos, spreken een groot publiek aan en ja, we kunnen zelfs zeggen, dat we een merknaam geworden zijn.”

Clemens: “We worden ouder, de markt verandert, de media ook, dus zorgen ervoor dat we ook te bereiken zijn via bijvoorbeeld Facebook, waar veel nieuws op geplaatst wordt. We zijn op dit moment druk bezig met Carnaval 2013. We hebben net een nieuwe cd-single samen met Swoop uitgebracht in België, titel: ‘Cantara Pepe’. Met Omroep Brabant zijn we bezig aan een project. En samen met Schrobbelèr hebben we een speciale opdracht en een nieuw nummer voor Carnaval.”

“Ik heb zeker ‘n band met Tilburg” memoreert Willem: “Ik was gelegerd in de Kromhoutkazerne, hier vlakbij. Door de weeks mocht je niet naar huis, Waalwijk was maar een paar kilometer, maar ja… dus dan maar de kroeg, de Korenbeurs aan de overkant. Na de militaire dienst moest je werkgever je verplicht terug in dienst nemen, maar Frans de Kok plaatste me naar het kleine filiaal in Oisterwijk, daar had ik geen zin in. Ik ben toen naar Hilversum vertrokken en bij een platenmaatschappij gaan werken. Sinds 1984 ben ik zelfstandig ondernemer, run ik mijn eigen muziek- en entertainment-bedrijf. Muziek exploiteren, liedjes zoeken en talent scouten da’s mijn vak. In 1995 heb ik Guus Meeuwis ontdekt met z’n toenmalige Vagant. Ik hoorde de demo ‘Het is een nacht’ en ik zag er direct potentie in, ik kende Guus Meeuwis helemaal niet, maar die stem vond ik heel bijzonder, ik heb het idee opgepakt en ben ermee aan de slag gegaan. Ruim zeven jaar ben ik er fulltime mee bezig geweest, onvergetelijk en leerzaam, ‘n geweldige tijd!”

Clemens vult aan: “Nadat de platenhandel langzaam in elkaar zakte, heb ik de zaak verkocht, en ik heb nu een eigen entertainment bedrijf. Ik doe veel DJ-werk, mijn tweede passie, de concepten – DJ Lounge en DJ 60’s /70’s -, zijn mijn speerpunten. Mijn opgebouwde repertoirekennis met passie en gevoel voor muziek helpt me enorm daarbij. We hebben overigens zeer bijzondere optredens gehad in Tilburg, bijvoorbeeld eentje een paar jaar terug bij de rëunie van de Veulpoepers in 013, waar we samen het nummer Den Egelantier gespeeld hebben en waar ook Armand, van het nummer ‘Ben ik te min’, optrad en onlangs in september tijdens de afsluiting van het Incubate Festival, waar we in het hardrockcafé ‘Little Devil’ opgetreden hebben, voor de vrijwilligers tijdens hun ‘after-party’ en toen het publiek, die normaal uit hardrockers bestaat, er helemaal uit zijn dak ging, liepen de rillingen over ons lijf, er werd zelfs gecrowdsurfd. Werkelijk fantastisch.”

Willem besluit: “Je moet geloven in de toekomst, bij je basis blijven en je eigen gang gaan, veel projecten gaan wel eens mis, maar uiteindelijk leer je ervan en helpt het je om een groter en beter project te realiseren, een project dat alles goed maakt.”

Beste Clemens,

Ooit (was het 1971?) kocht ik bij jou in Waalwijk de Pink Floyd-bootleg ‘Atom Heart Mother’ van Pink Floyd (Ahoy, 1971).
Op de pof…! (Ja, het consumentenvertrouwen was destijds nog groot!)

Het zit mij nog steeds dwars dat ik nu mede schuldig ben aan de huidige kredietcrisis, omdat ik dit album nooit heb afgerekend.

Deze bootleg blijkt inmiddels een ‘collectors item’ zonder weerga.
Tsja, “Geef de keizer, wat de keizer toekomt”…
Dus eigenlijk is dit album nog steeds van jou.
Dus je krijgt ‘m terug…!
Ik neem ‘m mee zodra jij en Willem optreden bij Café Weemoed in Tilburg.
😉

Geef een reactie